NRC Handelsblad Profiel WAO
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


WAO
'HET ZIT FOUT TUSSEN DE OREN'
GESCHIEDENIS
POLITIEK
PLAN HOOGERVORST
PARTIJEN
SOCIALE PARTNERS
REÏNTEGRATIE
KEURING
STAP VOOR STAP
STRESS
INTERVIEWS
BIJ DE RECHTER
ORGANISATIES
UITKERINGEN
RAAD VAN BEROEP
VROUWEN
GRAFIEKEN

Het zit fout tussen de oren

Een waslijst aan maatregelen is de afgelopen jaren genomen om het aantal WAO'ers terug te dringen. Ogenschijnlijk zonder resultaat. Met zieke werknemers gaat het al mis voordat zij in de WAO komen.

Jutta Chorus en Joke Mat
NEDERLAND IS wereldkampioen arbeidsongeschikten. We hebben er 900.000, onvergelijkbaar veel meer dan de omringende landen. Als Nederland relatief even veel WAO'ers had als Duitsland, zouden het er 280.000 zijn. Dat hoge aantal leidde aan het begin van dit decennium tot de WAO-crisis en dat bijna even hoge aantal leidt negen jaar later tot een nieuw golfje van paniek. Toch heeft zich tussen toen en nu een revolutie voltrokken.

Arbeidsongeschikten werden massaal herkeurd en in veel gevallen weer de arbeidsmarkt opgestuurd. Aan de WAO verslaafde sociale partners zijn gedwongen afgekickt. De overheid privatiseerde de Ziektewet en schoof de rekening voor het eerste ziektejaar door naar de werkgevers. Aanvankelijk leken deze maatregelen te werken. Drie jaar lang daalde het aantal WAO'ers. Tot twee jaar geleden. Wat ging er mis?

De Nederlandse Wet op de arbeidsongeschiktheid is uniek in de wereld. De oorzaak van de aandoening - of die thuis of op het werk is opgelopen - heeft geen invloed op de uitkering. Verder wordt de WAO'er in principe niet volledig afgekeurd, maar voor een bepaald percentage. Daarvoor krijgt hij een uitkering, een tijdelijke subsidie om rond te kunnen komen van zijn lagere salaris.

Zo is de theorie. Maar de praktijk is van het begin af anders geweest. Terwijl de politiek toekeek, ontwikkelde de WAO zich in de jaren zeventig en tachtig tot riante afvloeiingsregeling. Wilde een werkgever iemand kwijt, om welke reden ook, dan loodste hij hem naar de WAO. Ook een werknemer die nog tot enig werk in staat was, ontving in de meeste gevallen het volle pond. In twintig jaar verzevenvoudigde het aantal arbeidsongeschikten.

Pas in de loop van de jaren tachtig volgden de eerste politieke ingrepen. Althans, pogingen daartoe. De uitvoerende instanties, bolwerken van de sociale partners die toezicht hielden en keuringen verrichtten, legden nieuwe richtlijnen eenvoudig naast zich neer. De WAO was immuun geworden voor politieke bemoeienis.

In de rampzalige `WAO-zomer' van 1991 steeg het aantal arbeidsongeschikten tot boven de 900.000. Politici verbonden hun lot aan zoveel zieken en namen drastische maatregelen. Jonge werknemers die arbeidsongeschikt raakten kregen een veel lagere uitkering. Maximaal om de drie jaar zou herkeuring plaatshebben volgens een nieuw, strenger criterium. De arbeidsongeschiktheid moest rechtstreeks en objectief uit de aandoening voortvloeien. Dan zou er een einde komen aan vage psychische klachten en lage rugpijn.

Iedereen onder de vijftig die al een WAO-uitkering had, zou volgens het nieuwe criterium worden herkeurd. Bij de beoordeling was het vroegere beroep niet langer van belang. Het ging erom welke `algemeen geaccepteerde' arbeid de WAO'er nog kon verrichten. Zo'n 335.000 arbeidsongeschikten tussen de 35 en 45 jaar werden tussen 1994 en 1998 herkeurd.

Ook voor de werkgevers werd de WAO minder aantrekkelijk. Naast de verplichting in het eerste ziektejaar 70 procent van het loon door te betalen, kregen zij vorig jaar te maken met `premie-differentiatie'. Hoe meer arbeidsongeschikten een bedrijf telt, hoe hoger de WAO-premie zal zijn die de werkgever moet betalen. Bovendien moet elke werkgever sinds vorig jaar een contract hebben met een arbodienst, een bedrijf dat zieke werknemers begeleidt en de arbeidsomstandigheden verbetert. De arbodiensten, zo was het idee, zouden voorkomen dat zieke werknemers ooit de WAO bereikten.

Weer bleek de praktijk weerbarstig. Keuringsartsen gingen op aandringen van de Tweede Kamer, overstelpt met noodkreten van `schrijnende gevallen', al gauw weer soepeler keuren. Oudere werknemers werden ontzien, vage klachten weer serieus genomen. De lagere WAO-uitkering, het `WAO-gat', werd voor het overgrote deel van de werknemers gecompenseerd in CAO's. Volgens econoom L. Aarts, die in 1990 met zijn collega Ph. de Jong promoveerde op de WAO, hebben werknemers er nog steeds te weinig belang bij snel weer aan het werk te gaan. ,,Ze krijgen gewoon de volledige uitkering betaald.''

De werkgevers deden min of meer hetzelfde. Zij sloten op grote schaal `verzuimverzekeringen' af tegen de ziektekosten in het eerste jaar en `premiedempingsverzekeringen' tegen de hogere WAO-premie. Het verplichte contract met de arbodienst bleef veelal beperkt tot een zogenoemd `tientjespakket', de afspraak dat een bedrijfsarts van de arbodienst een zieke na enkele dagen zou controleren. Begeleiding van langdurig zieken bleef uit, terwijl juist zij het grootste risico lopen in de WAO terecht te komen. De arbodiensten, commerciele bedrijven met grote onderlinge concurrentie, gingen niet tegen de werkgevers in. Dan konden ze naar hun contract fluiten.

Na een aanvankelijke daling van het aantal arbeidsongeschikten hadden de maatregelen uiteindelijk weinig effect op de WAO-statistiek. Uit de meest recente cijfers blijkt dat het aantal nieuwe WAO'ers vorig jaar nauwelijks lager was dan in 1991. Ook het aandeel van gedeeltelijk ten opzichte van volledig arbeidsongeschikten is vrijwel niet gestegen. Vorig jaar gingen meer mensen met psychische klachten de WAO in dan in '91. En, het belangrijkste: de afgelopen twee jaar is het aantal nieuwe WAO'ers weer fors gestegen. Hoe komt dat?

In de eerste plaats door de vergrijzing, denken WAO-onderzoekers Aarts en De Jong. Een natuurlijke oorzaak waaraan niemand iets kan doen. Verder wijzen ze erop dat de herkeuringsoperatie bijna ten einde is, waardoor minder mensen de WAO zullen verlaten.

Maar mogelijk falen ook de uitvoerende instanties. Het toezichthoudend orgaan Ctsv heeft al vorig jaar de te late keuring door de WAO-uitvoeringsinstellingen aan de kaak gesteld. In 1998 had een vijfde van alle keuringen te laat plaats. De mensen die dit betreft krijgen meestal ongezien de hoogst mogelijke uitkering, en dat wordt vaak niet meer gewijzigd.

J.F. Buurmeijer, in 1993 voorzitter van een parlementaire enquetecommissie die de uitvoering van de sociale zekerheid onderzocht, noemt de gescheiden rollen van arbodiensten en WAO-uitvoerders de grootste `weeffout' in de hele operatie van de jaren negentig. ,,De fout is dat de arbodiensten geheel zelfstandig werken, in opdracht van de werkgevers. Het eerste ziektejaar is zo verregaand geprivatiseerd dat, als het fout gaat, pas na een jaar duidelijk wordt hoe het zit. Dat is de put dempen als het kalf verdronken is.'' Buurmeijer, inmiddels voorzitter van het Landelijk instituut sociale verzekeringen (Lisv), ziet een oplossing in publiek toezicht op de arbodiensten. ,,Alles wat rond de WAO gebeurt wordt verantwoord tot en met. Maar over ziekteverzuim en de bestrijding daarvan in het eerste jaar weten we nagenoeg niets. We zouden de arbodiensten wettelijk moeten verplichten dat bij te houden, op dezelfde manier als uitvoerders van de WAO.'

De politiek heeft vooral uitgehaald naar de keuringsartsen - er is nog steeds geen vertrouwen dat zij alleen mensen die echt arbeidsongeschikt zijn de WAO insluizen. Maar volgens Aarts en De Jong is het keuringsklimaat sterk verbeterd. Zonder strengere criteria was het aantal arbeidsongeschikten volgens hen in 1998 uitgekomen op 1,1 miljoen. Ook Buurmeijer ziet geen heil in strenger keuren, maar vindt wel dat de keuringspraktijk verbeterd kan worden. Daarom bepleit hij een grotere controle op de artsen, nog groter dan staatssecretaris Hoogervorst (Sociale Zaken) onlangs heeft voorgesteld. ,,Ik denk aan steekproeven, intercollegiale toetsing, de mogelijkheid van contra-expertise voor de herbeoordeling van twijfelgevallen.''

Buurmeijer verwacht dat de hogere premies die bedrijven met veel arbeidsongeschikten moeten gaan betalen over enkele jaren wel degelijk effect zullen hebben. Is het niet via de werkgevers, die zich hiertegen verzekeren, dan wel via de verzekeraars, die op hun verzuimverzekeringen de afgelopen jaren honderden miljoenen guldens verlies hebben geleden. Zoals zij de autoschade proberen te beperken door premieverhogingen door te voeren of airbags en alarmsystemen te propageren, zo binden zij nu de strijd aan met de WAO- schade. Zij eisen van werkgevers dat die goede contracten sluiten met arbodiensten, zodat veel aan verzuimbestrijding en werkhervatting wordt gedaan. Ze kopen arbodiensten en gaan allianties aan met uitvoeringsinstellingen. Op deze manier, verwacht Buurmeijer, neemt het aantal nieuwe arbeidsongeschikten de komende jaren af.

Maar gerust is hij niet. Ondanks alle maatregelen is de samenleving niet anders over arbeidsongeschiktheid gaan denken, constateert hij. Nog steeds is `WAO' synoniem met `helemaal niet meer kunnen werken'. ,,Als je mij vraagt: hebben we de WAO anders tussen de oren zitten dan tien jaar geleden, dan heb ik het idee dat dat niet het geval is. Iedereen kruipt nog steeds in de schuttersputjes zodra het om de WAO gaat. De echte cultuuromslag is niet gemaakt. Je moet zeggen: in de WAO kan nodig zijn. Maar ga ervan uit dat het tijdelijk is.''

NRC Webpagina's
28 JANUARI 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) 28 JANUARI 1999