|
afleveringen KRIJGSMACHT ALLES GING OP DE SCHOP HISTORIE DISCUSSIE MATERIEEL STUDEREN IN HET LEGER MISSIES IN BUITENLAND VIER RANGEN - ÉÉN EENHEID TAKEN RANGEN VETERANEN TWEEDEHANDS BEZUINIGINGEN OPLEIDINGEN ORGANISATIES PERSONEELSSTERKTE GRAFIEKEN LINKS |
Militair, diplomaat en ritselaar tegelijk Willebrord Nieuwenhuis
OPTREDEN IN HET buitenland is langzamerhand de enige zichtbare broodwinning van de krijgsmacht. Nederland loopt graag voorop in de wereld als het om vredeshandhaving, crisisbeheersing en humanitaire hulpverlening gaat. Sinds 1992 werd aan 30 vredesmissies deelgenomen met in totaal 34.000 militairen. Maar na het drama in het Bosnische Srebrenica in juli 1995, waar 5.000 moslims onder het oog van hun Nederlandse beschermers van 'Dutchbat' door Serviers werden weggevoerd en later in groten getale vermoord, is het enthousiasme voor uitzending op Defensie wat afgenomen. Mevrouw Rehn, de speciale VN-rapporteur voor de rechten van de mens, verklaarde voor het Joegoslavie-tribunaal een jaar later dat zij zich afvroeg of ,,de Nederlanders in Srebrenica hun opdracht niet al te letterlijk hadden opgevat en hun macht niet uitsluitend voor hun eigen protectie hadden aangewend''. Nu, bij de heroverweging van de defensietaken komt ook het internationale optreden van Nederland weer aan de orde en sommige adviseurs van minister De Grave (Defensie) raden hem aan wat kritischer naar operaties in het buitenland te kijken en te zorgen dat training en opleiding in Nederland niet in gevaar komen. Vredeshandhaving is militairen niet direct op het lijf geschreven maar het is wel een opdracht die alleen militairen kunnen uitvoeren. Volgens de speciale adviseur voor militaire aangelegenheden van de secretaris-generaal van de VN, generaal-majoor Frank Van Kappen, had 'Dutchbat' een heel andere uitstraling moeten hebben: ,,Zo van schop je mij, dan schop ik terug. Dat werkt.'' Hij vroeg zich een jaar na het drama in Srebrenica af of de Nederlandse militairen wel goed genoeg waren voorbereid voor hun taak van vredeshandhaver, in zijn optiek een combinatie van militair, diplomaat en ritselaar. Zei een van de Dutchbatters enkele dagen voor het drama niet dat hij zijn opdracht in Srebrenica zag als ,,lekker lui hangen en centjes vangen''? Al ver voor Srebrenica stelde de toenmalige leider van de VVD, Frits Bolkestein, de vraag of deelname aan liefst vier vredesoperaties tegelijkertijd niet al te ambiteus was? Zou Nederland in de toekomst niet beter moeten nagaan wat het aankon, en of die vredesoperaties en humanitaire hulpverlening ook in het belang van Nederland waren, of zij pasten in ons buitenlands politieke beleid? ,,Wij hebben de ambitie om mee te tellen'', zegt Chris Sanders, directeur veiligheidszaken op het ministerie van Buitenlandse Zaken. ,,Dat betekent dat je militair iets te bieden moet hebben. Bij de NAVO en de Verenigde Naties weet men dat wij serieus zijn en onze toezeggingen ook nakomen. De klassieke verdedigingstaak eist minder van ons. De dreiging is afgenomen en de waarschuwingstijd is tegelijkertijd met vele jaren toegenomen. De operaties onder artikel vijf van de NAVO, elkaar bijstaan in tijden van opgelopen spanning, gaan meer en meer lijken op acties voor vredeshandhaving en vredesoplegging. Minder massaal, snelle inzet. Daarbij zullen aanpassingen nodig zijn maar dat gaat langzaam. Ook een mammoettanker verleg je niet snel van koers.'' Vlak na Srebrenica wilde Buitenlandse Zaken meteen gaan helpen in een andere moslimenclave, Gorazde, en enkele maanden later de Belgen helpen in Oost-Slavonie. Nederland had er volgens de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Van Mierlo in een gesprek met zijn Belgische collega weer zin in en moest en zou zich rehabiliteren. Het was net als bij een kater. De volgende ochtend hielp een goede borrel, zo vertrouwde hij zijn zuiderbuur toe. Maar Defensie was nog druk doende met de schuldvraag over het gebeurde in Srebrenica en had geen haast. Volgens de toenmalige minister van Defensie Voorhoeve stapelden de ,,onenigheden'' bij de landmacht en op het ministerie zich nog op. Achteraf was er geen schuld, werd de commandant in Srebrenica, overste Karremans, zonder medeweten van de minister gepromoveerd en mocht luitenant-generaal Couzy, bevelhebber van de Landmacht, ondanks de geldende pensioengerechtigde leeftijd nog een extra jaartje dienen. Internationaal woei de storm voorbij. Wel was er grote verwondering over het feit dat de kwestie-Srebrenica zoveel commotie bleef veroorzaken in Nederland zelf. Ook vroeg men zich af waarom de Nederlandse militairen zo vooringenomen waren en zoveel begrip hadden voor de rol van de Serviers in het conflict in Bosnie. Kregen ze dan voor hun uitzending geen geschiedenisles? Maar verder werd erkend dat de Nederlanders nu eenmaal een onmogelijke opdracht hadden. Tegenwoordig opereren Nederlandse militairen, die wat land- en luchtmacht betreft nauwelijks een militaire traditie kennen, bij buitenlandse operaties meer en meer onder Brits commando (Bosnië, Cyprus). Bij internationale oefeningen worden de inzet en het improvisatietalent van Nederlanders nogal eens geprezen (vooral het optreden van de mariniers in Cambodja en Haiti). Bij schietwedstrijden, of het nu met tanks, of artillerie of F-16's is, valt de krijgsmacht geregeld in de prijzen. Alom wordt de kwaliteit van de uitrusting en het materieel geprezen. De Nederlandse marineschepen zijn zo mooi dat ieder andere zeevarende natie jaloers is, maar vervolgens terugschrikt voor de prijs van Nederlandse werven.
|
NRC
Webpagina's
|
Bovenkant pagina |