|
ANNO '00 BEWONERS NORMALE IS VERANDERD SASSENHEIM SOCIOLOGEN GELOOF WELVAART ONDERZOEK GEZINSLEVEN DOOD POLITIEK DE BUURT MILLENNIUMNACHT Overzicht eerdere afleveringen Profiel
|
Drie weduwen en een bypass
Geertje (68) en Jaap (70) Koning die in hun foto-albums bladeren - het is een morbide tijdverdrijf. Die is dood en deze leeft ook niet meer. Het leven is één groot afscheid en de straat raakt vol vreemden.
TOEN GEERTJE KONING nog bij haar tante in huis woonde, had ze een muis. ,,En omdat ik zo graag wilde dat ze jongen kreeg, mocht ik nog een muis erbij. Maar dat was een vrouwtje. Daarna kreeg ik er nog een mannetje bij.'' Jaap: ,,Eén mannetje en twee vrouwtjes.'' Geertje: ,,In een paar weken waren het er honderd. Het werden kannibalen.'' Jaap: ,,Dat krijg je als de ruimte te klein is.'' Geertje: ,,Iedere morgen vond ik een karkassie. Dan lag er zo'n mooi driehoekje van het neusje. Helemaal kaalgevreten.'' Jaap: ,,Onze kinderen hadden ook een muis. Pierik.'' Geertje: ,,Op een dag viel-ie zo van mijn schoot. Dood.'' Jaap: ,,Ik pakte een grote schep en alle kinderen liepen op een rijtje achter me aan.'' Geertje: ,,Allemaal janken, natuurlijk. Ik ook.'' Jaap: ,,We hebben hem in de tuin begraven.'' Geertje: ,,Vorige week ben ik door de MRI-scan gegaan. Ze hebben contrastvloeistof ingespoten. Kijk, ze zaten er weer eens naast. Zó'n blauwe plek. Ik schijn moeilijk te prikken te zijn. Dit kwam van een bevolkingsonderzoek. Zagen ze een vlekje op mijn borst. Zal wel niks zijn, maar zij willen er toch het fijne van weten. Ik heb drie kwartier in de scan gelegen. Dat viel nog mee. Voor mijn hart duurde het twee uur.'' Jaap: ,,Dat was achttien jaar geleden. Toen begon het gelazer.'' Geertje: ,,Op een woensdagavond belde de dokter om te zeggen dat het cardiogram er goed uitzag. Dus ik zeg donderdag tegen Jaap: ga jij maar lekker slapen.'' Jaap: ,,Ik zat toen in de nachtdienst.'' Geertje: ,,Ik dacht, ik ga lekker de gordijnen wassen en de ramen zemen. Maar toen ik met het eerste raam klaar was, was het paaaiing - ik was meteen opgelaaien. Het is of ze met een bankschroef je borst in elkaar drukken.'' Jaap: ,,Of er een olifant op je borst gaat staan.'' Geertje: ,,Ik heb toen een omleiding gekregen. Maar die doet nou helemaal niks meer. Ik kan geen honderd meter lopen.'' Jaap: ,,Ze is eigenlijk een tijdbom. In die bypass kan een kei van een infarct zitten.'' Geertje: ,,Als ik bij de cardioloog kom, kijkt-ie me aan van: is zij d'r nog steeds? Dat bevolkingsonderzoek kwam ertussendoor. Anders had ik nu al mijn hartoperatie gehad.'' Jaap: ,,Ik maak me meer zorgen om haar dan zijzelf. Ik zeg: ga zitten, maar dan holt ze gelijk weg. Als zij zegt: doe even dit of dat, dan zeg ik: komt wel. Maar dan doet zij het gelijk. Ze kan nooit rustig blijven.'' Geertje: ,,Als ik het deksel op mijn neus krijg, heb ik nog tijd genoeg om te liggen.'' Jaap: ,,Ik zeg weleens: ik heb ze aardig mak, maar niet helemaal mak.'' Geertje: ,,Als ik niks doe, rook ik me 't schompes.'' Jaap: ,,Ja, roken doe je goed. Ik ook trouwens.'' Geertje: ,,Toen ik mijn eerste hartoperatie heb gehad, ben ik even gestopt.'' Jaap: ,,Ik ook. Drie maanden. Ik kreeg overal pijntjes.'' Geertje: ,,Op een gegeven moment zag ik je in de tuin staan. Ik zag gewoon aan je houding dat je een sjekkie stond te rollen. Die vuile tor, dacht ik, die rookt wèl! Ik ben toen ook weer begonnen, maar dat kwam meer door onze Pieter. Die rookte zijn sigaretten altijd maar half. Als ik die halve eindjes in de asbak zag liggen, dacht ik: dat is toch zonde en dan rookte ik die peukies op. In december kwam ik bij de huisarts. Hij zei: 'Rookt u nog? Steek dan maar fijn op.' Ik kwam thuis en zei tegen Jaap: nou ga ik zeker snel dood. Steek maar fijn op! Aan de andere kant, mijn zus ligt onder de kluiten omdat ze niet mocht roken.'' Jaap: ,,Ja, als Trees was blijven roken, had ze nu nog geleefd.'' Geertje: ,,Ze had een heel moeilijke man, die wilde niet dat ze rookte.'' Jaap: ,,Als je d'r zag; ze vrat d'r eigen helemaal op.'' Geertje: ,,Goedsul was Trees.''' Jaap: ,,66.'' Geertje: ,,Ik had drie zussen. Ze zijn allemaal gestorven met dat ze 66 waren.'' Jaap: ,,En je broer ook. Theo. Die was ook 66.'' Geertje: ,,'t Zijn bij ons allemaal hartpatiënten. Mijn broer Wim voelde zich een beetje grieperig. Kom je eten, vroeg zijn vrouw. Nee, ik heb niet zo'n trek, zei Wim. Zijn vrouw belt de dokter, ze komt terug in de kamer en hij is dood. We waren thuis met zijn veertienen, nu zijn we nog maar met zijn viertjes.'' Jaap: ,,Ik ben helemaal alleen.'' Geertje: ,,Hij is iedereen kwijtgeraakt in tien maanden tijd.'' Jaap: ,,Mijn moeder was het eerst dood.'' Geertje: ,,Vijf weken later je vader.'' Jaap: ,,Dat was in 1976. Een rotjaar.'' Geertje: ,,Zijn vader ging dood op z'n werk.''' Jaap: ,,Hij werkte in het motel.'' Geertje: ,,In de gang, lag-ie dood.'' Jaap: ,,Het was in enen afgezaagd, hè.'' Geertje: ,,Zo plotseling was het.'' Jaap: ,,Er lagen nog bloemen bij de achterdeur. We wisten niet wie ze daar had neergelegd, dat had hij vast gedaan. Hij ging altijd heel vroeg naar zijn werk.'' Geertje: ,,En tien maanden later je zus.'' Jaap: ,,Die heeft zichzelf verdronken achter het huis. En het ergste vind ik nog dat die kleine jongen het heeft gezien. Die liep met zijn vader mee om zijn moeder te zoeken.'' Geertje: ,,Ton, onze jongste, is op oudejaarsdag nog naar een begrafenis geweest.'' Jaap: ,,Degene die boven hem de baas is, was overleden.'' Geertje: ,,54 jaar.'' Jaap: ,,Zijn vrouw vond hem boven in bed. Helemaal koud en stijf. Hij had al de halve nacht zo gelegen.'' Geertje: ,,Daar ben ik ook zo bang voor. Dat Jaap me op een dag zo vindt.'' Jaap: ,,Ja, het kan zomaar gebeuren.'' Geertje: ,,Als ik 's ochtends mijn ogen opendoe, denk ik: hoera, ik ben d'r nog.'' Jaap: ,,Dat denk ik ook, hoor meisje.'' Geertje: ,,In de buurt wonen drie weduwen, dus als ik er niet meer ben hoef je niet lang alleen te blijven.'' Jaap: ,,Nou ja, die twee hiernaast zijn net verhuisd.'' Geertje: ,,En de derde is 86.'' Jaap: ,,Ach, 86 is twee keer 43.''
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |