Een drieluik van herinnering en dood
De herinnering
Het is zo lang geleden
Dat het vergeten had moeten zijn,
Het is zo vers
Als een voetstap in het gras,
Als rook die wegtrekt uit een open raam,
Dauw die druppelt langs gewas
Door aarde en stof,
Een gedachte
Die er niet meer was.
De Styx
Men moet de muizen
Bij het lijk vandaan houden,
De kat op het spek binden.
Ich bin auch ein Toradje!
Bonthandelaar Kelly
Bevaart de Missouri,
Zijn halfbloed zoon
Droomt van Eurydice.
De weerspiegeling,
Een dubbelbeeld
Van leven dat verglijdt.
De winterslaap
Als de sneeuw niet meer
Smelten wil,
Een boterham met dubbel jam
De mond niet opent,
-een oog kijkt eerder scheel
naar een gebroken ruit
Dan hangt men lakens voor het raam,
De kille bloedsomloop
Zakt naar de modder,
Er is geen wakker worden aan.
Jan Wolkers