NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


KRIJGSMACHT
ALLES GING OP DE SCHOP
HISTORIE
DISCUSSIE
MATERIEEL
STUDEREN IN HET LEGER
MISSIES IN BUITENLAND
VIER RANGEN - ÉÉN EENHEID
TAKEN
RANGEN
VETERANEN
TWEEDEHANDS
BEZUINIGINGEN
OPLEIDINGEN
ORGANISATIES
PERSONEELSSTERKTE
GRAFIEKEN
LINKS

Taken

De Nederlandse krijgsmacht kent twee hoofdtaken: landsverdediging en deelname aan vredesoperaties, al dan niet in combinatie met humanitaire hulpverlening.

Verdediging
Belangrijkste taak van de Nederlandse krijgsmacht is van oudsher: verdediging van de natie tegen buitenlandse agressie. Of zoals het in de memorie van toelichting op de Rijksbegroting van Defensie heet: ,,Bescherming van de integriteit van het eigen en het bondgenootschappelijk grondgebied''.

Crisisbeheersing
Maar sinds het einde van de Koude Oorlog is het acuut gevaar sterk verminderd. Er ontstond een minder dreigende maar tegelijkertijd meer diffuse en minder voorspelbare veiligheidssituatie. De tweede hoofdtaak van de krijgsmacht — crisisbeheersing en humanitaire hulpverlening — krijgt steeds meer nadruk. 'Spanningsgebieden' in de voormalige Sovjet-Unie, Azië, Afrika en het Midden-Oosten eisen steeds meer de aandacht van de internationale gemeenschap. Militair ingrijpen bij conflicten moet zijn gebaseerd op een politieke opdracht van een internationaal bevoegde instantie. Daarvoor is een internationaal draagvlak nodig. Organisaties als de Verenigde Naties en de NAVO spelen daarbij een voortrekkersrol.

Rechtsorde
Een andere defensietaak die de laatste jaren aan gewicht heeft gewonnen, is handhaving van de rechtsorde en de openbare veiligheid. Daarbij gaat het om het politiewerk van de Koninklijke Marechaussee en om de inzet van de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Verder verleent Defensie personele en materiële steun als het openbaar belang dat vergt, zoals bij bestrijding van wateroverlast.

NRC Webpagina's
14 JANUARI 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JANUARI 1999