|
|
|
NIEUWSSELECTIE Europese Unie
|
Immigratiedebat
Niet langer. Het afgelopen weekeinde kwamen de Europese ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken bijeen voor een informeel debat over asiel- en immigratiepolitiek. Het onderwerp is vorig jaar in Finland ook al aan de orde geweest, maar in de Zuid-Franse havenstad heeft gastheer Jean-Pierre Chevènement, de Franse minister van Binnenlandse Zaken, de zaak aangescherpt. Chevènement, die tot de orthodox- linkse vleugel van de Franse socialisten behoort, hield zijn collega's voor dat de EU moet overwegen nijpende tekorten op de arbeidsmarkt op te lossen met de - tijdelijke - immigratie van hoogwaardige arbeidskrachten. Na Duitsland met het voorstel van bondskanselier Schröder om 20.000 Indiase computerspecialisten te importeren, en Nederland waar minister Borst Filippijnse en Zuid-Afrikaanse verpleegsters en minister Vermeend Indiase it-experts willen aantrekken, schuift Frankrijk op in de richting van een gericht immigratiebeleid. Chevènement was helder: het is onwenselijk om voor ongeschoold werk buitenlandse werknemers te importeren, want er bestaat nog een immense reserve aan laag opgeleide werklozen in de sociale zekerheid. Die moeten eerst worden geactiveerd. Maar voor seizoenarbeid kunnen tijdelijke contracten worden afgesloten en voor onvervulbare tekorten aan hoogwaardige arbeidskrachten eveneens. Voor een bepaalde periode en met afspraken met het land van herkomst over terugkeer na beëindiging van de contractperiode. Dit is interessant. Het legt namelijk een verband tussen een aantal maatschappelijke ontwikkelingen. De eerste is het economische herstel in de grote landen van de EU, waar door de werkgelegenheid toeneemt. De tekortkomingen van het socialezekerheidsstelsel als springplank naar werk vallen hierdoor des te meer in het oog. Ten tweede is er de formele afgrendeling van de EU voor immigranten. In de praktijk is de grens van de EU zo lek als een mandje. Maar aangezien de EU geen immigratiebeleid hanteert, zoals de VS, hebben ge lukszoekers de keuze tussen illegaliteit of een beroep op de asielstatus. In Nederland, met een relatief zachte asielprocedure, is dat uitgemond in overvolle opvangcentra, dolgedraaide juridische beroepsprocedures en een niet- aflatende aanzuigende werking. Andere EU-landen, met minder vrien delijke asielprocedures, kampen met grote aantallen illegalen. Het derde vraagstuk is verandering in de Europese bevolkingsopbouw nu de naoorlogse generatie baby boomers richting vergrijzing gaat en er sprake is van een baby bust (minder kinderen). Begin dit jaar publiceerden de Verenigde Naties een berekening over deze bevolkingstrends. Het aantal 'benodigde' immigranten in de EU tot het jaar 2050 werd afge leid uit drie scenario's: instandhouding van het huidige bevolkingspeil (plus 47 miljoen immigranten), van de huidige beroepsbevolking (plus 80 miljoen) en van de huidige verhouding tussen actieven en inactieven (plus 700 miljoen). In navolging van Europese demografen noemde Chevènement in Marseille deze extrapolatie van bevolkingscijfers aanvechtbaar en de aanbevelingen van de VN 'boerenbedrog'. "Vervangingsimmigratie is noch economisch noch sociaal aanvaardbaar en de Westerse landen zijn niet bereid om immigranten een vrijkaartje te verstrekken", aldus de Franse minister. Dat is heldere taal. Het maakt enerzijds duidelijk dat de Europese Unie geen onontgonnen gebied is dat wacht op kolonisten voor openlegging. Anderzijds dat de EU - en dus ook Nederland - de toestroom van allochtonen moet bezien in samenhang met de arbeidsmarkt en demografische ontwikkelingen. Dit betekent dat de beperkende toegangsmogelijheid via eindeloze asielprocedures plaats moet maken voor immigratiepolitiek. Chevènement heeft het Europese debat de juiste richting gewezen.
Zie ook:
Mensensmokkel groeit bij gebrek aan personeel (22 juni 2000) |
NRC Webpagina's 31 JULI 2000
|
Bovenkant pagina |
|