U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HET MARSHALLPLAN (1947)

 INLEIDING

   VOOR HET VRIJE WESTEN

   "TOESTAND IN DE WERELD IS ERNSTIG"

 TOTALE ONMONDIGHEID

  NUTTIGE VRIENDSCHAP

 AMERIKANISERING

 EXISTENTIEEL VERTROUWEN IN VS

 EN NU OOST-EUROPA

 HISTORISCHE VRAAGTEKENS

De Britse historicus Milward zet vraagtekens
'Die hele Marshallhulp was niet meer dan een druppel in de oceaan'

Door Bernard Bouwman
Het Marshallplan is zeker niet de hoeksteen van de wederopbouw van West-Europa na de Tweede Wereldoorlog. Dat zegt de Britse historicus Alan Milward, die als hoogleraar verbonden is aan het door de Europese Unie gefinancierde Europees Universitair Instituut in Florence. Zonder de Amerikaanse hulp zou bijvoorbeeld Nederland, dat meer dan menig ander Westeuropees land baat had bij het Marshallplan, dezelfde groeicijfers hebben gehaald, maar dan alleen zeven of acht maanden later.

,,Vergeleken bij de herstel- en investeringsprogramma's die de staten in West-Europa zelf opstartten na de Tweede Wereldoorlog, is de hele Marshallhulp niet meer dan een druppel in de oceaan'', aldus de Britse historicus.

Ook de betekenis van het Plan als katalysator voor de Europese integratie schat Milward niet hoog in. ,,Het enige waar Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk het over eens waren tijdens het Marshall-tijdperk was dat ze samen moesten proberen om de totaal wereldvreemde ideeën van het Amerikaanse Ministerie van Buitenlandse Zaken over de Europese integratie tegen te houden. Dat deden ze sucessvol: de Amerikanen bereikten op het gebied van de Europese integratie helemaal niets van wat ze hadden willen bereiken. De geschiedenis van de Europese integratie is in essentie een Europese geschiedenis, de inmenging van buiten was van veel minder groot belang dan vaak wordt gedacht.''

De opvattingen van Milward, zoals neergelegd in zijn Reconstruction of Western Europe 1945-1951 (1984), veroorzaakten een grote schok onder historici. Tot dan toe was er immers overeenstemming dat het Plan in belangrijke mate had bijgedragen tot de vestiging van een Pax Americana na de Tweede Wereldoorlog in West-Europa. Voorstanders daarvan prezen de gulhartigheid van de Verenigde Staten die - nadat ze een dure en veel slachtoffers eisende oorlog ter wille van Europa hadden uitgevochten - diep in de buidel tastten om het grotendeels verwoeste West-Europa weer op de goede weg te helpen. Tegenstanders zagen het Marshallplan als deel van een groot Amerikaans complot om West-Europa, waar communistische partijen na de Tweede Wereldoorlog grote aanhang hadden, definitief in te lijven in het kapitalistische machtsblok. Beide 'scholen' achten het Marshallplan - ondanks al hun meningsverschillen - van groot belang voor de ontwikkeling van West-Europa.

En bij die economische betekenis zet Milward nu juist vraagtekens. Zo concludeert hij in de Reconstruction of Western Europe dat een groot deel van de Marshallhulp (in 1949/1950 voor Nederland 23.1%, voor het Verenigd Konkrijk 32.5 %, voor het bezette Duitsland zelfs 48.6%!) besteed werd aan voedsel. Tussen 1946/7 en 1948/9 nam het aantal calorieën dat de gemiddelde Westeuropeaan dagelijks tot zich nam met ongeveer 20 procent toe. Als West-Europa geen Marshallhulp zou hebben gehad, was, aldus Milward, het dagelijks aantal calorieën op het niveau van 1947 blijven steken. Vervelend wellicht, maar zeker geen onoverkomelijke ramp. Ook bij de betekenis van de Marshallhulp voor de industrialisatie van West-Europa plaatst Milward kanttekeningen. ,,West-Europa was al bezig met economisch herstel toen de Amerikaanse hulp loskwam. Frankrijk en Nederland hadden de meest ambitieuze investeringsprogramma's en zij zouden dus het meest van de aanschaf van kapitaalgoederen met behulp van Amerikaanse dollars hebben moeten profiteren. Volgens mijn berekeningen versnelde de Amerikaanse dollars de Nederlandse groei met zeven of acht maanden en de Franse met drie. Dat stelt dus weinig voor.''

Maar had de Marshallhulp dan geen politieke betekenis?

,,De rol van de Organisatie voor Europese Economische Samenwerking (OEEC), via welke de hulp werd toegekend, is wel van groot belang. Door de OEEC, die als het ware leefde en stierf met de Marshallhulp, werd de basis gelegd voor een open internationaal systeem dat als raamwerk kon dienen voor de na-oorlogse economische groei. In de crisisjaren voor de Tweede Wereldoorlog blokkeerden de landen in West-Europa hun onderlinge handel door tarieven en quota in te voeren en regelingen te treffen over bijvoorbeeld het omwisselen van valuta's. Die maatregelen waren er vooral op gericht de eigen industrie te beschermen maar hadden als resultaat dat het internationale handelssysteem steeds meer werd aangetast. Na de oorlog gebeurde dat niet.

,,Zo werden er binnen de OEEC snel afspraken gemaakt over de bijvoorbeeld de afbraak van quota binnen de handel of over betalingsregelingen. De organisatie heeft ook een grote rol gespeeld bij de integratie van het nog steeds bezette West-Duitsland in een Westeuropese economische orde. Dat is ook van groot belang, omdat West-Duitsland in de jaren vijftig de belangrijkste motor van de Westeuropese economie zou worden. En daar heeft bijvoorbeeld een land als Nederland, dat zulke sterke banden heeft met Duitsland, wel weer sterk van geprofiteerd.''

Maar de OEEC speelde geen rol van betekenis op het gebied van de Europese integratie?

,,Nee, de overlegcomités van de organisatie waren in feite zo ingericht dat de Westeuropeanen samen bepaalden wat er zou gebeuren. In de wandelgangen maakten de Britten en de Fransen samen de dienst uit en die vonden dat de ideeën van de Amerikanen wereldvreemd waren. Tijdens het Marshall-tijdperk werd de Amerikaanse politiek grotendeels bepaald door het State Department en die hadden wilde, idealistische ideeën over de toekomst van Europa. De Treasury dacht er heel anders over maar die speelde toen geen rol van betekenis. Op het State Department dacht men in alle ernst dat het mogelijk was om in een paar jaar West-Europa tot een politieke en economische eenheid om te vormen, compleet met een gemeenschappelijke munt.''

Was de Amerikaanse politiek dan een mislukking?

,,Zo voelden de Amerikan het zelf op een bepaald moment wel. In 1950 deden ze een beroep op Frankrijk om met een nieuw plan te komen omdat hun eigen initiatieven compleet waren vastgelopen. De Fransen voelden zich door die oproep gesterkt en lanceerden het Schuman-plan [dat erop was gericht de kolen- en staalindustrie in Europa onder een supranationaal gezag te plaatsen]. Dat redde het wel, maar dat komt omdat het niet zo vaag en onwerkbaar was als al de ideeën van de Amerikanen.''

,,Het Schuman-plan is een kernpunt in de geschiedenis van de Europese integratie en zegt veel over de aard van dat proces. Geen vaag idealisme, maar een duidelijke visie op het eigenbelang lag aan de basis van dat plan. Frankrijk was immers bezig aan een grootschalig industrialisatieprogramma en moest daartoe toegang hebben tot de steenkool- en cokesvoorraden van West-Duitsland.

Daarnaast hoopte iemand als Jean Monnet [de drijvende kracht achter het initiatief in Frankrijk] dat de Westduitse markt een grote afnemer van Frans staal zou worden. Dat is in de jaren vijftig ook gebeurd: een groot aantal Duitse Volkswagens had een carosserie van Frans staal. Frankrijk had dus alle reden te streven naar een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal waarin iedereen gelijk behandeld zou worden. Dat minister van Buitenlandse Zaken Schuman het hart van zijn vroegere Landsleute (Schuman was geboren in Luxemburg maar woonde lang in Duitsland) wist te raken met mooie uitspraken over vrede en veiligheid, was alleen maar meegenomen.''

Maar hoe groot is de invloed van de Verenigde Staten dan op de Europese integratie geweest in de jaren vijftig en zestig?

,,Ik ben bezig een boek te schrijven over het Verenigd Koninkrijk en de Europese Gemeenschappen. Dat is een opdracht van de Britse regering, en die heeft me inzage gegeven in bijna alle archiefstukken van na de Tweede Wereldoorlog. Het eerste deel is net af. Van de ongeveer 600 bladzijden gaan er twintig over de Verenigde Staten. En als dat al zo is voor het Verenigd Koninkrijk, dat zich altijd als trouwe bondgenoot van de VS ziet, dan zal het voor de andere Westeuropese staten niet veel anders zijn.''

,,De geschiedenis van de Europese integratie is vóór alles een Europese geschiedenis. Ik twijfel eraan of die conclusie automatisch impliceert dat de politiek van de VS in West-Europa een groot fiasco geworden is. Ik denk dat het eerder zo is dat de Amerikanen een bijzonder welwillende houding ten opzichte van West-Europa aannamen en, als puntje bij paaltje kwam, voorrang gaven aan de veiligheid van West-Europa boven economische integratie.

,,De ontmoeting tussen president Kennedy en Harold Macmillan op de Bahama's in 1962 is een typisch voorbeeld. Doel van Kennedy was om Macmillan te stimuleren om lid te worden van de Europese Gemeenschappen. Stok achter de deur daarbij waren de Polaris-raketten. Als Macmillan koppig zou blijven, zouden de Verenigde Staten die raketten niet verkopen. Binnen 24 uur veranderde Kennedy echter van gedachten onder druk van het Pentagon. Dat zei dat Amerika uiteindelijk wel kon accepteren dat het Verenigd Koninkrijk buiten de Europese Gemeenschappen bleef, maar dat de Polaris-raketten essentieel waren voor de verdediging van West-Europa.''

Dus de veiligheidspolitiek gaf in Washington de doorslag?

,,Inderdaad, en in die zin kun je de Amerikaanse politiek ook geen mislukking noemen omdat integratie in West-Europa simpelweg geen hoofddoel was. Daar staat tegenover dat de Amerikanen er wel wat al te gemakkelijk van uit gingen dat een verenigd Europa net als de VS op de bres zou zijn staan voor een open, internationale economische orde. Dat is dus zeker niet het geval geweest. De Europese Unie ontwikkelde zich al snel tot een soort economische Frankenstein, en zeker op het gebied van de landbouw (waar het gemeenschappelijke EU-beleid goedkopere produkten buiten haar grenzen hield) heeft Amerika daar een zware prijs voor moeten betalen.''

NRC Webpagina's
24 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997