NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





ANNO '00
BEWONERS
NORMALE IS VERANDERD
SASSENHEIM
SOCIOLOGEN
GELOOF
WELVAART
ONDERZOEK
GEZINSLEVEN
DOOD
POLITIEK
DE BUURT
MILLENNIUMNACHT



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Je leeft niet voor je lichaam

Vroeger kregen Sjaan en Aas Wolvers brood met suiker en pap zo stijf als beton. Nu is het karbonade met pindasaus en cordon bleu met mayonaise. 'Als je overal bij stilstaat, durf je ook niet meer in de auto.'

Jannetje Koelewijn

SJAAN EN AAS WOLVERS (59 en 62) roken veel en eten lekker. ,,We weten dat het niet verstandig is'', zegt Sjaan. ,,Maar we nemen het er goed van.'' Ze hebben hun leven lang hard gewerkt en nu ze met de VUT zijn, zeggen ze, mogen ze genieten.

Sjaan: ,,Ik was 19 toen ik trouwde, op mijn 20ste had ik mijn eerste kind en op mijn 26ste mijn derde. Toen die naar school ging, ben ik gaan werken. Eerst als inpakster bij de vleeswarenfabriek en later in de horeca. Uiteindelijk was ik hoofd van de huishouding in het Oranjehotel in Noordwijk.''

Sjaan en Aas Wolvers. Foto: Robert Vos
Sjaan en Aas Wolvers. Foto: Robert Vos

Aas: ,,Ik ben begonnen op de melkwagen, meteen toen ik van school kwam. Iedere dag bij de boeren de bussen ophalen - vijftig kilo per stuk, je gooide je eigen de pestpokken. 's Morgens stond je om drie uur op en of het nou zaterdagavond was of zondagochtend, Pasen of Kerstmis, je werkte altijd. Ik ben nummer vier uit een gezin van vijftien en mijn vader was landarbeider bij de bollenboeren. Dus er was geen sprake van dat ik zou doorleren.''

Sjaan: ,,Aas heeft altijd moeten vechten voor zijn plek. Als kind had hij een stuk plank in de kast en dat moest hij nog verdedigen ook. Dit is van mij - dat krijg ik er bij hem niet meer uit. Zo ben ik niet opgevoed. Ik ben heel anders.''

Aas: ,,Ik verdiende meer dan mijn vader.''

Sjaan: ,,Maar je moest alles afgeven. En zoals er bij jullie thuis werd gegeten, dat was, dat was...''

Aas: ,,Heel gezellig.''

Sjaan: ,,Bij ons thuis werd de tafel gedekt. Maar bij jullie, ik weet nog goed, de eerste keer dat ik bij jullie kwam. Geen borden op tafel, in het midden een brood, daarnaast een schaaltje suiker met cacao voor de kinderen en voor je vader een stukje worst. En dan vroeg je moeder: hoeveel moet jij? En dan sneed ze de boterhammen af en die smeet ze zo naar je toe. Hup, vangen. En 's avonds was het bonen en pap, zo dik als beton.''

Aas: ,,Jij was niks gewend, joh.''

Sjaan: ,,Jij at anders maar wat graag bij mijn moeder.''

Aas: ,,Ja, dat is waar. Jouw moeder stond op zondag om half vier al in de keuken. Die bereidde het eten echt.''

Sjaan: ,,Wij waren thuis ook met acht kinderen, maar mijn vader had een goede baan. Hij was hoofduitvoerder in de bouw. Alle kinderen hebben een vak geleerd en toen we geld gingen verdienen, mochten we het zelf houden. We hoefden mijn moeder maar 15 gulden per week te geven en het grootste deel daarvan legde ze opzij voor ons huwelijk. Toen jij een pak nodig had voor ons trouwen was je vader 150 gulden kwijt...''

Aas: ,,Hoho, 129 gulden.''

Sjaan: ,,Maar je hebt het hem allemaal moeten terugbetalen. Ik weet nog, we trouwden midden in de week en je moeder zei tegen je: ik krijg nog een halve week kostgeld van je.''

Aas: ,,Ach ja, dat was vroeger.''

Sjaan: ,,Ja, dat was vroeger. Maar vroeger waren er ook verschillen.''

Aas: ,,Bami en macaroni en al die spullen, dat eet ik nog steeds niet. Dat heb ik er wel van overgehouden. Voor mij geen platbekkenvoer.''

Sjaan: ,,Zuurkool, bruine bonen, Hollandse pot, dat eet hij graag.''

Aas: ,,Maar geen spruiten, die breken een man altijd op.''

Sjaan: ,,We leven goed. Ik heb VUT en hij ook, we hebben samen 4.000 gulden netto in de maand.''

Aas: ,,Een huisje van ons eigen, een goeie auto voor de deur en vorig jaar zijn we met vakantie geweest naar Venezuela. Dat kostte 4.300 gulden, maar dan had je ook alles. Je kon je portemonnee in de kluis leggen, de hele dag was het gratis eten en drinken.''

Sjaan: ,,We verdienen het, want we hebben altijd hard gewerkt. We zijn nooit een dag zonder werk geweest. En onze kinderen ook niet, die pakken alles aan. Eén zoon is nu chef in een slagersbedrijf, één zoon is chef bij een houthandel en onze dochter werkt sinds ze kinderen heeft als caissière bij Albert Heijn. Dan zeg ik: we hebben het niet verkeerd gedaan.''

Aas: ,,Toen de boeren hun melk in tanks gingen bewaren, ben ik vrachtrijder geworden bij de vleesfabriek. En toen dat te zwaar werd, ben ik naar de Akzo gegaan als verfmenger. Ik zeg: van de 100 mensen die zeggen dat ze geen werk kunnen vinden, hebben er 97 zo een baan. Als ze maar willen.''

Sjaan: ,,En nu mogen wij genieten. En we genieten iedere dag, want voor je het weet is het voorbij. Bij hem zit er kanker in de familie en ik heb embolie gehad in mijn been, nu drie jaar geleden. Ik was al een keer bijna dood. Dus wij maken van iedere dag een zondag. 's Morgens doen we samen boodschappen, hij rijdt een stukje op zijn brommer en 's middags gaan we lekker zitten. Die komt langs en die komt langs, een happie en een slokkie, en als het zomer is zitten we lekker in de tuin en kijken we naar onze vissen. Wat alleen wel jammer is: hij kan niet uitslapen. Hij gaat altijd nog om acht uur naar bed. En hij staat om vier uur op.''

Aas: ,,Dan ben ik klaarwakker.''

Sjaan: ,,En dan zit hij maar voor de televisie naar die rare films op Filmnet te kijken.''

Aas: ,,Wat ik jammer vind: zij wil nooit fietsen. Haar zuster fietst elke dag, samen met haar man.''

Sjaan: ,,Ik ben bang op de fiets. Als ik moet fietsen, stap ik op elke hoek af.''

Aas: ,,Onderweg doen ze lekker een bakkie. Gezellig. En het breekt de dag. Ik zeg: als zij gaat fietsen, doe ik mijn brommer weg en dan fietsen we iedere dag naar het strand.''

Sjaan: ,,De dokter wil het ook. De dokter wil ook dat ik stop met roken omdat ik vernauwde bloedvaten heb. Het is me één keer gelukt, toen heb ik drie maanden niet gerookt. Maar toen was hier een vriendin die net uit het ziekenhuis kwam en ik vroeg: wat heb je als eerste gedaan? Zegt ze: kopje koffie genomen met een sigaretje erbij. Toen ben ik weer begonnen.''

Aas: ,,De dokter wilde ook een keer dat ik zoetjes in mijn koffie ging nemen in plaats van suiker. Lees ik op een dag in de krant: zoetjes zeer slecht, koffie zeer slecht. Dus ik zeg tegen de dokter: wat moet ik nou? Sindsdien neem ik weer suiker. Ik vind: als je overal bij stilstaat...''

Sjaan: ,,Dan durf je ook niet meer in de auto.''

Aas: ,,Kijk, zíj heeft echt problemen met haar gezondheid. Ik niet. Ik zit alleen maar met mijn bloeddruk. En soms met mijn ademhaling. Verder ben ik zo gezond als een vis.''

Sjaan: ,,Ik ga niet zitten liegen tegen de dokter. Ik zeg gewoon: ik rook. Maar ik neem zelf de consequenties. Iedere maand komt hier zo'n zak medicijnen binnen, voor m'n bloeddruk en m'n maag en m'n cholesterol en m'n migraine en m'n astmatische bronchitis en voor al die andere dingen die ik heb. Maar ik slik ze. En ik weet dat ik ze m'n leven lang moet blijven slikken.''

Aas: ,,Je leeft maar één keer.''

Sjaan: ,,Dat zeg ik: je leeft maar één keer. We leven goed voor onszelf, maar niet voor ons lichaam. En dat mogen we lekker zelf weten.''

NRC Webpagina's
6 JANUARI 2000

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JANUARI 2000