|
Digitaal Dagboek Dag 8 - vrijdag 22 september 2000 Eindelijk down under, bijna althans. Als u dit leest zitten vice-premier Annemarie Jorritsma en ik op 10.000 meter hoogte, op weg naar Sydney. Ik heb de hele week de kriebels gehad. Dat is al een paar dagen voor de Spelen begonnen toen de aparte Teletekst-pagina's op tv verschenen, 800 en verder. Internet is prachtig, maar het meest heb ik de afgelopen week aan Teletekst gehad; de stille momentjes gebruikte ik om van uitslag naar uitslag te zappen. Een dag als vandaag kan dat niet anders, want na een slopend tweedaags debat in de Tweede Kamer moet ik snel de laatste spullen inpakken, gelukkig had ik al veel gedaan. Ik zie toch nog weer meer flitsen dan gedacht. Bij de algemene beschouwingen voert namens het kabinet alleen de premier, Wim Kok, het woord. In die zin heb je het gemakkelijk. Maar achterover leunen is er niet bij. Deze dagen moet je actief achter de schermen bewegen voor je eigen beleidsterreinen. Ook de beantwoording van de minister president vraagt de nodige aandacht, want er is veel aandacht voor de zorg. Ik ben niet ontevreden. De Kamer vraagt om extra geld voor dak- en thuislozen en mn zwerfjongeren, opleiding huisartsen, scholing in de verpleging en verzorging, jeugdzorg. Met name met dat laatste ben ik blij. Ik ben in gesprek met provincies -die verantwoordelijk zijn voor de voorzieningen voor jeugdzorg- om knelpunten op te lossen . Het is mooi als je dan wel geld mee kunt brengen. Er is bij hen ook bereidheid om te praten over de bijdrage die de provincies kunnen leveren. De week weg betekent dat het nu ambtelijk voorbereid moet worden, maar ik hoop dat we snel weer met de sector om tafel kunnen gaan zitten. Ook voor de sport zit er wat in het vat. Dat brengen wij mee naar Sydney. Een motie van D66 mede namens de coalitiepartners PvdA en VVD spreekt uit dat als er aan het eind van het jaar geld overblijft, er via een eenmalig bedrag geinvesteerd moet worden in bepaalde sectoren, waaronder de sport. We zullen dus in gesprek moeten mn over een interessant voorstel "sport digitaal" om sportverenigingen te ondersteunen met ICT ten behoeve van hun organisatie en administratie. We zullen in Sydney ook nog verder praten over het evenementenbeleid en de accomodaties. Voor mij gaat het erom dat we eerst duidelijkheid hebben over het gewenste beleid en de verantwoordelijkheden die de georganiseerde sport zelf wil nemen en dan kijken welke bijdrage van de overheid nodig is om dat proces te faciliteren. De sport dendert ondertussen door in Sydney. De hockeydames plaatsen zich voor de finaleronde, voor mij persoonlijk een hele opluchting. De honkballers verliezen van Zuid-Korea, maar hebben nog twee wedstrijden voor de boeg. Misschien halen ze de halve finales, maar ook zonder dat blijft hun overwinning op Cuba historisch. Op Teletekst zie ik dat de zeilers nog steeds niet echt op dreef zijn. Ze wonen al anderhalf jaar in Sydney, het water moeten ze dus kennen, zou je zeggen. Zelfs Margriet Matthijsse, zo lang superieur, lijkt het zicht op een medaille te verliezen. Voor mij uit het niets staat een kleiduivenschutter Gijs van Beek op die ineens kans op een medaille heeft. Prachtig. De Volkskrant heeft speciaal een verslaggever "kleine" sporten afgevaardigd naar Sydney, maar die is snel bekeerd: nu hij het handboogschieten heeft gezien en het succes van Van Alten, wil hij nooit meer naar darts kijken. Helaas is de ploeg uitgeschakeld. Alle kranten besteden aandacht aan de woede-uitval van Rein-Jan van den Hoogenband, ploegarts en 'vader van'. Hij is de beschuldigingen over vermeend dopinggebruik door met name Inge de Bruijn meer dan zat. Het zijn vooral de Amerikanen die verdachtmakingen uiten. Van den Hoogenband senior: "Controles in Amerika stellen niks voor of kunnen door geldgebrek niet plaatsvinden", zo kaatst hij de bal terug. Op TV zie ik het interview met de Amerikaanse coach die ontkent dat hij de Nederlanders beschuldigd heeft, maar toch blijft de suggestie een beetje hangen. Ik begrijp die woede van de nederlanders en het lijkt me ook terecht. Al voor de Spelen van 1996 in Atlanta deelden de Amerikanen mee dat ze geen geld hadden voor dopingcontroles. De sportbonden waren aan de bedelstaf, zo heette het. Voor het rijkste land van de wereld bepaald geen geloofwaardige opstelling. Ondertussen zijn de Nederlandse zwemmers en zwemsters voor en tijdens de Spelen ontzettend vaak gecontroleerd. Inge de Bruijn kon vanaf het vliegtuig direct naar de polikliniek. De zwemmers nemen dat professioneel op; geen onvertogen woord, ook al zullen ze inwendig weleens vloeken omdat ze het idee hebben extra in de gaten gehouden te worden. Als je niets te verbergen hebt, moet je daar boven staan. De afgelopen tijd heb ik redelijk veel interviews met en verhalen over Inge de Bruijn gelezen. Twee dingen vielen me op: ze is een paar jaar geleden uit de ploeg gezet omdat ze niet hard genoeg trainde en in Amerika ondergaat ze bij Paul Bergen een Spartaans regime. Voor mij betekent dat dat als Inge wel hard traint en nog Spartaans ook bovendien, dat het niet verwonderlijk is dat ze superieure prestaties neerzet. Fietsen en lopen, dat deden zwemmers niet; Inge doet het wel en ze heeft er baat bij. Krachttraining tot ze erbij neervalt. Lange, eenzame dagen in Amerika, trainen, alsmaar trainen. Het lijkt erop dat ze naast haar grote talent ook gewoon meer en betere trainingsarbeid verricht dan haar tegenstandsters. Zo uitzonderlijk is dat niet, want hoe lacherig werd er niet gedaan toen pakweg 25 jaar geleden kracht- en looptraining in het voetbal werd ingevoerd? Nu is dat heel gewoon, maar toen kregen de voetballers gewoon iets extra's. Zo gaat het bij tal van sporten. Begeleiding, training, ondersteuning, het komt aan op alle details om een topprestatie te leveren. Maar de basis is en blijft: meer en harder trainen dan de concurrent. Waar staat immers geschreven dat je in de sport niet Spartaans mag trainen? Maar haar sociale ontwikkeling lijkt mij daar zeker niet onder te lijden. Thuis zie ik nog net het begin van de waterpolodames in hun halve finale tegen de Verenigde Staten. Ze komen met 1-3 achter, maar halen op tot 3-3. De ploeg speelt niet zo goed als ze gewend zijn; dat zal ook met spanning te maken hebben. In de poulewedstrijd verloren we van Amerika en ze zijn bovendien wereldkampioen. De wedstrijd wordt onderbroken voor de finale 50 meter vrij met Pieter van den Hoogenband. De koffers staan inmiddels achter in de auto en Fred mijn chauffeur kijkt mee naar de finale. Het is wederom spannend, Pieter is trager van start dan de anderen, komt dicht bij en mist slechts op vijfhonderdste seconde zijn derde goud. Zijn vierde medaille is nu brons. Het waterpolo volgen we vanuit de auto. Het lukt de dames niet om de finale te halen. Jammer. Nu gaan we op voor brons tegen Rusland. Dat moet lukken, want ons land heeft niet voor niets de grootste waterpolocompetitie van de wereld! Op Schiphol is er weer een TV. Veel atletiek. Dat vind ik een prachtige sport, de moeder van de andere sporten. De Nederlandse atleten hebben de grote vorm nog niet laten zien in de aanloop naar de spelen. Maar ik hoop dat ze de komende dagen toch een mooie prestatie neerzetten. In de herhaling pak ik ook het zoveelste wereldrecord van Inge nog mee, waarmee ze naar de finale 50 vrij gaat. Fantastisch! We gaan nu met het dagboek even de lucht uit, of beter gezegd in.
|
NRC Webpagina's 22 september 2000
Tijdens de Olympische Spelen zal staatssecretaris M. Vliegenthart van Sport voor NRC Handelsblad een dagboek bijhouden.
Dagboek 21 september
|
Bovenkant pagina |
|