NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





DE MOLUKKEN
VERGANKELIJKHEID VAN EEN EEUWIG VERBOND
RMS
HISTORIE
MOOISTE MEISJE VAN HET EILAND
BURGEROORLOG
INTERNET
MOLUKKERS IN NEDERLAND
MOSLIMS
PORTRETTEN
PULANG
SAUDARA
NOORD-MOLUKKEN
CULTUUR
GUNA-GUNA
ORGANISATIES
BOEKEN
MUSEUM



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Molukkers in Nederland

Hulpvaardig maar versnipperd

Molukkers in Nederland houden vast aan de traditie dat je elkaar altijd helpt. Maar initiatieven voor hulp verzanden vaak door onderling gekibbel.

Steven Derix

SATU BANTU SATU heet de Molukse hulporganisatie uit Nistelrode, 'de een helpt de ander'. Onder Molukkers is de uitdrukking meer dan een gezegde, vertelt Polly Roemloes. Het is een maatschappelijke verplichting. ,,Het is een ongeschreven regel onder Molukkers dat je elkaar helpt.''

Satu Bantu Satu werd in 1998 opgericht om de levensomstandigheden in Maluku Tenggara, de Zuidoost-Molukken, te verbeteren. Maar sinds het uitbreken van onlusten vorig jaar richt de organisatie zich vooral op noodhulp. Behalve in Nistelrode zelf werd er gecollecteerd in andere gemeenten waar veel Molukkers van de Zuidoostelijke Kei-eilanden wonen: Zwolle, Echt, Cuyk, Rijssen, Zevenaar, Deventer. Afgelopen augustus vertrok een schip met voedsel en medicijnen richting Kei.

In maart van dit jaar zal er nog een schip vertrekken, vertelt Roemloes. Maar dit keer zal het schip ook de Midden-Molukken aandoen. ,,De bedoeling is dat de hele Molukse gemeenschap in Nederland kan gebruikmaken van de beschikbare scheepsruimte.'' Satu Bantu Satu wil de de hulpverlening aan de Molukken zoveel mogelijk bundelen, zegt Roemloes. Sinds juli vorig jaar hebben vijf Molukse hulporganisaties zich verenigd in het MHO, het Platform van Molukse Hulporganisaties. ,,We willen voorkomen dat iedereen steeds opnieuw het wiel uitvindt. Als we allemaal voor onszelf werken, raakt onze inspanning versnipperd.''

De Molukse gemeenschap in Nederland, ongeveer 40.000 zielen groot, doet wat zij kan. Maar hoeveel geld er vanuit Nederland richting Molukken is gegaan, is onmogelijk vast te stellen. Volgens Polly Roemloes van Satu Bantu Satu ligt het bedrag tussen de drie en vier miljoen gulden. ,,De Nederlandse regering heeft ongeveer drie miljoen gulden overgemaakt. In eigen kring is er voor enkele tonnen ingezameld.'' Wim Manuhutu, directeur van het Moluks Historisch Museum, denkt dat het bedrag veel hoger ligt. ,,Molukkers hebben veel gegeven, maar het is een geldstroom die je niet zo gemakkelijk boven tafel krijgt. Natuurlijk is er gegeven aan de hulporganisaties. Maar het meeste geld is direct overgemaakt naar familieleden en verwanten op Ambon.''

Centrale coördinatie van de hulpverlening vanuit de Molukse gemeenschap is er niet. De stichting Help Ambon in Nood (HAIN), opgericht door de Molukse christelijke kerken in samenwerking met Nederlands/Molukse moslimorganisaties, zag begin dit jaar een centrale rol voor zichzelf weggelegd. In het Moluks Kerkelijk Centrum (MKC) in Houten kwam een coördinatiecentrum. Er werd naar schatting drie ton ingezameld. Maar in maart werd bekend dat de Kerkvoogdijraad gelden die bedoeld waren voor het onderhoud van de Molukse Christelijke Kerken, in handen had gegeven van een louche beleggingsclub. De 'belegde' vijftig miljoen gulden staat nog steeds op een geblokkeerde rekening in New York. En hoewel HAIN geen directe banden met de Molukse kerken heeft, had het beleggingsschandaal een negatieve uitwerking op het imago van HAIN binnen de Molukse gemeenschap. ,,Het heeft de opstart van de hulpacties bemoeilijkt'', zegt HAIN-bestuurslid Verry Patty.

,,Samenwerken is voor Molukkers niet altijd even makkelijk'', zegt het Molukse Kamerlid Usman Santi. ,,We zijn niet gewend om in grote verbanden te denken.'' Het afgelopen jaar heeft Santi verschillende malen de Molukse hulporganisaties bij elkaar gebracht. Vorige week zaterdag was hij bij een bijeenkomst in Nistelrode. ,,Satu Bantu Satu maakte bekend dat ze een schip had geregeld en dat de andere organisaties daar gebruik van konden maken. Maar daar wordt dan meteen tegenin gebracht dat dat schip alleen bestemd zou zijn voor de Kei-eilanden.''

De versnippering van de Molukse gemeenschap in Nederland heeft zijn wortels in de Molukse archipel zelf. Van oudsher wonen Molukse families in kleine dorpen of kampongs bij elkaar. Dat kampong-denken heeft meer dan veertig jaar ballingschap in Nederland overleefd. De opvangkampen waar de Molukse KNIL-militairen in 1950 werden gehuisvest, toonden met hun houten barakken grote overeenkomsten met de Molukse kampong of 'negorij'. In de jaren zestig werden de Molukse gezinnen overgeplaatst naar nieuwbouwwijken, maar opnieuw woonden Molukkers dicht bij elkaar. Nog steeds vormt de wijk het belangrijkste ordenende principe van de Molukse gemeenschap in Nederland. De 'stille tochten' waarmee de Molukse gemeenschap het afgelopen jaar demonstreerde tegen het geweld op Ambon, werden vooral op wijk-niveau georganiseerd. Maar de Molukse wijk mag dan grote overeenkomsten vertonen met de sociale structuur van de Molukken, er is één groot verschil. Daar waar op de Molukken een direct verband bestaat tussen familieclan en dorp, zijn de Molukse familieleden in Nederland over verschillende wijken verspreid. Om de relatie tussen families te herstellen, werden in de loop van de jaren vijftig en zestig vele tientallen kumpulans, of kampongverenigingen opgericht. Molukse families uit Waai, Suli of Nusulaut kwamen bij elkaar voor de gezelligheid en verleenden elkaar financiële bijstand bij huwelijken en begrafenissen. Tegelijkertijd werden via de kumpulan de relaties onderhouden met het moederdorp op Ambon. In de laatste twintig jaar kregen die relaties steeds meer het karakter van 'ontwikkelingshulp': kumpulans zamelden geld in voor de bouw van bruggen, scholen of kerken.

Nu de nood op de Molukken steeds hoger wordt, zijn het opnieuw de kumpulans die een helpende hand bieden. Logisch, vindt antropoloog Fridus Steijlen. ,,De kampongvereniging is het instrument waarmee de band met Ambon wordt onderhouden. Als familieleden uit de Molukken vragen om hulp, dan is het logisch dat de kumpulan inspringt.''

,,Als ik vertel hoe ik heet, weet iedereen dat ik uit Waai kom'', vertelt Mozes Tahitu. Hij is voorzitter van de Persekutuan Anak Anak Waai (PAWI,), een kumpulan voor Molukkers die hun oorsprong vinden in het kleine dorpje Waai op het eiland Ambon.

PAWI heeft tot nu toe enkele duizenden guldens gestuurd naar Waai, dat samen met het christelijke dorpje Suli tussen moslimdorpen ligt. Volgens Tahitu is de eerste nood gelenigd. ,,Maar hoe het nu is, weet ik niet. De laatste tijd is het moeilijk om mensen aan de telefoon te krijgen.''

Meer coördinatie in de hulp zou zinvol zijn, vindt ook Tahitu. Maar uiteindelijk leiden vele wegen naar Rome. ,,Het gaat erom dat we onze mensen op Ambon helpen.''

NRC Webpagina's
3 FEBRUARI 2000


   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) FEBRUARI 2000