U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HET MARSHALLPLAN (1947)

 INLEIDING

   VOOR HET VRIJE WESTEN

   "TOESTAND IN DE WERELD IS ERNSTIG"

 TOTALE ONMONDIGHEID

  NUTTIGE VRIENDSCHAP

 AMERIKANISERING

 EXISTENTIEEL VERTROUWEN IN VS

 EN NU OOST-EUROPA

 HISTORISCHE VRAAGTEKENS

Een nuttige vriendschap gaat lang mee
Door Josef Joffe
Het Marshallplan is een van de grote mijlpalen in de Europese geschiedenis, maar goedbeschouwd een heel kleine. De West-Europeanen zouden 19 miljard dollar aan goederen, geld en leningen ontvangen. Wanneer rekening wordt gehouden met inflatie, zou dat in deze tijd op 100 miljard dollar neerkomen. Eenzelfde bedrag steekt de Bondsrepubliek ieder jaar in de voormalige DDR.

Het leeuwendeel (een kwart) was voor Engeland, de op één na grootste portie (een vijfde) ging naar Frankrijk. De Westduitsers moesten genoegen nemen met tien procent, een deel dat nog verder verschrompelt als men het omslaat over het aantal inwoners: 19 dollar per Westduitser.

En toch heeft nooit eerder in de geschiedenis zo'n geringe investering zo'n grote winst opgeleverd - voor de Amerikanen, de Duitsers, de Europeanen. Het woord winst wordt hier niet alleen in economische betekenis gebruikt. Want puur economisch gezien was de Marshallhulp geen toverstafje dat van het ene moment op het andere de wederopstanding van West-Europa bewerkstelligde.

West-Europa hoefde immers niet opnieuw te worden geschapen, zoals tegenwoordig Oost-Europa of Rusland. Het was er al, met functionerende politieke instellingen, met een markteconomische traditie, know-how en geschoolde arbeiders. Het Marshallplan was niet de brandstof van de economische raket, maar slechts de ontstekingsvonk, sterker, toen in 1948 de hulp op gang begon te komen, draaide het economisch herstel van West-Europa reeds op volle toeren.

Nee, het toverstafje was van politieke aard, in het bijzonder voor Westduitsland en daardoor voor heel West-Europa.

Achter de 19 dollar voor iedere Westduitser ging een fantastisch politiek geschenk schuil, waarop geen Duitser twee jaar na de vreselijkste aller oorlogen had durven hopen. Hadden de Duitsers niet verwacht dat hun nu een Versailles in het kwadraat zou worden opgelegd? Bezetting, herstelbetalingen, uitsluiting, onderwerping zonder einde?

En nu zat de meest gehate natie ter wereld plotseling met Frankrijk en Engeland, de overwinnaars, in hetzelfde schuitje. In plaats van de zweep kwam de uitgestoken hand uit Amerika. In plaats van straf de uitnodiging tot de gemeenschap van vrije volkeren toe te treden.

Laten we dit met Versailles vergelijken: destijds kreeg de republiek van Weimar geen geld, maar moest voor miljarden herstelbetalingen doen. In plaats van kapitaalimport was het motto 'herstelbetalingen'. In plaats van vrije handel en de openstelling van de Amerikaanse markt begon na 1919 het zwarte hoofdstuk van het protectionisme en de concurrerende devaluatie.

Alles wat het Westen in Versailles fout had gedaan, deed het ditmaal goed - en dat verklaart waarom de republiek van Bonn niet tot Weimar-republiek werd.

Beslissend was ook dat het Marshallplan het begin van de Europese integratie inluidde. Deze begon niet in 1952 met de Kolen- en Staalgemeenschap, maar in 1947, toen de Amerikanen ongeveer het volgende tegen de West-Europeanen zeiden: Als jullie ons geld willen hebben, kunnen jullie niet ieder afzonderlijk in Washington komen bedelen. Jullie moeten bij elkaar gaan zitten, jullie eigen plannen maken en samen beslissen hoe de middelen moeten worden verdeeld.

Zo werden eeuwenoude vijanden met zachte Amerikaanse hand tot integratie gedwongen, zo werd een wonder in de Europese geschiedenis geboren. Het waren de Amerikanen die de Fransen duidelijk maakten dat de aartsvijandschap verleden tijd was. Zonder overeenstemming met de Duitsers zouden ook de Fransen niets krijgen. Tandenknarsend moest Frankrijk zich gewonnen geven; het was ook het begin van het 'huwelijk' Parijs-Bonn. De vroegere bondskanselier Helmut Schmidt zegt hierover in Foreign Affairs: 'De opkomende Europese Unie is een van de grootste prestaties van Amerika: zonder het Marshallplan was zij nooit tot stand gekomen.'

Doorslaggevend was uiteindelijk dat het Marshallplan, evenals de redding van West-Berlijn tijdens de Sovjetblokkade, een jaar later, het begin vormde van een fantastische 'vriendschap' tussen Duitsers en Amerikanen. Er ontstond een partnerschap dat een onuitwisbaar stempel op de naoorlogse geschiedenis van Europa zou drukken.

Aanvankelijk werkte dit partnerschap indirect. Doordat Amerika, anders dan na 1919, zijn militaire aanwezigheid in Europa handhaafde, gaf Washington de andere Europeanen te kennen: 'Jullie moeten niet bang meer zijn voor de Duitsers. Wij zijn hier om jullie te beschermen, niet alleen tegen de Russen, maar ook tegen de Duitsers, die gedurende deze eeuw twee keer de hegemonie naar zich toe hebben willen trekken.'

Alleen zo konden ze in het bijzonder Frankrijk ertoe bewegen de herbewapening en de Westduitse integratie in de NAVO te accepteren. Alleen zo konden de Europeanen tot het besluit komen in het grote experiment van de Europese integratie de Duitsers de hand te reiken. Met hun permanente aanwezigheid beschermden de Amerikanen de Europeanen tegen Duitsland en de Duitsers tegen zichzelf en doordat ze zowel naar binnen als naar buiten de veiligheid waarborgden, legden ze de grondslag voor de democratische ontwikkeling van Duitsland en Europa. Dictators kunnen niet tot wasdom komen op een plaats waar geen veiligheidsprobleem meer bestaat. Anders dan na 1919 konden totalitaire machthebbers in spe voor hun doeleinden niet door manipulatie een bedreiging van buitenaf in het leven roepen om zo binnenslands de vrijheid en de democratie te vernietigen.

Er ontstond een belangenharmonie tussen Washington en Bonn, die tot aan de grote veranderingen van 1989/90 standhield. George Bush was de eerste die, in tegenstelling tot Mitterand en Thatcher, reeds in de herfst van 1989 verklaarde dat Amerika geen problemen met de hereniging van Duitsland zou hebben.

Als Helmut Kohl nu op de historische prestatie van de hereniging kan terugzien, maar deze keer zonder Blut und Eisen, heeft hij dit wonder aan de Amerikanen te danken. Zij hebben de Fransen, de Engelsen en de Nederlanders bewerkt en daarna in een volhardende strijd met Gorbatsjov het ene na het andere rotsblok dat de weg naar de Duitse eenwording versperde, verwijderd.

Hoe zal het verder gaan? Amerika en Europa hebben elkaar niet meer zo nodig als tijdens de Koude Oorlog. Beide kanten richten zich op binnenlandse aangelegenheden en op andere prioriteiten in het buitenland. De wereldmacht Amerika moet zich bezighouden met het Nabije Oosten, China, Noord-Korea en Zaïre. De Europeanen trachten met behulp van de monetaire unie de volgende, de grootste, stap naar het verenigde Europa te nemen.

Maar anders dan de Fransen weten de Duitsers dat er geen Europese veiligheid bestaat zonder Atlantische veiligheid. Ze hebben, evenmin als Nederland, met Frankrijk de protectionistische instincten gemeen. Terwijl Frankrijk hoofdzakelijk verdieping van de integratie nastreeft, wenst Duitsland verbreding, ook naar het Oosten. Dat zijn sterke belangenovereenkomsten, die Bonn wederom aan Washington binden. De belangen van Bonn dicteren dat de Europese Unie niet de 'vesting-Europa' wordt, die een front tegen Amerika vormt.

Wat in de dagen van het Marshallplan en de blokkade van Berlijn ontstond, blijft dus ook na de Koude Oorlog bestaan: een vriendschap die niet gebaseerd is op gevoelens maar op belangen. In het verkeer tussen de staten zijn belangen duurzamer dan dankbaarheid en herinnering.

Josef Joffe is buitenlandcommentator van de Süddeutsche Zeitung.

NRC Webpagina's
24 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997