Oordelen met de rug tegen de muur
Een medische keuring bepaalt wat een
werknemer nog wel kan doen. De bevindingen worden objectief getoetst.
Voor emoties is geen ruimte.
Margot Poll
DE KEURINGSARTS is een boeman. Hij oordeelt binnen een kwartier over
mijn toekomst: ben ik ziek genoeg voor een uitkering. Dat is niet
eerlijk: hij moest eens weten wat ik het afgelopen jaar allemaal heb
meegemaakt.
Dit is de beleving van veel mensen die een medische keuring voor de Wet
op de arbeidsgeschiktheid (WAO) ondergaan. Het bijvoeglijk naamwoord
`medische' schept al meteen verwarring. De keuringsarts kijkt namelijk
niet naar de ziekte maar naar de capaciteiten van de werknemer. Dat wil
zeggen: hij kijkt niet of iemand ziek genoeg is voor de WAO maar hij
maakt een inschatting van wat de man of vrouw - ondanks zijn of haar
ziekte - nog wel kan.
De keuringsarts spreekt van een zogeheten `restverdiencapaciteit'. Ludo
van Rossum, regionaal verzekeringsarts bij Cadans, een van de vijf
uitvoeringsinstellingen die de WAO-uitkeringen verzorgen, onderstreept
het verzekeringsaspect van de WAO. ,,Men vergeet wel eens dat wij een
verzekeraar zijn en dat de arts een claimbeoordeling moet geven voor het
recht op een uitkering. Het inkomen van degene die niet meer kan werken,
is door de werkgever verplicht verzekerd in deze wet.'' Van Rossum vindt
keuringsarts dan ook een afschuwelijk woord. Zelf spreekt hij, net zoals
zijn collega's, liever van verzekeringsarts. ,,Wij proberen zo objectief
mogelijk vast te stellen wat een werknemer fysiek en psychisch nog kan.
Natuurlijk blijft het een inschatting, maar neergelegd in een
formulier.''
Jelle Bergman (40) beschouwt de keuring als zeer willekeurig en - zoals
verzekeringsartsen ook zelf zeggen - afhankelijk van de tijdgeest. Drie
jaar geleden viel Bergman op weg naar zijn werk zo ongelukkig van de
fiets na een aanrijding, dat hij zwaar rugletsel opliep. Bergman had een
heel leuke baan als coordinator en trainer bij een kleine
non-profitorganisatie in Utrecht. Het in de Ziektewet lopen viel hem al
zwaar, maar toen hij na een halfjaar geconfronteerd werd met de
WAO-formulieren, dacht hij dat men het oordeel over hem al had geveld.
,,In het eerste halfjaar moest ik een paar keer naar de bedrijfsarts.
Dat was een vriendelijke man. Betrokken, ook al kon hij verder niet veel
doen. Ik vond het moeilijke bezoekjes omdat je aan de ene kant moet
beschrijven hoe het met je gaat en toe moet geven dat er weinig
verbetering in zit. Aan de andere kant smeek je om meer tijd omdat je
hoopt en er eigenlijk vanuit gaat dat het binnenkort beter zal gaan.''
Bergman spreekt van een dilemma. ,,Je voelt dat je aan het verliezen
bent, terwijl je de strijd nog volop aan het voeren bent. Toen de
bedrijfsarts vervolgens na een halfjaar aankondigde dat ik een afspraak
met een andere arts zou krijgen `om alvast alle gegevens in verband met
de arbeidsongeschiktheidsuitkering door te nemen zodat alles rond is op
de datum dat u in de WAO terechtkomt', had ik het gevoel dat hij mij
liet vallen.''
Het is waar, zegt verzekeringsarts Van Rossum, dat de werknemer al in
een vroeg stadium wordt benaderd. ,,Het is een overval van formulieren
terwijl je zelf nog bezig bent met beter worden. Aan al die formulieren
zou wat moeten gebeuren. Aan de andere kant, wij mogen geen uitkering
verstrekken als niet voor de veertigste week een oordeel door de
verzekeringsarts gegeven is.''
De medische keuring is dus van belang om te bepalen wat een werknemer
nog wel kan. De arts keurt aan de hand van een formulier. Hij kruist aan
of de werknemer wel/niet kan zitten, kan staan, kan zien, kan lopen en
tal van andere bewegingen die inherent zijn aan de werkzaamheden. In dit
formulier worden de lichamelijke en psychische beperkingen vastgesteld.
Met de uitkomst van dit onderzoek, dat achteraf overigens op te vragen
is, gaat de werknemer naar de arbeidsdeskundige die de andere helft van
de keuring verzorgt. Dat wil zeggen, hij stopt de gegevens van het
formulier van de verzekeringsarts in het Functie Informatie Systeem
(FIS), praat met de werknemer over zijn arbeidsomstandigheden en komt
dan tot een conclusie over al dan niet te verrichten werkzaamheden.
,,Het is een theoretische benadering want in de praktijk blijkt dat de
baan die uit de FIS rolt, lang niet altijd voorhanden is'', zegt
arbeidsdeskundige Joris Wijnekus van Cadans in Eindhoven. In het systeem
zitten bijna tienduizend functies, een dwarsdoorsnee van banen die
bestaan, elk gespecificeerd naar fysieke en psychische belasting.
Wijnekus: ,,Een verpleegkundige kan bijvoorbeeld voor de uren dat zij
arbeidsgeschikt geacht wordt nog wel poliklinisch assistent zijn. Voor
de hogere beroepen wordt het al moeilijker want het werk moet van
gelijke financiele aard zijn. En een oogarts met reuma kan nu eenmaal
niet als huisarts aan de slag. Er wordt gekeken naar het inkomen van de
man en naar wat hij in theorie nog zou kunnen verdienen voor het deel
dat hij arbeidsgeschikt wordt bevonden. Het verschil wordt opgevangen
door de WAO-uitkering.''
Bijvoorbeeld. Een verpleegkundige verdient 30 gulden per uur. Dreigt in
de WAO terecht te komen. Wordt gekeurd. Na keuring rolt uit de FIS dat
zij nog wel kan werken als lokettiste bij de NS. Daar verdient zij 25
gulden per uur. Wijnekus: ,,Zij verliest eenzesde van haar inkomen, dat
is ongeveer 16 procent. Dit percentage loonverlies bepaalt de mate van
arbeidsongeschiktheid. De verpleegkundige wordt voor 15 tot 25 procent
afgekeurd.''
Jelle Bergman heeft andere ervaringen met de keuring. Hij probeerde de
artsen er steeds van te overtuigen hoe hij zijn best deed beter te
worden. Hij oefende dagelijks om de pijn te onderdrukken. Bergman: ,,Ik
vertelde de verzekeringsarts hoe ik dagelijks van mijzelf naar buiten
moest. Het bos is te ver maar een brood kopen ging nog wel en ook hoe ik
probeerde of ik op de computer wat kon doen, of een stukje lezen. De
arts luisterde, maar telefoneerde ondertussen. Luisterde hij naar mij of
naar de stem aan de telefoon? Hij vroeg wat voor een werk ik deed en aan
het einde van het gesprek zei hij dat hij de gegevens aan de
arbeidsdeskundige zou geven.''
Jelle Bergman heeft naar de gesprekken altijd zijn partner meegenomen -
die daar dan vakantiedagen voor opnam - omdat ze zo `emotioneel' en
`belastend' zijn. Twee horen meer dan een en Bergman hoorde dat het niet
allemaal aan hem lag als hij zich boos maakte over vragen en antwoorden.
Het Landelijk Samenwerkingsverband van WAO-Platforms raadt werknemers
altijd aan iemand mee te nemen naar de keuringen.
De volgende dag werd Bergman opgeroepen door de arbeidsdeskundige. Uit
de rapportage bleek dat hij voor 65 tot 80 procent arbeidsongeschikt
was. Hij werd nog wel geschikt bevonden om als plantenstekker,
schadebeoordelaar of als medisch secretaris aan de slag te gaan, voor
twintig per week. Hij `werkte immers iedere dag op de computer, maakte
iedere dag boswandelingen!'
Bergman is nog steeds verontwaardigd. ,,Dan heeft de verzekeringsarts
toch niet geluisterd? De arbeidsdeskundige betuigde spijt maar zei geen
invloed te hebben op de beoordeling, het was immers een besluit van de
arts, en van de computer. Ik werd doodmoe van alle instanties, artsen en
computers die zich allemaal achter elkaar verscholen'', zegt Jelle
Bergman die langzamerhand het idee kreeg echt arbeidsongeschikt te
worden.
De arbeidsdeskundige en verzekeringsarts van Cadans voelen zich door de
wet met de rug tegen de muur gezet. Het verhaal van Bergman illustreert
het beeld dat velen van de keuringen hebben. Van Rossum: ,,De mensen die
wij keuren hebben problemen met de wetgeving zoals die in Nederland is.
Zij richten zich vooral op het oude werk en de eigen werkgever. Juist
daarom is dat eerste ziektejaar zo belangrijk. Dan kun je toewerken naar
de huidige wetgeving en komen de keuringen niet meer als een overval.
Overigens valt het aantal bezwaarschriften heel erg mee, dus de
acceptatie komt blijkbaar wel.'' Arbeidsdeskundige Wijnekus voegt
daaraan toe: ,,Het is misschien vier keer voorgekomen dat ik dacht: die
arts zit er naast want wat ik denk dat de werknemer nog kan, komt niet
overeen met het beeld dat de arts heeft geschetst.''
Om redenen van privacy is de naam van Jelle Bergman gefingeerd.
|