U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
     
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

 HET MARSHALLPLAN (1947)

 INLEIDING

   VOOR HET VRIJE WESTEN

   "TOESTAND IN DE WERELD IS ERNSTIG"

 TOTALE ONMONDIGHEID

  NUTTIGE VRIENDSCHAP

 AMERIKANISERING

 EXISTENTIEEL VERTROUWEN IN VS

 EN NU OOST-EUROPA

 HISTORISCHE VRAAGTEKENS

'Toestand in wereld is ernstig'
,,Ik hoef u niet te vertellen, mijne heren, dat de toestand in de wereld zeer ernstig is. Dat moet ieder intelligent mens duidelijk zijn.'' Zo begon George C. Marshall, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, op 5 juni 1947 zijn rede aan de Harvard-Universiteit.

Deze toespraak vormde het startsein voor het na-oorlogse Europese hulpprogramma dat bekend staat als het Marshallplan. De Organisatie voor Europese Economische Samenwerking, voorloper van de huidige OESO, werd opgericht om in samenwerking met de regering van de VS de distributie van de hulp te organiseren.

Marshalls betoog moest het Amerikaanse publiek, en vooral het Amerikaanse Congres overtuigen van de noodzaak voor grootschalige financiële steun voor Europa. Ernstiger dan de zichtbare verwoestingen, aldus de minister in zijn toespraak, was de ontwrichting van de infrastructuur van de nationale economieën. Europa zat gevangen in een vicieuze cirkel; om honger en kou te bestrijden moesten regeringen hun dollarreserves aan voedsel en brandstof uitgeven, en konden ze hun kostbare deviezen niet voor de wederopbouw investeren. Vier jaar economische steun moest het oprukkende communisme in een verarmd Europa tegenhouden, en de ineenstorting van de wereldhandel voorkomen. De steunoperatie was een totale breuk met de politiek van splendid isolation, die de Verenigde Staten tijdens het Interbellum hadden gevoerd.

De Amerikaanse regering zag de oplossing in Europese economische samenwerking, en stelde als voorwaarde voor hulp dat er een permanente Europese organisatie opgericht moest worden.

Het Marshallplan kwam er op neer dat Europese landen de uit het dollargebied te importeren goederen betaalden met nationale valuta. De Amerikaanse exporteur ontving dollars van de eigen regering en de importeur stortte zijn betaling in nationale valuta op een zogenoemde tegenwaarde-rekening. Met dit tegenwaardegeld loste de regering van het deelnemende land de nationale schuld af, en werden wederopbouw-projecten gefinancierd.

De totale financiële hulp bedroeg ruim 11,6 miljard dollar, en werd verdeeld over 16 Europese landen (inclusief Turkije). Het geld was aanvankelijk voor alle Europese landen bestemd, ook de communistische, maar de laatste aanvaardden de hulp niet. In de loop van de jaren werd het Marshallplan een politiek instrument in de Koude-Oorlogstrategie van de Verenigde Staten. Deelnemende landen mochten bijvoorbeeld geen handel drijven met de Sovjet-Unie, en vanaf 1951 werd het verhogen van de militaire uitgaven voor deelnemers een voorwaarde om hulp te ontvangen.

Sommige historici relativeren de economische effecten van het Marshall-plan; het zou alleen het tempo van de economische groei veranderd hebben. Belangrijkere gevolgen zijn wellicht de reïntegratie van de Duitse economie en de liberalisering van het internationale handels- en monetaire systeem.

Nederland sleepte relatief veel van het hulpbedrag binnen; tot en met 1954 ontving ons land 1127 miljoen dollar, 109 dollar per hoofd van de bevolking. Volgens een populaire anekdote zou Nederland deze generositeit te danken hebben aan het feit dat de hoogste Marshall-ambtenaren in Europa, Harriman en Hoffman, bij premier Drees thuis werden ontvangen. Na het legendarische mariakaakje bij de koffie en een blik op de bescheiden inrichting van de minister president, zou Hoffman tegen Harriman gezegd hebben; ,,In a country where the Prime Minister lives like this, our money is very well spent.''

NRC Webpagina's
24 mei 1997

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1997