Controle
De procedure waaraan een sporter zich bij een
dopingcontrole moet onderwerpen, is gedetailleerd voorgeschreven en
verloopt als volgt:
A De atleet krijgt op de dag van de controle van een
dopingcontrole-official te horen dat hij daarvoor is aangewezen. Deze
oproep moet schriftelijk worden gedaan, dan wel na een mondelinge oproep
schriftelijk worden bevestigd. De sporter moet deze 'aanwijzing tot
dopingcontrole' ondertekenenen, waarmee hij verklaart dat hij ervan op
de hoogte is. Weigert hij dat, dan kan een sanctie volgen.
B Binnen een halfuur tot een uur na ontvangst van de aanwijzing moet de
sporter zich bij de dopingcontrole melden. De exacte tijd staat vermeld
op het aanwijzingsformulier. De sporter mag een begeleider en een tolk
meenemen. Bij het dopingcontrolestation moet de sporter zich
identificeren en krijgt hij uitleg over de procedure.
C Om het produceren van urine te stimuleren mag de sporter (verzegelde)
drankjes drinken die in het controlestation klaar staan. Als hij tot
urineren in staat is, kiest de atleet een voorverpakte opvangbeker.
Onder toezicht van een dopingofficial pleegt hij vervolgens een plas. De
official mag hem vragen zoveel kleding te verwijderen als nodig is om te
controleren dat de sporter de urine zelf produceert en het plasje niet
bijvoorbeeld uit een plastic peertje onder de oksel spuit.
D Zodra de sporter de gewenste hoeveelheid urine heeft afgescheiden,
meestal zo'n 70 milliliter, moet hij zelf een set van twee voorverpakte
en genummerde flesjes en labels kiezen. In aanwezigheid van de atleet
wordt het grootste deel van de urine uit de opvangbeker over de twee
flesjes verdeeld. Daarna worden ze gesloten en verzegeld. Sporters wordt
aangeraden de flesjes even om te keren om te controleren of er geen
urine uitloopt.
E De dopingcontroleur bepaalt van de urine die in de opvangbeker is
achtergebleven de zuurgraad (pH) en het soortelijk gewicht. Dit gebeurt
om vast te stellen of de geproduceerde urine geschikt is voor verder
onderzoek in een dopinglaboratorium.
F De controleur vult het dopingcontroleformulier in. De sporter krijgt
hierop de gelegenheid kenbaar te maken of hij medicijnen heeft gebruikt.
Is dat het geval, dan is een medische verklaring van de behandelende
arts aan te bevelen. Vervolgens krijgen de sporter en zijn eventuele
begeleider de gelegenheid de invulling van het formulier te controleren.
G Nog steeds in aanwezigheid van de sporter worden de twee urinemonsters
ingepakt en in een tas gedaan die wordt verzegeld. Ze kunnen nu voor
onderzoek naar een laboratorium worden gestuurd.
H Tot slot moeten de sporter en zijn begeleider het
dopingcontroleformulier ondertekenen. Als ze klachten hebben over de
gevolgde procedure, dan kunnen ze dat op het formulier laten weten. Zo
niet, dan verklaren ze dat de controle correct is uitgevoerd. In beide
gevallen moeten ze het formulier van hun handtekening voorzien. Een
weigering kan tot sancties leiden. Het ondertekende formulier gaat naar
de desbetreffende sportbond; de sporter krijgt een kopie mee.
|