Attributen
Stethoscoop
Letterlijk: borstbeschouwer. Hoorbuis om geluiden in
het lichaam te kunnen waarnemen, van longen, hart (harttonen, geruis) en
darmen waardoor afwijkingen kunnen worden opgespoord. In 1819
uitgevonden door de Engelse arts Laennec. De geluiden worden door
weefsel naar het oppervlak geleid.
Microscoop
Letterlijk: kleinkijker. Instrument dat bestaat uit
twee lenzenstelsels waarmee de arts structuren tot aan een afmeting van
een tweeduizendste millimeter kan bekijken. Zonder de microscopie zou de
moderne geneeskunde onbestaanbaar zijn. De huisarts onderzoekt vooral
het bloedbeeld van de patient onder de microscoop.
Oftalmoscoop Moderne oogspiegel. Eigenlijk een kleine projector
met kleine lensjes om het oog te onderzoeken. Het oog wordt in heel
kleine plakjes verdeeld waardoor de arts het netvlies nauwkeurig kan
afgaan en eventuele afwijkingen kan opsporen. De oogspiegel wordt nu
vaak in combinatie met een oorspiegel vervaardigd.
Oftalmoscoop Ouderwetse oogspiegel om het inwendige van de oogbol
mee te bekijken. Uitgevonden in 1852 door Von Helmholtz. Het is een
doorboord spiegeltje waarmee het licht uit een naast de onderzochte
persoon geplaatste lamp in het oog wordt geworpen; het teruggekaatste
licht valt door de opening van de spiegel in het oog van de arts.
Otoscoop Iedere huisarts bezit dit instrument om in het oor
van een patient te kunnen kijken. Vooral kinderen en ouderen hebben
oorklachten of gehoorklachten. De arts brengt het lampje in het oor en
bekijkt de gehoorgang en het trommelvlies die door de otoscoop drie keer
worden vergroot.
Naaldloze spuit De J-Tip is de eerste naaldloze wegwerpspuit. (Zie
artikel linksboven op deze pagina)
Hemoglobinemeter Ook wel hemometer genoemd. Instrument om het gehalte
aan rode bloedkleurstof (HB) van het bloed te bepalen; door inwerking
van zoutzuur wordt de rode bloedkleurstof uit de cellen vrijgemaakt
waardoor het gehalte gemeten kan worden. De arts bepaalt hiermee het
zuurstoftransport door het lichaam. Het bloed belaadt zich met zuurstof
in de longen en voert deze naar alle weefsels in het lichaam. Als het
HB-gehalte te laag is, ontstaat bloedarmoede.
Bloeddrukmeter Instrument meet de druk die het bloed op de vaatwand
uitoefent. De bloeddruk zegt veel over de gezondheidstoestand van de
patient en wordt daarom altijd door de huisarts gemeten. De druk is
afhankelijk van de elasticiteit van de vaatwand, de kracht en snelheid
van de hartslag, de stromingsweerstand en de bloedhoeveelheid. Een te
hoge bloeddruk kan op termijn een hersenbloeding veroorzaken. Een te
lage druk veroorzaakt flauwtes maar komt zelden voor.
Vaginaspeculum
Letterlijk: spiegel. In de volksmond ook wel eendebek
genoemd. De huisarts doet gemiddeld zes keer per dag vaginaal onderzoek.
De arts gebruikt daarvoor een speculum, een instrument waarmee een
lichaamsopening opengesperd kan worden om de achtergelegen holte voor
onderzoek toegankelijk te maken.
Weegschaal Personenweegschaal met grote ronde wijzerplaat met
aflezing op 1.000 gram nauwkeurig. Weegbereik 150 kg. Er zijn weinig
weegschalen die op de gram nauwkeurig zijn. Het gebruik van steeds
dezelfde weegschaal geeft een goed beeld van gewichtstoename of
-verlies. Het gewicht van een persoon zegt niets over het vetgehalte in
het lichaam. Mensen kunnen zwaar zijn en toch weinig lichaamsvet hebben
bijvoorbeeld door hun lichaamsbouw en spierontwikkeling.
Lichaamsvetmeter Eenvoudige manier om het percentage lichaamsvet te
meten. Doorgaans wordt het aantal huidplooien geteld en aan de hand van
tabelgegevens wordt dan het percentage vet vastgesteld. Dit apparaat
vraagt om de lichaamslengte, gewicht, leeftijd en geslacht van de
gebruiker en geeft daarna het vetpercentage weer. Een gezond
mannenlichaam heeft een vetpercentage van 10 tot 19 procent van het
lichaamsgewicht en een vrouw tussen de 20 en 29 procent.
Pincet Steriel verpakt chirurgisch pincet. Als huisartsen
zelf hun instrumenten steriliseren is de manier van verpakken en bewaren
van zeer groot belang. Alle hechtnaden van de verpakking dienen
hermetisch gesloten te zijn, de instrumenten moeten stofvrij en
vochtvrij bewaard worden en de arts moet de verpakking voorzien van
inpakdatum en houdbaarheidsdatum.
Hechtsetje In een metalen doosje bewaart de huisarts een
wondspreider om het weefsel rondom een wond vast te houden, een
naaldvoerder waarmee de naald door de huid wordt getrokken, een
hechtnaald die de draad door de wond leidt en een prepareerschaar om
stukje draad af te knippen. De instrumenten moeten telkens als het
doosje open is geweest, worden gesteriliseerd.
Snijapparaat Hoogfrequent chirurgisch apparaat. Door middel van
hitte kan in de huid gesneden worden. De helft van de huisartsen heeft
zo'n snijapparaat, maar ongeveer 30 procent gebruikt het - vooral voor
dermatologische doeleinden zoals het verwijderen van wratten en vlekjes
of het dichtschroeien van bloedvaten. Het wordt ook gebruikt door
bijvoorbeeld een schoonheidsspecialist.
Ringzaagtang Sommige patienten krijgen hun ring niet meer van de
vinger. De arts kan met dit metalen zaagje door middel van een
ronddraaiend zaagblad de ring van de vinger snijden. Het is een
eenvoudige ingreep en de patient voelt er niets van omdat de huid niet
wordt geraakt. Meer dan de helft van de huisartsen is in het bezit van
de zaag die overigens met de hand bediend wordt.
Oorthermometer Hulpmiddel om de temperatuur van het lichaam vast te
stellen. Meestal wordt een kwikthermometer gebruikt waarvan het
reservoir in het rectum wordt gebracht. Deze wijze van temperaturen
wordt het meest nauwkeurig geacht. Met een oorthermometer wordt in een
seconde de temperatuur van het lichaam vastgesteld. Vooral voor kinderen
is dit minder belastend.
|