|
afleveringen KRIJGSMACHT ALLES GING OP DE SCHOP HISTORIE DISCUSSIE MATERIEEL STUDEREN IN HET LEGER MISSIES IN BUITENLAND VIER RANGEN - ÉÉN EENHEID TAKEN RANGEN VETERANEN TWEEDEHANDS BEZUINIGINGEN OPLEIDINGEN ORGANISATIES PERSONEELSSTERKTE GRAFIEKEN LINKS |
Soldaat Michel van Broekhoven | Sergeant Erik Slingerland | Luitenant Peter van der Zande | Luitenant-kolonel Koen Gijsbers
Rang telt niet echt
Erik Slingerland (35)
,,Mijn dagen zijn altijd anders, ik weet niet wat de volgende dag mij brengt. Je leert anticiperen. Het kan zijn dat je om vier uur 's middags hoort dat je anderhalf uur later mensen moet helpen. In 1995 bijvoorbeeld toen we te horen kregen dat we de volgende dag naar Sint Maarten moesten om hulp te verlenen nadat een zware orkaan voorbij was getrokken. Vanzelfsprekend ben ik er trots op bij de genie te zitten. We hebben de naam 'de bouwvakkers van het leger' te zijn. Je zal hier niemand nutteloos op bed zien liggen. De werksfeer is ook ontzettend goed. De rang telt niet echt, iemand wordt meer gewaardeerd om zijn prestaties en de kwaliteit die hij levert. Harde dienstopdrachten komen in mijn woordenboek dan ook niet voor. Ik denk dat ik tijdens mijn 17-jarige loopbaan bij het leger pas twee keer 'en nu ben ik de baas' heb moeten zeggen. De laatste negen maanden zit ik bij logistiek. Als er bijvoorbeeld een uitzending naar Macedonie is, zorgen wij ervoor dat voertuigen, munitie, bouwmateriaal en voedsel op de boot komen. Wij voeren niet zozeer het beleid uit maar eerder de coordinatie. Met luitenant Van der Zande is er een prima contact. We hebben dezelfde functie en hetzelfde werk maar hij zit bij een zusterorganisatie. Problemen lossen we vaak samen op en soms kan ik hem helpen en andersom. Maar het is moeilijk iedereen te kennen. Het bataljon bestaat uit 900 man. Daarnaast hebben we iedere keer weer ander personeel. Zeker met alle uitzendingen. Zelf ben ik al verschillende keren uitgezonden. Het begint al een normale gang van zaken te worden. Het is niet meer het summum. Dat is voor veel soldaten wel zo. Die leven er echt naar toe. In 1996 was ik in Joegoslavie. Daar moesten we enkele kilometers wegen herstellen voor het worst-case-geval dat we ons snel moesten verplaatsen. Maar nadat de wegen opgeknapt waren, ging opeens de stadsbus weer rijden. Dan heb je echt eer van je werk als je weet dat de kinderen weer naar school kunnen en de arbeiders naar de fabriek.''
|
NRC
Webpagina's
|
Bovenkant pagina |