|
ANNO '00 BEWONERS NORMALE IS VERANDERD SASSENHEIM SOCIOLOGEN GELOOF WELVAART ONDERZOEK GEZINSLEVEN DOOD POLITIEK DE BUURT MILLENNIUMNACHT Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
Sociologen in Sassenheim
Tegelijk beseften ze dat ze met zulke enquêtes wel allerlei opvattingen konden meten, maar dat het een hachelijke zaak bleef om verbanden te leggen die meer zijn dan statistische correlaties. Immers, de drijfveren voor het denken en doen van mensen liggen voor een belangrijk deel in hun directe sociale omgeving, een factor die in zo'n enquête onzichtbaar blijft. Om het denken en doen van mensen te kunnen verkláren - dat was de ambitie van veel jonge sociologen in die tijd - moest zo'n onderzoek dus in een sociale context plaatshebben. Zogeheten community studies gelden als exemplarisch voor deze benadering: een gemeenschap, meestal een dorp of stadsbuurt, wordt met allerlei methoden onderzocht, waaronder een enquête. De studies van het echtpaar Lynd over Muncie, Indiana, door hen Middletown genoemd, zijn hiervan het bekendste voorbeeld. Ook in Nederland is zulk onderzoek verricht en wel door de toen net in Nederland aangekomen Tsjechische vluchteling I. Gadourek, die later hoogleraar is geworden in Groningen. Zijn onderzoek werd 1950 en '51 in Sassenheim gehouden, een dorp in de bollenstreek dat in menig opzicht model kon staan voor Nederland, onder meer doordat de grote religieuze stromingen (katholieken, hervormden en gereformeerden) er alledrie prominent aanwezig waren. Vanouds een agrarische gemeenschap, was er sinds de jaren dertig sprake van industrialisatie, met name in de vorm van een grote verffabriek. In 1956 verscheen de weerslag van zijn onderzoek bij uitgeverij Stenfert Kroese als A Dutch Community. Decennia later raakte de Amsterdamse hoogleraar sociologie C. Schuyt in discussie met de toenmalige secretaris van het Sociaal en Cultureel Planbureau, A. Nauta, over de betekenis van de vragen die het SCP in enkele van zijn sinds midden jaren zeventig telkens herhaalde enquêtes stelt. Het is van belang elke keer precies dezelfde vragen te stellen, opdat verandering van opvattingen zijn vast te stellen. Maar dat gaat alleen op als de betekenis van de vragen voor de respondenten ook dezelfde is gebleven. Daaraan twijfelde Schuyt. Het onderzoek van Gadourek bood bij uitstek een mogelijkheid om te toetsen in hoeverre zulke betekenisverschuivingen voorkomen. Het is een van de weinige reproduceerbare grootschalige survey-onderzoeken van ruim vóór de oprichting van het SCP. Schuyt herhaalde met L. de Groot-van Leeuwen en G. de Vries en met hulp van veel studenten het onderzoek in Sassenheim in 1993. Het onderzoek werd gefinancierd door het Prins Bernhard Fonds. Er bleken inderdaad aanzienlijke betekenisveranderingen te zijn opgetreden in sommige vragen. Zo antwoordde in 1950 ieder op de vraag 'wat was uw eerste baan' met waar hij was gaan werken toen hij van school kwam. Nu noemen respondenten baantjes náást school, terwijl de vraag exact hetzelfde was. De betékenis van de antwoorden was veranderd. In 1950 was de vraag of men geloofde in God heel eenvoudig te beantwoorden met ja of nee. Nu werden de onderzoekers met allerlei nuances, bedenkingen en interpretaties geconfronteerd. De vraag had voor de respondenten een heel andere betekenis gekregen. Schuyt: ,,Die betekenisveranderingen zeggen mijns inziens meer dan de verandering in procenten. De semantiek van vraag en antwoord is een maatstaf van sociale verandering waaraan veel grootschalig onderzoek te gemakkelijk voorbijgaat.'' Op dit moment leggen Schuyt en G. van den Brink de laatste hand aan het onderzoeksverslag, dat in de loop van dit jaar in boekvorm moet verschijnen.
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |