U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
   V O O R P A G I N A
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORT NIEUWS  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

S c h a k e l s
NIOD

Tegoeden Tweede Wereldoorlog van het ministerie van Financiën

Centraal Joods Overleg


Rijk schoot tekort, betaling aan joden

Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 27 JAN. De commissie- Van Kemenade vindt dat de Nederlandse overheid bij de teruggave van geroofd joods bezit is "tekortgeschoten". Daarom is een "financiële tegemoetkoming" van 250 miljoen gulden "redelijk en billijk".

Dat schrijft de commissie-Van Kemenade in het vandaag verschenen rapport Roof en Rechtsherstel, dat is gemaakt in opdracht van de Nederlandse regering. Het kabinet vergadert morgen over het advies van de Contactgroep Tegoeden WO II, zoals de commissie formeel heet. Premier Kok heeft gisteren in Stockholm al aangegeven de "kille" ontvangst van joodse overlevenden "te betreuren", maar excuses niet nodig te vinden.

De commissie-Van Kemenade is de belangrijkste van de commissies die vanaf 1996 onderzoek hebben gedaan naar de roof en de teruggave van joods bezit. Rapporten van de commissies-Kordes, Scholten en Ekkart zijn verwerkt in het rapport-Van Kemenade. Zowel Kordes als Scholten constateerde dat de overheid na de oorlog te weinig oog had voor het leed van joodse oorlogsslachtoffers.

Van Kemenade vindt dat het naoorlogs rechtsherstel in het algemeen rechtmatig is geweest, met uitzondering van de teruggave van de gestolen effecten. Wel vindt Van Kemenade dat het rechtsherstel moeizaam op gang is gekomen. "Overheid en samenleving werden na 1945 kennelijk meer in beslag genomen door algemeen nationale belangen, zoals de wederopbouw van het land (...) dan dat zij oog hadden voor een spoedig rechtsherstel", schrijft Van Kemenade. In enkele gevallen noemt Van Kemenade, evenals Kordes en Scholten, het overheidsoptreden "onbillijk" of "onrechtvaardig". Dat betreft de betalingen door de joodse gemeenschap voor de kampen in Vught en Westerbork, het berekenen van administratiekosten bij de teruggave van bezittingen en de extra succesierechten op joodse nalatenschappen die de staat inde. De historicus Aalders becijferde deze week dat de staat hierdoor bijna 40 miljoen gulden extra incasseerde, maar Van Kemenade wijst erop dat extra betalingen aan successierechten werden gecomponseerd door kwijtschelding of belastingvermindering.

Van Kemenade meent dat niet te bepalen is hoeveel geld de overheid ten onrechte heeft opgestreken. Een schadevergoeding vindt Van Kemenade niet op plaats, een "tegemoeting" wel. Een bedrag van 250 miljoen gulden lijkt de commissie daarbij "redelijk en billijk", naast een ruiterlijke erkenning van fouten en tekortkomingen. Het geld moet niet individueel worden uitgekeerd, maar kan worden gestort in een fonds voor de joodse gemeenschap.


Zie ook:

'Spijtbetuiging zou passend zijn' (27 januari 2000)
Joodse erfenissen onvoldoende vergoed (26 januari 2000)
Overheid verdiende aan ellende holocaust (25 januari 2000)
Staat inde te veel geld na holocaust (25 januari 2000)
Zwarte bladzijde over de beurs (16 december 1999)
Onenigheid over financiële compensatie joden (10 november 1999)
Akkoord over joodse polissen (9 november 1999)
Banken boekten winst met joodse effecten (8 mei 1999)

NRC Webpagina's
27 JANUARI 2000


( a d v e r t e n t i e s )

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)