|
Digitaal Dagboek Dag 10 - zondag 24 september 2000 Zondag is mijn debuut bij de wedstrijden van de Spelen. Na de eerste kennismaking in het Holland House met de daverende huldiging van de zwemploeg, nu op naar de wedstrijden. Om half zeven op, want we moeten naar de roeibaan in Lake Penrith, die veertig kilometer van het centrum van Sydney ligt. De meest afgelegen van deze overigens compacte Spelen. Ze worden binnen een voor OS redelijke afstand gehouden. Dat moet ook wel, anders neemt het vervoer veel te veel tijd in beslag. Zou ik vandaag de eerste gouden medaille live meemaken? Vooral van de dames acht heb ik wel hoge verwachtingen, ook al weet je dat nooit zeker. Ze hebben als acht hier in Sydney maar één wedstrijd geroeid en dat was nauwelijks serieus te noemen, want van de zeven deelnemende achten gingen er zes over naar de finale. Dat zegt niets meer als de finale echt van start gaat, want dan zijn er alleen maar topteams. De Nederlandse dames doen prima mee, maar al snel is duidelijk dat een eerste plaats er niet in zit. Ze leveren een verwoed gevecht om de tweede plaats en winnen dat uiteindelijk. Ik sta juichend langs de kant. Wat zouden ze zelf diep in hun hart verwacht hebben? Een topsporter weet vaak precies hoe hij ervoor staat. Wat dat betreft is het niet anders dan in de politiek. Als je heel goed weet waar je op aan koerst, weet je vaak ook wel hoe ver je bent en hoe groot je kansen zijn. Het eerste zilver is binnen. De dubbelvier van de heren wint bij het roeien ook zilver. Op een groot scherm bij de tribune aan de finish kun je het verloop volgen. Ze bouwen hun race heel goed op, beginnen wat achteraan, maar je ziet ze plaats na plaats winnen. Tactiek en wedstrijdinzicht en een goede verdeling van de krachten zijn kennelijk ook bij het roeien heel belangrijk, waar je als buitenstaander wellicht denkt dat het louter op spierkracht aan komt. Een Australische meneer voor mij op de tribune bevestigt dat de Hollanders slow starters zijn, maar met een sterke finish. Van de roeibaan, die noordwestelijk van Sydney ligt, snel naar het honkbal. Het is de laatste honkbalwedstrijd van het Nederlands team, tegen de Europese aartsrivaal Italie. Nederland had uitzicht op een plek bij de laatste vier na verrassende overwinningen op Australie en titelhouder Cuba, maar verloor knullig van Zuid-Afrika. De wedstrijd tegen Italie gaat dus alleen nog om de traditionele rivaliteit. Nederland komt snel voor met 2-0 in de eerste inning. Uiteindelijk winnen we met 3-2, Nederland pitchet goed. De laatste werper heeft stalen zenuwen als de Italianen in de tweede helft van de negende inning nog mensen op de honken hebben. Bij toeval krijg ik de laatste bal van de wedstrijd in mijn handen nadat die in het publiek is geworpen. Een bal met het logo van de spelen erop, een fraai aandenken. Maar zonder handtekening is hij niet compleet; als een echte supporter moet ik die zien te krijgen. Daar tekent uiteindelijk Rik Faneyte, één van de ervaren profs uit de Amerikaanse competitie. Faneyte is net als Robert Eenhoorn (ex-New York Yankees) een fenomeen in het Nederlandse honkbal. Als hij mij vraagt waarom ik juist zijn handtekening wil moet ik bekennen, dat hij de enige bij mij echt bekende honkballer is. We verlaten het honkbalstadion voor de rit naar het mountainbiken, naar de derde wedstrijd die we vandaag gaan bezoeken. Als we aankomen ligt Bas van Dooren op de vierde plek, hij moet dan de laatste ronde in. Minder dan een halve minuut achter nummer drie. Op de tribune wordt vol spanning naar het grote scherm gekeken, waar niet erg veel van de koers is te zien, alleen de Franse nummer 1 is veel in beeld. Als de renners een voor een binnenkomen zit Bas van Dooren er niet bij. De tijd verstrijkt zodat duidelijk wordt dat er iets gebeurd moet zijn. Wat weten we niet. Later blijkt dat hij veel risico's genomen heeft in een steile afdaling en een lekke band heeft gekregen. Van Dooren en Brentjens eindigen op 11 en 12. Van het wielerparkoers nog snel even naar het Holland House in Darling Harbour, hartje Sydney. Een unieke plek, direct grenzend aan het maritiem museum, met een replica van het VOC-schip de Batavia aan de kade aangemeerd. Het House verdrinkt in de nabijheid van het gigantische museum, maar eenmaal binnen is het toch weer groots. Er zijn meer landen die zo'n centrale 'zoete inval' hebben, maar Nederland steekt er in bekendheid met kop en schouder boven uit. Deze zondag is in zelfs voor Australische begrippen in deze vroege lente (want dat is het hier) ook wel erg zonnig. De temperatuur moet achter in de twintig graden zijn. Ik draag de oranje leeuw, eigenlijk van het EK voetbal, mee op mijn rugtas. Oranje is toch een soort geuzenkleur geworden, hier in Sydney. Op straat, zeker in Darling Harbour aan de haven, zie je ook veel oranje. Als Oranje een exportprodukt is, dan laten we dat hier weer heel erg goed zien. Ik laat me vertellen dat zelfs Australiers zich in oranje hullen, om erbij te horen bij de festiviteiten 's avonds in het Holland House. Bij de huldiging gisteren van de zwemmers moesten 's middags al mensen geweigerd worden. Even naar het hotel voor een korte adempauze. Snel een warm bad. 's Avonds wacht ons een diner van NOC*NSF, niet in het centrum van Sydney, maar aan de overkant van Port Jackson, in een restaurant aan het water. Aangezien ons hotel ook aan het water ligt, leek het mijn dubbeltwee zonder stuurman een goed idee met de watertaxi te gaan. Veel sneller. We zullen het weten. Alsof er wereldrecord op het spel staat voor een demonstratiesport, zo racet onze kapitein, met zijn overigens deels open boot, over het water. Annemarie Jorritsma en ik gaan achter in de boot zitten en dat blijkt een verkeerde keus te zijn. De golven bieden zoveel tegenspel dat het een ritje vervaarlijk stuiteren wordt; en met enige regelmaat komt er een golf naar binnen. Annemarie heeft net haar haar geföhned, maar dat had dus niet gehoeven. Wind en water doen de rest. We racen onder Sydney Harbour Bridge door, op weg naar een onzekere toekomst. Die blijkt een kwartier later gelukkig te liggen in een prima visrestaurant. Bij het diner van NOC*NSF zijn veel bestuursleden van de sportkoepel, de ambassadeur, IOC-lid Anton Geesink en een VWS-vertegenwoordiging waar inmiddels ook secretaris-generaal Roel Bekker deel van uitmaakt, en ook twee van de drie leden van het team de mission aanwezig. Het gaat er informeel aan toe. Weinig te klagen, want het gaat sportief zo goed. Blankert houdt een geestige speech, ook al is zijn ondertoon altijd serieus, altijd vanuit een boodschap redenerend. Hij merkt op dat we vandaag, de eerste dag dat de bewindslieden er zijn, "alleen maar" zilver hebben gewonnen. Ook geeft hij duidelijk aan dat de sport de opgaande lijn wil doortrekken naar de Spelen van 2004 in Athene. En dat ze daar ook inbreng van de overheid voor verwacht. Terwijl ook NOC*NSF haar huiswerk doet. We moeten deze week maar eens praten. Iedereen in het Nederlandse kamp is begeesterd van deze Spelen; maar beseft tegelijkertijd dat het morgen weer hard werken wordt om het niveau te verbeteren en andere landen, die ook niet stil blijven staan, weer voor te blijven. Engeland dat vier jaar geleden desastreuze spelen had heeft 300 miljoen Britse pond in de sport geinvesteerd, maar Nederland staat in Sydney totnutoe boven hen in het medailleklassement. Nog even naar het Holland House voor de huldiging van de roeiers. Weer een prachtige happening. Samen maken we het programma voor morgen. Het is weer laat voordat ik terug ben in het hotel. Van de jetlag nog niet veel gemerkt. Blijkbaar krijg je veel energie van deze prachtige ervaringen.
|
NRC Webpagina's 24 september 2000
Tijdens de Olympische Spelen zal staatssecretaris M. Vliegenthart van Sport voor NRC Handelsblad een dagboek bijhouden.
Dagboek 23 september
|
Bovenkant pagina |
|