Esculaapteken
Een staf of een stok, met een slang die zich
daaromheen kronkelt (zie illustratie). Dat is het esculaapteken,
internationaal het herkenningssymbool van (huis)artsen, mits het in rood
is uitgevoerd. Het is het embleem van de Koninklijke Nederlandse
Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst en is officieel erkend.
Het teken is genoemd naar Aesculapius, de Romeinse benaming voor de
Griekse god van de geneeskunst Asclepius. Hij was van oorsprong een
arts, die later werd vergoddelijkt en als zoon van de zonnegod Apollo
werd gezien. In de tempels die ter ere van Asceplius werden opgericht,
werd hij meestal afgebeeld met staf en kronkelende slang. Priesterartsen
hielden in de tempels slangen, die zij als het symbool van levenskracht
zagen.
Asclepius had twee dochters, Hygieia, de godin van de gezondheid, en
Panakeia, de godin van de geneesmiddelen. Hygieia werd gewoonlijk
getoond met een slang en een drinkschaal, een teken dat dikwijls in
apotheken is te zien. In de naam Hygieia is bovendien het woord hygiene
te herkennen, zoals in Panakeia het middel dat als oplossing voor alle
kwalen kan dienen: het panacee.
Apollo, Asclepius, Hygieia en Panakeia spelen indirect nog een rol in de
moderne geneeskunst. Zij komen voor in de openingszin van de Eed van
Hippocrates, waarvan vanouds de ambtseed van artsen was afgeleid, in het
bijzonder hun handelingen op medisch-ethisch gebied. Hippocrates is de
beroemdste arts uit de klassieke oudheid, die de geneeskunst op
rationele gronden beoefende, op eigen waarnemingen afging en de oorzaak
van ziekten niet in bovennatuurlijke krachten zocht.
Tot voor kort legden artsen in Nederland een eed af, die overigens veel
beperkter was dan de Eed van Hippocrates. De eed in Nederland luidde
sinds 1878: ,,Ik zweer (beloof), dat ik de geneeskunst volgens de daarop
wettelijk vastgestelde bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal
uitoefenen en dat ik aan niemand zal openbaren wat in die uitoefening
als geheim mij is toevertrouwd of ter mijner kennis is gekomen, tenzij
mijne verklaring als getuige of deskundige in regten gevorderd of ik
anderzins tot het geven van mededeeling door de wet verpligt worde. Zoo
waarlijk helpe mij God Almagtig! (Dat beloof ik.)''
De verplichting tot het afleggen van deze eed, waarvan de juridische
houdbaarheid dubieus was, is eind 1997 afgeschaft. Per 1 december van
dat jaar werd de Wet beroepen in de individuele gezondheidszorg (BIG)
ingevoerd. Door middel van deze en andere wetten zijn artsen juridisch
gebonden aan bepaalde regels, zoals de zwijgplicht en het aanbieden van
verantwoorde zorg.
|