NRC Handelsblad Profiel Huisarts
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


HUISARTS
ZORGMANAGER
SAMENWERKING
OPLEIDING
ARTSENBEZOEKER
AGRESSIE
HUISARTSEN
KABINETSBELEID
VESTIGINGSBELEID
ASSISTENTIE
ATTRIBUTEN
ESCULAAPTEKEN
GRAFIEKEN

Ingewikkelde mensen zijn leuk | Ha, heerlijk, persdrang! | Het lichaam is een kunstobject

Ingewikkelde mensen zijn leuk

Huisarts: Joop Stam (56)
Gevestigd: te Amsterdam (Oud-West) sinds 1972
Praktijk: gezondheidscentrum met nog twee huisartsen

Bijzonderheden: gezondheidscentrum is ontstaan vanuit een linkse, maatschappijkritische artsengroep.

Joop Stam

,,We waren een van de eerste gezondheidscentra in Nederland. We waren links. Dat betekende: werken in dienstverband, waarbij inkomen onafhankelijk is van het aantal patienten dat je ziet. Toen het ging om vernieuwing van de Kinkerbuurt, hielden we acties. We plakten affiches en gaven een verkapt stemadvies: stem links! We verdienden een laag ambtenarensalaris. We droegen geen witte jassen en de assistentes hadden veel inspraak. Dat linkse is verbleekt. Maar toch: een huisarts die flink geld wil verdienen moet hier niet aan de Helmerstraat komen zitten.

We hebben aan onze geengageerde start een patientengroep overgehouden met veel ingewikkelde mensen. Destijds vielen mensen met psychische klachten nogal eens buiten de boot. Ik vind ingewikkelde mensen leuk. Ze zijn een puzzel, je moet veel dieper zien door te dringen, soms zelfs de gezinssituatie bekijken, de jeugd ontrafelen.

Ik zou geen plattelandsdokter kunnen zijn. Daar geldt, en dat weet ik omdat ik er vandaan kom: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg. Maar er zijn nu eenmaal ook mensen die niet netjes zijn, die extravagant en gecompliceerd zijn. Daarom zijn ze zo leuk en interessant.

Ik zou zo'n vijf patienten per uur moeten zien, maar in de praktijk komt dat neer op een per kwartier. Ik loop altijd erg uit. Vooral na een vakantie, dan heb ik minder eelt op mijn ziel en duren de contacten langer. Wil je het goed doen, dan moet je minimaal twintig minuten de tijd hebben voor iemand.

Ik kan niet zo goed tegen het de hele dag aanhoren van klachten en kwalen. Het verhaal van een patient doet me behoorlijk veel, dus zoek ik afleiding. Sinds een halfjaar heb ik hier gitaarles, tussen de bedrijven door. Als ik er dan genoeg van heb, speel ik een wat huilerig lied vol ellende. Daar knapt een mens van op!

Ik werk ook als docent aan de VU. Je moet de studenten ertoe verleiden na te denken over ethiek, normen en waarden. De student van nu is vreselijk `no nonsense'. Die verharding beangstigt me soms. Een hoop mensen zijn een beetje gek, labiel, bangig. Er is een gevaar dat dat soort mensen in de knel raakt in de efficientie van de moderne huisartsenpraktijk. Neem nou visites rijden. Het kost veel tijd en vaak blijkt de patient gewoon een griepje te hebben. Jonge artsen doen een visite sneller af met een telefoontje, terwijl de oudere arts, die veel meer ervaring en inschattingsvermogen heeft, maar niet zo met die efficientie bezig is, gewoon op de fiets of in de auto stapt en langskomt. Ik vind het gevaarlijk dat artsen minder op bezoek gaan. Juist in de huiselijke omgeving leer je veel over de patient en zijn familieleven.

Je volgt iemand soms jarenlang. Ik klets wat met de patient over de kinderen en de vakantie en je ziet zo'n heel gezin zich ontwikkelen. Problemen verbleken en er komen weer andere voor in de plaats, dat is heel boeiend. Ik zou geen ander vak willen uitoefenen. Sterker nog, ik kan niets anders. Al die mensen op je spreekuur, al die verschillende levens en levenshoudingen, ze houden je een spiegel voor van je eigen gekkigheden.

Mijn vak is er een van een lach en een traan. Ik heb het soms flink te doen met mensen die alleen wonen en ziek zijn. `Dokter, wie doet nu mijn boodschapjes? En het hondje moet nog uit vandaag.' Er is veel eenzaamheid in de grote stad. Als stadshuisarts moet je daar goed tegen kunnen: je wordt een klaagmuur. Je moet flexibel en geestelijk lenig zijn. Maar het belangrijkste: humor, lachen om de malligheden van de patienten en vooral die van jezelf.''

Ha, heerlijk, persdrang!

Herman Bergwerff (47)
Gevestigd: te Baard (Friesland), sinds 1988.
Praktijk: solopraktijk met circa 3.000 patienten uit 11 dorpen
Bijzonderheden: is apotheekhoudend huisarts

Herman Bergwerff

,,Ik ben tropenarts geweest. Het leven van een arts is daar ontzettend afwisselend. Je bent onafhankelijk en doet alles: van verlossingen tot chirurgie tot medicijnen inkopen. Wanneer je dan terugkomt in Nederland, wil je die dingen vasthouden en waar kan dat nog: op het platteland. Bovendien is hier diezelfde uitgestrektheid en ruimte als in de tropen.

Er heerst hier niet die gejaagdheid van de grote stad. Ik heb geen files, geen rode stoplichten. Ik stap gewoon in de auto en rij moeiteloos naar een patient. En als ik haast heb, zet ik een lamp op de auto, gooi bij aankomst het portier dicht en hoef de auto niet in het slot te draaien.

In een plattelandspraktijk zijn de lijnen erg kort. Ik heb een apotheek in de praktijk en dat is ideaal. Je stapt vanuit de spreekkamer drie meter naar links en krijgt meteen de medicijnen mee die je nodig hebt. Bovendien heeft de assistente die de medicijnen verstrekt alle gegevens in de computer staan, zij kent de patienten van haver tot gort. Ik koop zelf in, heb inzicht in prijzen en kan daardoor goedkoper zijn.

Het verloop is hier heel gering, mensen verhuizen weinig. Mijn voorganger zat hier 38 jaar en heeft twee generaties zien opgroeien. Iedereen heeft dezelfde huisarts, iedereen kent je. Dus er wordt veel over `de dokter' gepraat. En over zijn vrouw en kinderen. Op school zijn zij `de kinderen van de dokter'. Als ik in mijn vrije tijd rondrij, zit ik de hele tijd links en rechts te zwaaien naar patienten. Bij elk huis heb ik een verhaal. Daar is net een kind geboren of daar neemt een gezin afscheid van de zieke vader, ik ken ieder zijn verhaal.

Het gevaar is dat mensen je snel buiten het spreekuur aanschieten. Sta je op het kaatsveld en zegt iemand: `och dokter, ik heb zo'n last van mijn enkel'. Toch gebeurt dat zelden. Het is aan jezelf daar duidelijk in te zijn en te antwoorden: `dat is heel vervelend voor je, maar je zult gewoon op het spreekuur moeten komen.'

Op het platteland draai je hele weekenddiensten. In de stad bellen mensen hun huisarts, ze worden via een bandje doorverwezen naar een vervanger, daar krijgen ze weer een assistente aan de telefoon die weer doorverwijst... Het resultaat is dat de patient steeds geirriteerder wordt. Ik ben bijna permanent beschikbaar, maar in de praktijk blijken mensen niet zo snel te bellen.

Natuurlijk nemen de emoties toe naarmate de band met een patient hechter is. Je maakt alles met ze mee, een bevalling, ziekte, euthanasie. Maar die gedeelde emoties geven diepgang en warmte. Ik kan en wil mijn gevoel als mens niet wegstoppen want tenslotte is de overledene ook mijn buurman of dorpsgenoot.

Het vak van plattelandsarts is een ander dan dat in de stad. Het is ambachtelijker. Mensen gaan hier veel minder snel naar het ziekenhuis of naar de eerste hulp, maar komen bij mij. In de stad heeft het vak zich versmald: een huisarts is er een doorgeefluik naar specialisten, verloskundigen en sociaal werkers.

Als ik mijn leven kon overdoen, koos ik precies hetzelfde vak, op dezelfde locatie. Het is het mooiste rotvak dat er bestaat. Geen dag is hetzelfde. Als de wachtkamer overvol zit en ik een drukke dag voor de boeg heb, belt er iemand op die roept: ik heb persdrang! Dan denk ik: ha, heerlijk. De assistente stuurt iedereen naar huis, en ik ga lekker een uur of drie bevallen.''

Het lichaam is een kunstobject

Karel C. Freeve (50)
Gevestigd: te Zutphen, sinds 18 jaar
Praktijk: Therapeuticum de Rozenhof, met drie huisartsen en een aantal therapeuten onder een dak
Bijzonderheden: werkt desgewenst op antroposofische basis

Karel C. Freeve

,,Ik kon me tijdens de studie niet zo goed verbinden met de gewone geneeskunde. Ik vond dat de mens meer was dan natrium, kalium en chloride. Ik miste iets, vroeg me zelfs af of ik wel de juiste studie had gekozen. Ik vond het antwoord in de antroposofie. Gedurende drie jaar die ik als arts in Afrika doorbracht, heb ik onder de zinderende zon alle mogelijke boeken over de antroposofie bestudeerd.

De antroposofie ziet de mens als een geheel van lichaam, ziel en geest. Die elementen hangen samen. Het is een waardevolle aanvulling op de reguliere geneeskunde. De mens is meer dan een mechanisch apparaat dat je kunt repareren zodra er storing is.

We hebben een zeer gemeleerde praktijk. Er zijn patienten die niets willen weten van homeopathie of antroposofie. Die zeggen: dokter, ik heb hoofdpijn en daar moet ik vanaf. Die willen gewoon een paracetamolletje en dat vind ik prima. Het gaat mij om de keuzevrijheid. Andere patienten komen speciaal naar deze praktijk en zien alleen maar de spirituele kant van hun gezondheid. Dat gaat soms te ver. Dan is elke lichamelijke klacht een gevolg van een slecht aura. Natuurlijk vind ik het prachtig als een patient die er eerst niets van wilde weten, op een gegeven moment zegt: ik wil wel eens muziektherapie proberen. Maar ik heb geen oogkleppen op. Als iemand een hartaanval krijgt, moet ik prikken en met de patient zo snel mogelijk een ambulance in. Daar is niets zweverigs aan.

Wat heel belangrijk is: het lichaam is een kunstobject. Daar ben ik helemaal enthousiast over: kunstzinnige therapie. Kunst werkt door tot in het fysieke gestel, daar ben ik heilig van overtuigd. Na een mooi concert voel je je beter. Lichaam en geest zijn in balans, je zit lekker in je vel. Daar doe ik trouwens ook veel mee: taal. `Lekker in je vel zitten'. Of: `Laat de problemen maar van je afglijden'. In die uitdrukkingen zit veel waarheid. Je lichaamshouding heeft alles te maken met je geestesgesteldheid. Daar probeer ik patienten wel bewust van te maken. Recht de rug, maak de schouders los en je voelt stress bijna letterlijk van je afglijden.

Ik leer enorm veel binnen deze praktijk. Er is kruisbestuiving tussen de artsen en therapeuten. Je kunt met zijn allen om een patient gaan staan en je bent in staat hem goed te blijven volgen, omdat wij hier zo veel onder een dak hebben.

Ik denk wel dat het vak van huisarts zwaarder is geworden. De werkdruk is enorm. De patient is mondiger. Terecht natuurlijk, maar het maakt het vak wel gecompliceerder. Vroeger zagen mensen de huisarts als god. Zonder vragen accepteerden ze wat hij voorschreef. Nu heb je als huisarts soms het gevoel god te moeten zijn, om aan alle verwachtingen te voldoen.''

Vraaggesprekken: ARANKA KLOMP

NRC Webpagina's
4 FEBRUARI 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) FEBRUARI 1999