U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HET MARSHALLPLAN (1947)

 INLEIDING

   VOOR HET VRIJE WESTEN

   "TOESTAND IN DE WERELD IS ERNSTIG"

 TOTALE ONMONDIGHEID

  NUTTIGE VRIENDSCHAP

 AMERIKANISERING

 EXISTENTIEEL VERTROUWEN IN VS

 EN NU OOST-EUROPA

 HISTORISCHE VRAAGTEKENS

En nu Oost-Europa nog
Door Juurd Eijsvoogel
Het Marshallplan wordt dankbaar herdacht. Maar wat zullen onze kinderen en kleinkinderen over nog eens vijftig jaar zeggen over het uitblijven van zo'n plan voor het voormalige Oostblok, na de ondergang van de Sovjet-Unie? Het Westen moet het succes van het Marshallplan herhalen, ook in zijn eigen belang, zegt Charles Weiss, voormalig adviseur van de Wereldbank.

Het is niet eens een kwestie van geld, verzucht Charles Weiss. Meer dan 100 miljard dollar hebben de Verenigde Staten en Europa de afgelopen jaren besteed aan hulp voor Rusland en de andere ex-communistische landen. En toch wekken we de indruk dat het ons niet kan schelen of ze er bovenop komen. Maar als hun economische herstel mislukt, dan zullen ook wij daar een hoge prijs voor moeten betalen.

Weiss, voormalig adviseur van de Wereldbank en tegenwoordig directeur van een Amerikaans adviesbureau voor ontwikkelingsvraagstukken, grijpt de vijftigste verjaardag van het Marshallplan aan om een lans te breken voor grotere betrokkenheid van het Westen bij de wederopbouw in Rusland en Oost-Europa. Naar het voorbeeld van het Marshallplan zouden de politieke leiders zich vierkant achter een gezamenlijk herstelplan moeten opstellen.

,,Na de Tweede Wereldoorlog was Europa volledig uitgeteld. We zeiden toen: 'We laten die landen niet in hun sop gaar koken, ook onze voormalige vijanden niet.' President Truman heeft zich ervoor ingespannen dat ze weer werden opgenomen in de wereldgemeenschap. Hij bracht het Marshallplan in Amerika aan de man, tot iedereen het belang ervan inzag. Als dat toen kon, waarom zou het dan nu niet kunnen met onze voormalige vijanden van de Koude Oorlog?''

Al snel na de ondergang van de Sovjet-Unie gingen in het Westen stemmen op voor een 'nieuw Marshallplan'. Weiss pleitte bij de Wereldbank voor zo'n aanpak, maar uiteindelijk ontbrak de politieke steun en kwam er niets van terecht. De internationale herdenkingen van de toespraak waarmee, op 5 juni 1947, toenmalig minister van Buitenlandse Zaken George C. Marshall het na-oorlogse herstelplan aankondigde, ziet Weiss als een laatste kans om het Marshallplan aan de internationale gemeenschap ten voorbeeld te stellen. In het voorjaarsnummer van het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy schreef hij daarover een artikel onder de titel: Een Marhall-plan dat we ons kunnen veroorloven.

In zijn woning even buiten Washington, op een heuvel aan de rivier de Potomac, legt Weiss uit welke lessen van het Marshallplan kunnen worden geleerd. ,,Geld is niet het belangrijkste. Tussen 1990 en 1994 hebben de VS en Europa zo'n 107 miljard dollar voor de ex-communistische landen uitgetrokken. Gecorrigeerd voor inflatie is dat meer dan de waarde van de Marshallhulp. Maar het is veel minder effectief.

,,Belangrijker dan geld is de politieke boodschap die je overbrengt. Door het Marshallplan lieten de Verenigde Staten de Europeanen na de oorlog weten: 'Wij vinden het belangrijk dat jullie herstel slaagt'. Dat bracht opwinding teweeg. Truman stond voor het plan op de bres, en tegenwoordig legendarische beleidsmakers als Marshall, Dean Acheson, Averell Harriman en George Kennan namen deel aan een grootscheepse campagne om steun van het Amerikaanse publiek en het Congres voor het plan te werven. Ook de vakbonden en het bedrijfsleven steunden de opzet.

,,Het feit dat Uncle Sam kennelijk in Europa geloofde gaf vervolgens de Europeanen zèlf het vertrouwen om tijd, geld en moeite te investeren in hun toekomst. Het meeste geld voor investeringen kon daardoor uit lokale bronnen komen, vanonder matrassen en uit oude kousen. De 13 miljard dollar aan Amerikaanse financiële steun was een ongehoord genereus gebaar, maar het belangrijkste van het geld was toch de betrokkenheid die het symboliseerde.''

Die zichtbare betrokkenheid ontbreekt nu, zegt Weiss, zowel bij regeringen als bij de bevolking in het Westen. ,,We zijn bereid een heleboel geld aan hulp te besteden, en we hèbben er ook al veel aan besteed. Maar toch bestaat in de ex-communistische landen de indruk dat het ons niet bar veel kan schelen of ze terugvallen naar economische stagnatie en autoritaire regimes of niet. En die indruk is helaas juist.''

Weiss ontkent niet dat de omstandigheden vijftig jaar geleden in het door oorlog verwoeste Europa heel anders waren dan nu in Rusland en Moskous voormalige satellietstaten. De vrees bijvoorbeeld dat het communisme zich verder door Europa zou verspreiden was destijds voor de Amerikanen een belangrijke drijfveer, die nu ontbreekt.

,,Nu is niemand meer bang voor wat ook. Maar toch is ook de huidige situatie in Rusland voor het Westen bedreigend - met nationalistische avonturiers in de politiek, een groeiende greep van de mafia op het economische leven, een reusachtig maar verarmd leger dat uiteen dreigt te vallen en een arsenaal aan kernwapens dat niet voldoende kan worden bewaakt en gemoderniseerd.

,,Ook nu is de inzet hoog, en zouden we niet lijdzaam moeten toekijken of het de Russen lukt weer op te krabbelen. Amerika heeft minder te vrezen van een sterk Rusland dat stevig verankerd is in de wereldgemeenschap dan van een verongelijkt en wanhopig Rusland dat geïsoleerd is. De wereld heeft minder te vrezen van 'een tweede China', als de Russen hun economische motor weer kunnen aanzwengelen, dan van een Rusland dat chaotisch is als de Weimar-republiek en bovendien over kernwapens beschikt - een Weimar with nukes. Ik zou willen dat onze politici zich evenveel zorgen maakten over Rusland als over Noord-Korea.''

Bij alle verschillen met vijftig jaar geleden, zijn er volgens Weiss veel die gezien kunnen worden als voordeel. ,,Anders dan in 1947 weten we nu dat een aanpak als die van het Marshallplan werkt. Bovendien hoeft Amerika nu niet meer alleen de last van de hulp te dragen: Europa en de nieuwe economieën in Azië en Latijns Amerika kunnen ook een rol spelen. De landen die indertijd zelf van het Marshallplan hebben geprofiteerd zullen daar zeker voor voelen: Uncle Sam heeft ons vijftig jaar geleden geholpen, nu kunnen wij andere landen helpen. Maar ook landen als Zuid-Korea, Brazilië en Taiwan zijn nu hulpdonor.

,,Daarnaast is het door de moderne informatie-technologie veel gemakkelijker geworden informatie te verspreiden waar investeerders en managers die hulp nodig hebben hun voordeel mee kunnen doen. En ten slotte is er op de financiële markten veel privékapitaal beschikbaar voor investeringen.''

Weiss gelooft niet dat alle elementen van het Marshallplan bruikbaar zijn voor de huidige situatie. Wel verwacht hij veel van navolging van een betrekkelijk goedkoop onderdeel van het plan, dat veel minder bekend is dan de pronkstukken: de kapitaalsteun, de betalingsunie of de regionale samenwerking die heeft geleid tot de OESO.

,,In het kader van de technische hulp aan produktiebedrijven werd bedrijfsleiders uit Europa de mogelijkheid geboden voor een studiereis van vier tot zes weken in de Verenigde Staten. Ze konden zelf komen kijken hoe hier de produktie was georganiseerd, hoe bedrijven functioneerden en hoe je in een vrije markt de marketing aanpakt. Die reizen leidden in Europa tot een snelle groei van de produktie, aanvankelijk vooral van consumptiegoederen. Dat was van groot belang, want het liet de Europese consumenten zien wat de voordelen waren van een economie met een vrije markt. In de loop der jaren zijn zo 24.000 Europeanen en later nog eens duizenden Aziaten in Amerikaanse bedrijven komen kijken. Het was geen vakantie maar hard werk, want ze moesten gedegen verslagen maken van hun bevindingen. De kosten bedroegen niet meer dan 1,5 procent van de Marshall-hulp.''

Op kleine schaal bestaan al dergelijke initiatieven voor Oost-Europa. Weiss is ervan overtuigd dat een systematisch opgezet programma van zulke studiereizen, gericht op verhoging van de industriële en agrarische produktie, een enorme bijdrage kan leveren aan de verbetering van de situatie in de ex-communistische landen. ,,Duizenden Russen, Oost-Europeanen en Aziaten uit voormalige Sovjet-Republieken zouden de kunst kunnen komen afkijken bij bedrijven in West-Europa, Amerika of Azië. Ze zouden zelf kunnen bepalen waar ze langs willen komen en wanneer.

,,De opzet van de Westerse hulp is nu meestal dat het geld moet worden besteed aan Westerse adviseurs, die afreizen naar Rusland of Oost-Europa zonder kennis van de bedrijven die ze moeten helpen. Daardoor is de hulp paternalistisch, terwijl de Marshall-hulp dat niet was.''

Maar Weiss realiseert zich dat een dergelijk plan niet op grote schaal haalbaar is zonder dat politici bereid zijn er hun nek voor uit te steken. ,,Er zijn risico's aan verbonden. Als je 100.000 Russen hierheen haalt, dan valt dat op, dan kom je ze overal tegen. Als het werkt, is het fantastisch en kan het grote invloed hebben in de internationale betrekkingen, voor een fractie van de kosten die gemoeid zijn met bijvoorbeeld de uitbreiding van de NAVO. Maar als het misgaat, dan slaat dat terug op de politici die zich ervoor hebben ingezet.''

Vijftig jaar geleden was het Marshallplan een succes dankzij krachtig politiek leiderschap, stelt Weiss, en ook nu is leiderschap een vereiste. ,,Op de lange duur zal blijken dat het de moeite waard is het te proberen. De wereld van onze kinderen zal slechter af zijn als we langs de kant blijven staan''.

NRC Webpagina's
24 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997