U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HET MARSHALLPLAN (1947)

 INLEIDING

   VOOR HET VRIJE WESTEN

   "TOESTAND IN DE WERELD IS ERNSTIG"

 TOTALE ONMONDIGHEID

  NUTTIGE VRIENDSCHAP

 AMERIKANISERING

 EXISTENTIEEL VERTROUWEN IN VS

 EN NU OOST-EUROPA

 HISTORISCHE VRAAGTEKENS

Duitslands economische wonder; Het geluk van de totale onmondigheid
Door Michèle de Waard
Het eerste Amerikaanse plan, in 1944, wilde van Duitsland voorgoed een onmachtig land maken. Maar uiteindelijk werd het iets geheel anders, want Amerika vond het in haar belang dat Duitsland een normaal westers land zou worden. De geallieerden konden zelfs in Duitsland idealen verwerkelijken die in hun eigen land op de taaiheid van de gevestigde orde stukliepen.

'Er was eens een tijd, dat een Duitser werd gewaardeerd om zijn bekwaamheid macht aan waardigheid te koppelen, door het leveren van een menselijke bijdrage aan de vrijheid van geest. Die tijd kan terugkeren.'

Deze boodschap sprak de Duitse schrijver Thomas Mann op 1 mei 1945 uit voor de BBC-radio. Het vaderland van zijn Duitse luisteraars was ingestort: materieel, spiritueel en cultureel lag het land in puin.

De grote literator leefde in de Verenigde Staten in ballingschap. Hij wilde zijn landgenoten eraan herinneren dat er ooit een ander, 'goed' Duitsland had bestaan waarvoor zij zich níet hoefden te schamen. Kort daarna schoot de Verenigde Staten het geruïneerde West-Europa met miljarden dollars te hulp. Het Europese 'herstelprogramma', beter bekend als het Marshallplan, hielp Duitsland met de wederopbouw. Het stimuleerde het 'economische wonder', het Wirtschaftswunder dat onder leiding van Konrad Adenauer en Ludwig Erhard de welvaart bracht.

Vijftig jaar later, nu de toppen van die welvaart zijn bereikt en slechtere tijden voor de deur staan, denken veel Duitsers met weemoed terug aan deze ongekend lange fase van stabiele groei en voorspoed.

Het Marshallplan moest een einde maken aan de ,,honger, de armoede, de vertwijfeling en de chaos'', verklaarde de Amerikaanse minister van buitenlandse zaken George C. Marshall in zijn beroemde rede op 5 juni 1947 aan de Harvard universiteit. Een jaar later verleende het Amerikaanse Congres zijn goedkeuring aan het voorstel een bedrag van ruim tien miljard dollar naar de Europese landen te sturen zodat hun economie kon worden hersteld. West-Duitsland kreeg 1,4 miljard dollar, Nederland 977,3 miljoen.

Voor Duitsland was de Marshallhulp veel meer dan een financieel hulpprogramma. Bondskanselier Helmut Kohl herinnerde er afgelopen maand aan dat de psychologische impuls die het Marshallplan gaf, beslissend was voor de toekomst van de Bondsrepubliek. De oorlog was nog niet afgelopen of Amerika had de overwonnen natie de hand gereikt. De VS maakte het mogelijk dat Duitsland zich tot een betrouwbare bondgenoot kon ontwikkelen, die weer waardering voor zichzelf had. Het zelfrespect waarop Thomas Mann zo had gehoopt. De Bondsrepubliek kreeg een economisch model opgelegd, dat later lof zou oogsten wegens zijn consensus in het bedrijfsleven, de inspraak van werknemers en een onafhankelijke centrale bank. Een angelsaksische variant op Bismarcks verzorgingsstaat.

Nu was het nooit de bedoeling geweest van de Verenigde Staten om Duitsland na de oorlog tot een economische dwerg te maken. Heel even had de toekomst van Duitsland er heel anders uitgezien als het aan de Amerikaanse minister van financiën Henry M. Morgenthau had gelegen. Duitsland moest hard worden gestraft, vond hij. Al in september 1944 stelde hij een rigoreus plan voor om Duitsland na de oorlog op te delen, de industriële centra te ontmantelen en het land te veranderen in een landbouwstaat. Frankrijk zou het fel begeerde Roergebied in handen krijgen.

In Morgenthau's plan, dat 'programma ter verhindering van de Derde Wereldoorlog' heette, was Duitsland voorgoed uitgeschakeld. Morgenthau achtte het land niet voor verbetering vatbaar. Zijn plan was echter geen lang leven beschoren. Henry Stimson, de Amerikaanse minister van oorlog, noemde het plan een ,,misdaad tegen de beschaving''. De moedwillige vernietiging van Duitsland was vergelijkbaar met de methoden die de nazi's in Rusland hadden gebruikt, vond Stimson. Dit zijn manieren ,,die tot oorlog leidden, niet tot vrede'', fluisterde hij president Franklin Roosevelt (FDR) in het oor. Twee maanden circuleerde Morgenthau's plan in Washington, daarna werd het terzijde geschoven omdat het economisch onhoudbaar was.

Hoewel het voorstel om van Duitsland een groot akkerland te maken door de Amerikaanse regering nooit serieus is overwogen, is het opvallend dat het 'plan-Morgenthau' zich na de oorlog lange tijd in de hoofden van Duitsers heeft vastgezet. ,,Het plan ontlastte Duitsland van zijn politieke en morele bankroet omdat nu ook Amerika van een vernietigings-strategie kon worden beticht'', meent Klaus-Dietmar Henke, historicus bij het Hannah Ahrendt-instituut in Dresden, die onderzoek verrichtte naar het Morgenthau-plan. Zelfs de nazi's gebruikten het plan dankbaar in hun propagandamachine om de bevolking aan het eind van de oorlog angst aan te jagen. Zo groeide het plan-Morgenthau uit tot een nationale legende, hoewel Washington er niets van moest weten. Het voorstel is niet eens een voorloper van het Marshallplan te noemen.

Amerika had andere belangen. In de plannen van het State Department voor de naoorlogse ordening, stond de terugkeer van Duitsland naar de normaliteit op de voorgrond. Het land moest politiek en maatschappelijk worden vernieuwd en weer in de wereldeconomie worden geïntegreerd.

De VS wilden een grote, liberale vrijhandelszône creëren, zonder importquota en met vaste wisselkoersen om het Europese betalingsverkeer te stabiliseren, schrijft de economisch historicus dr. Christoph Buchheim van de universiteit van Mannheim in zijn boek 'Herintegratie van West-Duitsland in de wereldeconomie 1945-1958'. Met filantropie had de Amerikaanse vrijgevigheid weinig te maken. Het centrale doel van de Amerikanen was van politieke aard.

De hoop van Washington om de naoorlogse wereld blijvend te kunnen ordenen door samenwerking in de Verenigde Naties - ook met de Sovjet-Unie - was ijdel gebleken. Moskou voelde hier niets voor. Het optreden van Stalin die met zijn Rode Leger op de Balkan en in Oost-Europa een veiligheidsgordel aanlegde ('cordon sanitaire') om een deel van het Sovjet-rijk te beschermen, leidde tot een ingrijpende wijziging van de Amerikaanse buitenlandse politiek.

Het verarmde Europa leek Washington een dankbare voedingsbodem voor de communistische partijen, die vooral in Frankrijk, Italië en Griekenland sterk groeiden. Het herstel in Duitsland, dat niet eens meer in staat was de eigen bevolking te voeden, was na de oorlog nauwelijks op gang gekomen. Alleen een economisch gezond Europa, was politiek stabiel en kon als bolwerk dienen tegen het communisme, meende de Amerikaanse regering. Zo werd het Marshallplan een instrument in de Koude Oorlog die was losgebroken.

Toen begin 1947 bleek dat de Britten niet langer in staat waren de Griekse regering te beschermen tegen de communisten, kreeg Amerika haast met zijn steun aan West-Europa. President Harry Truman, die Roosevelt intussen was opgevolgd, greep de kans zijn 'Truman-doctrine' af te kondigen. Het oprukkende communisme, waarin Washington een strategisch plan zag van Stalin, moest worden ingedamd. De keuze was tussen vrijheid of slavernij, meende Truman en gaf het startschot tot de massale steunoperatie.

Met affiches, films en wervende teksten reed de Europatrein door het continent om inwoners van Berlijn tot Wenen informatie te geven over het Marshallplan. Onder het motto 'vrede, vrijheid en welvaart' woei een Amerikaanse wind door Duitsland, dat van de geallieerde bezetter een nieuwe politieke, wettelijke en economische architectuur kreeg.

Als eerste werden de grote conglomeraten ontmanteld. Belangrijke mijnbouwondernemingen en staalconcerns zoals Krupp, Thyssen, Flick, maar ook BMW, werden immers als handlangers van de nazi's beschouwd. Opvallend was dat de bombardementen op Duitsland vooral woonblokken in de steden hadden verwoest, het overgrote deel van de produktiebedrijven was ongedeerd gebleven.

Wat de denazificatie betreft liepen de ontwikkelingen in Oost en West-Duitsland aanvankelijk parallel. Maar dat verdween snel na de oorlog. Het oostelijke deel van Duitsland, dat in handen was van de Sovjet-Unie, sloeg binnen een jaar de richting in van een planeconomie. De onteigende bedrijven werden genationaliseerd en werden omgedoopt tot Volkseigene Betriebe (VEB).

Het duurde niet lang of ook de harde collectivisatie uit het Sovjet-rijk sloeg over naar wat in 1949 de DDR heette. In dorpen speelden zich dramatische taferelen af. Boeren die weigerden mee te werken, werden onder grote druk gezet.

Niets van dat alles was te bespeuren in het westen van Duitsland. Daar drukten in de naoorlogse bezettingsjaren tot de verkiezingen van 1949, Amerikanen, Britten en Fransen hun stempel op de economie. Duitsland kreeg een vrije markteconomie mèt sterke sociale trekken. Dat laatste was te danken aan de Britse Labourregering en later aan de Duitse minister van economische zaken Ludwig Erhard, de vader van het economische wonder in de jaren vijftig.

Het feit dat Duitsland tijdens de bezetting volledig onder curatele was gesteld van de geallieerden, heeft het land geen windeieren gelegd, stelt Buchheim. In de naoorlogse jaren is de basis gelegd voor een economisch concept, dat onder de noemer van 'het Duitse model' bekendheid kreeg.

Zo stimuleerde de Britse bezetter de oprichting van de zogenaamde eenheidsvakcentrale (Deutscher Gewerkschaftsbund) en het recht op de fameuze medezeggenschap in bedrijven. Werknemers hebben via de ondernemingsraad ook een zetel in de raad van toezicht. Beide instrumenten, die de werknemer een grotere rol in de economie toebedeelden, werden door Labour in eigen land vurig gewenst, maar in het nieuwe Duitsland konden ze worden doorgevoerd.

Het kartelverbod droeg een Amerikaans stempel. En met een centrale bank die onafhankelijk opereert van de politiek, was Duitsland jarenlang een buitenbeentje. Nu dit systeem een succes is gebleken, aast een aantal Europese landen op navolging. Labour zette onlangs een eerste stap in deze richting.

De economische hervormingen in Duitsland waren volgens Buchheim succesvol, omdat het mogelijk was ze tijdens de uitzonderlijke bezettingsperiode radicaal door te voeren. Zodoende kon ook de ingrijpende monetaire hervorming eind jaren veertig slagen toen de Deutsche mark ontstond. De meeste hervormingen worden volgens Buchheim halfhartig uitgevoerd, omdat er teveel compromissen moeten worden gesloten. ,,De totale onmondigheid van Duitsland is na de oorlog uiteindelijk een groot geluk gebleken'', stelt de historicus uit Mannheim vast.

Het Marshallplan was een groot succes, misschien het grootste succes van de naoorlogse buitenlandse politiek van de Verenigde Staten. Ook al is de uitvoering niet geheel onomstreden verlopen. De betekenis reikte veel verder dan uitsluitend een economisch herstel. De groei leidde tot sociale pacificatie en tot de politieke herintegratie van Duitsland in West-Europa. Amerika wilde na de oorlog dat de Bondsrepubliek een normaal land zou worden. Na de hereniging riep hetzelfde Amerika Duitsland op zijn normale rol als leider van Europa op zich te nemen.

De Bondsrepubliek is inmiddels een normaal land geworden. Maar met de nieuwe verhoudingen, die na de eenwording zijn ontstaan, lijkt Duitsland geen raad te weten. De Duitse reus is gevangen in problemen omdat de mentale eenwording en de euro moeilijker te winnen zijn dan verwacht.

De twee peilers, die Duitsland na de oorlog zekerheid verschaften, zijn zwakker geworden en vragen om renovatie. De gekoesterde sociale markteconomie gaat gebukt onder een zware hypotheek. De financiële problemen brengen het fel begeerde project van de monetaire unie in gevaar, wat het symbool van de westelijke integratie moet worden. Tegelijkertijd dreigt de uitbreiding van de NAVO Duitsland te vermalen tussen haar loyaliteit met Amerika en haar natuurlijke loyaliteit met het oosten van Europa en Rusland.

Vijftig jaar na de introductie van het Marshallplan verlangt de nieuwe situatie in Europa dat Duitsland voor het eerst, zonder de grote Amerikaanse broer, zijn eigen belang definieert. Of moet eerst het symbool van de 'oude' wereld, de Bonner Republiek begraven zijn, voordat in Berlijn een nieuw Duits zelfbewustzijn doorbreekt?

NRC Webpagina's
24 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997