Overzicht eerdere
afleveringen
DOPING
ONGELIJKE STRIJD
DDR
LABORATORIUM
CREATINE
BODYBUILDING
AFFAIRES
VERBODEN
BLOEDCONTROLE
CONTROLE
OUD-SPORTERS
NECEDO
ILLEGALE HANDEL
STRAFFEN
CONFERENTIE
GRAFIEKEN LINKS
|
Snuivende, spuitende en pruimende sporters
Affaires
Jaap Bloembergen
De dopinggeschiedenis is zo oud als de
sport zelf. In de oudheid gebruikten de Grieken magische kruiden om hun
prestaties te bevorderen. In de meer recente geschiedenis hebben
sporthelden als Ben Johnson en Diego Maradona zich bezondigd aan
verboden middelen.
TOM SIMPSON, 1967
| De wielrenner Tom Simpson, gesneuveld op de Mont Ventoux in de Tour de France van 1967. (Foto Presse-Sports) | De Engelse wielrenner Tom Simpson begon op 13 juli in
de Tour de France aan de beklimming van de Mont Ventoux. De temperatuur
steeg aan het eind van de dertiende etappe naar het kookpunt, toen
Simpson enkele kilometers onder de top tegen het asfalt kwakte. Een paar
minuten later raakte hij bewusteloos. Enkele uren later kwam het bericht
dat hij was overleden. Tour-directeur Felix Levitan werd uitgescholden
voor moordenaar, omdat hij het zware parcours had samengesteld. In het
shirt van Simpson werden vier ampullen gevonden, één
daarvan bevatte een stimulerend middel. Nader onderzoek wees uit dat
Simpson is overleden aan een combinatie van hitte, amfetamine en
alcohol. Hij had een glaasje cognac gedronken, voordat hij de berg
besteeg. Na zijn dood werden de dopingcontroles verscherpt. Wielerhelden
als Eddy Merckx, Joop Zoetemelk, Pedro Delgado en Gert-Jan Theunisse
werden een of meerdere malen positief bevonden.
BEN JOHNSON, 1988
| Ben Johnson finisht als eerste op de 100 meter bij de Olympische Spelen van 1988. (Foto Omnipres) | Het onwaarschijnlijke sprintrecord (9,79) van de
Canadese atleet Ben Johnson stond slechts één dag in de
boeken. Tijdens de dopingcontrole bij de Olympische Spelen van Seoel
werden in zijn urine sporen van anabole steroïden gevonden. Het
nieuws was schokkend maar niet verrassend. De spierbundels van de ranke
atleet hadden in de loop der jaren extreme vormen aangenomen. De bazen
van het IOC probeerden de affaire-Johnson in de doofpot te stoppen. Maar
de Belgische prins De Merode, voorzitter van de dopingcommissie, was
onverbiddelijk. ,,Zonder ethiek is de sport gedoemd zichzelf te
vernietigen.'' Volgens een begeleider van Johnson heeft zijn pupil op
menselijke wijze gehandeld. ,,De roem is te zoet en de dollars zijn te
machtig.'' Als schrale troost werd Johnson door de Canadese krant La
Presse tot sportman van het jaar gekozen. Volgens de eervolle vermelding
had hij een taboe doorbroken.
NIKOLAI GOELJAJEV, 1988 Tijdens een trainingskamp in Innsbruck werd
Nikolaj Goeljajev ontmaskerd als drugssmokkelaar. De Russische schaatser
vroeg zijn Noorse collega Björn Nyland of hij een pakketje voor
diens landgenoot Stein-Olav Krosby wilde meenemen. Nyland kreeg argwaan
en besloot zijn coach te informeren. Ze openden het pakketje en vonden
zeven doordrukstrips van Russische makelij. Onderzoek wees uit dat
Goeljajev regelmatig anabole steroïden verstrekte aan Krosby, in
ruil voor dollars. De Noorse schaatsbond wenste een zware straf voor
Goeljajev, maar de internationale schaatsunie ISU kon alleen
dopingzondaars en geen dopinghandelaren uitsluiten. Een maand later won
Goeljajev een gouden medaille in Calgary. De geschorste Krosby werd
tijdens zijn militaire dienst voor straf regelmatig naar de Noordpool
gestuurd.
DIEGO MARADONA, 1994 De beste voetballer van de jaren tachtig keerde
tijdelijk terug op het hoogste podium bij het WK in de Verenigde Staten.
De Argentijn Diego Maradona maakte behalve een flitsende ook een
opgefokte indruk. Zo rende hij na zijn fraaie treffer tegen Griekenland
als een dolleman naar een tv-camera aan de zijlijn. Een paar dagen later
werd Maradona betrapt op het gebruik van cocaïne. Deze affaire
ontkrachtte de stelling dat voetballers geen doping gebruiken. De
voormalige Duitse doelman Toni Schumacher had in zijn bestseller Der
Anpfiff dit wijdverbreide misverstand al eerder aan de kaak gesteld. In
Duitsland ,,rijden de spelers bijna dagelijks naar de apotheek om hun
conditie op peil te houden'', schreef Schumacher in 1987. ,,Sommige
internationals waren kampioenen in dopinggebruik. Naast de pillen
regende het injecties.''
MATS WILANDER, 1996 De rentree van de Zweedse tennisser Mats Wilander
ging gepaard met een unieke dopingzaak. Wilander werd samen met zijn
Tsjechische dubbelpartner Karel Novacek betrapt op het gebruik van
cocaïne. De tenniswereld reageerde verdeeld op het precedent.
Snuiven helpt niet, zeiden de meeste ingewijden. De Duitse sterspeler
Boris Becker had al eerder gewaarschuwd voor dopinggebruik. Hij trok de
opvallende prestatiereeks van de Oostenrijker Thomas Muster openlijk in
twijfel. Op last van de internationale tennisbestuurders moest Becker
zijn suggestieve opmerkingen inslikken. Muster wist van niets. ,,Ben ik
soms verdacht omdat ik een grotere longinhoud heb dan de anderen?''
Volgens de Amerikaanse tv-commentator en oud-tennisser John McEnroe is
doping gemeengoed bij tennis. ,,Wie denkt dat anabole steroïden in
het tennis niet bestaan, bedriegt zichzelf.'' MICHELLE SMITH, 1998 De
Ierse zwemster Michelle Smith, olympisch kampioene, bevindt zich in
vertrouwd gezelschap. Vijf jaar nadat haar Nederlandse echtgenoot Erik
de Bruin voor vier jaar werd geschorst wegens dopinggebruik bij het
discuswerpen, kreeg zij een soortgelijke straf. Ze heeft misschien niet
gebruikt, maar ze heeft wel de controles gemanipuleerd, volgens het
rapport van de dopingcommissie. Ze zou alcohol aan haar urine hebben
toegevoegd. Smith ontkent elke betrokkenheid, ze heeft intussen een
arbitragezaak aangespannen en maakt een goede kans te worden
vrijgesproken. Er zijn procedurele fouten gemaakt tijdens het onderzoek
in Dublin.
De zaak-Smith is een uitvloeisel van de strengere controles door de
internationale zwembond FINA. Begin dit jaar werd de Chinese zwemster
Yuan Yuan aan de vooravond van het WK aangehouden op het vliegveld van
Sydney. Zij vervoerde groeihormonen in een thermosfles. Vier andere
Chinese deelneemsters werden later met dezelfde producten aangetroffen.
MARK MCWIRE, 1998 De jubelstemming over het homerunrecord dat de
Amerikaanse honkballer Mark McWire vorige week vestigde, oversteeg de
geruchtenstroom over zijn dopinggebruik. Hij heeft openlijk toegegeven
dat hij zijn omvangrijke biceps (omtrek van 50 centimeter) voor een deel
te danken heeft aan anabole steroïden. Hij kan dit gemakkelijk
zeggen, omdat de Amerikaanse honkbalbond minder strenge regels hanteert
dan het IOC. 'De sporter is zelf verantwoordelijk voor zijn gezondheid',
luidt de visie in de Verenigde Staten. Daarom is het niet verwonderlijk
dat Ben Johnson zo gewild was bij de eigenaren van de Amerikaanse
footballclubs. Zij hielden geen rekening met zijn achtergrond als
dopingzondaar.
In Nederland begint de honkbalbond komend weekeinde met gerichte
dopingcontroles. Voorlopig worden de spelers alleen geassocieerd met het
kauwen van pruimtabak. Volgens een Rotterdamse sigarenboer verkoopt hij
deze (onschuldige) vorm van verslaving alleen tijdens het jaarlijkse
honkbaltoernooi in de havenstad. ,,Niemand wil pruimtabak, behalve die
rare honkballers.''
|
NRC
Webpagina's
17 SEPTEMBER 1998
|