U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Vrijwilligerswerk NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


VRIJWILLIGERS
NOODZAAK
WAARDE
SECTOREN
WERVING
AZC
PORTRETTEN
BEDRIJFSUITJES
RECHTEN EN PLICHTEN
TOEKOMST
CIJFERS
INFORMATIE
BOEKEN
INTERNET
De nieuwe mens in het ons-tijdperk

Het ik-tijdperk is voorbij. Vrijwilligers zullen harder nodig zijn dan ooit, betoogt sociaal filosoof Egidius Berns.

Martijn van Leeuwen

''STRIKT GENOMEN IS vrijwilligerswerk niet meer van deze tijd'', zegt prof.dr. E.Berns, 61 jaar, hoogleraar sociale filosofie aan de Katholieke Universiteit Brabant. "Kijk. We leven in een liberaal-economische samenleving. Het liberalisme doet puur een beroep op het eigenbelang. Vrijwilligers dienen het gemeenschappelijk belang en dat druist in tegen het liberalisme. Voilà!''

In 1979 schreef psycholoog Christopher Lasch al over het individu, in zijn boek The Culture of Narcism: "Hij schuwt samenwerking, koestert antisociale impulsen en vindt diep van binnen dat regels niet op hem van toepassing zijn.'' In 1976 doopte schrijver Tom Wolfe zijn tijd tot The Me Decade, het ik-tijdperk: een tijd waarin traditionele, gedeelde belangen aan de kant werden geschoven voor persoonlijke ontwikkeling en groei.

Berns: "Onze samenleving is vereconomiseerd. Elke dag wordt de burger verteld: kom voor jezelf op! En hij heeft het begrepen: als hij iets doet, wil hij er eerst wat voor terug. Deze economische rationaliteit knaagt aan fundamentele waarden. Een calculerende burger is steeds minder bereid zich voor publieke zaken in te zetten.''

Toch klinken er ook andere geluiden. In het zojuist verschenen boek Vrijwilligerswerk Wereldwijd (een overzicht van vrijwilligerswerk in 21 landen, ter gelegenheid van het Internationaal Jaar van Vrijwilligers) staat dat het aantal vrijwilligers toeneemt: "Vrijwilligerswerk wordt een steeds belangrijker maatschappelijk fenomeen. In de wereld groeit namelijk het besef dat de overheid niet alle problemen in de samenleving kan oplossen. Vrijwilligers, dat zijn de nieuwe oren en ogen van de samenleving. Ze signaleren nieuwe behoeften of lacunes in voorzieningen.'' De Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV) gaan daar in mee. "Vrijwilligers bepalen in toenemende mate de 'gezondheid' van maatschappelijke instellingen als zorg en welzijn'', meldt het Trendrapport Jongeren en Vrijwilligerswerk, de Generatie @ (een uitgave van de NOV en het sVM).

Berns onderkent deze ontwikkeling. "Staatkundige instellingen zijn aan erosie onderhevig. In het verleden was die erosie veelal toegedekt. De hedendaagse globalisering maakt haar echter zichtbaar. Er bestaat geen institutie meer die het grote geheel kan overzien. Wie kan ons zeggen wat ons nog te wachten staat aan vervuiling of vluchtelingenstromen.''

Door deze ongewisheid voorspelt Berns dat groepen mensen buiten de boot vallen en dat vrijwilligers moeten inspringen. "De verzorgingsstaat brokkelt af. Nu al zorgt de overheid niet meer voor illegalen. Wie zullen volgen: de etnische onderklasse, de ouderen? Steeds meer mensen zullen afhankelijk worden van de hulp van vrijwilligers. Vrijwilligers zullen de nieuwe uitvoerders van de Werken van Barmhartigheid worden.''

Maar waar wil Berns de benodigde vrijwilligers vandaan toveren? De filosoof blijkt toch geen cultuurpessimist. "Tussen een kwart en eenderde van de volwassen bevolking besteedt zo'n vijf uur per week aan vrijwilligerswerk, vergeet dat niet.''

Berns voorziet een cultuuromslag. "Er zijn tekenen dat het overspannen individualisme op zijn laatste benen loopt. Er is een grens aan genot en die heet verveling. Als in een land eenmaal een bepaalde drempel van welzijn is bereikt, dan komt het welbevinden los te staan van de extra bezittingen die gekocht zijn.''

Volgens Berns schuilt de zin van het leven niet meer in de grote auto, maar in het menselijke detail. "Zingeving, zorg voor je omgeving worden belangrijk. Uit deze innerlijke behoefte kan een nieuwe gemeenschapszin ontstaan.''

Exponent van deze cultuuromslag zou Rutger van Dijk kunnen zijn, directeur van de Coca-Cola-vestiging in Arnhem. Vorig jaar bezocht hij een van de drie 'buitenscholen' van Arnhem: scholen waar 450 kinderen met ernstige, soms levensbedreigende ziekten les krijgen. Hij was ontzet over de erbarmelijke staat van de school. "De school was brandgevaarlijk, sterk verwaarloosd, zelfs het speelpleintje was opgebroken en nooit afgemaakt.'' Na beraad met zijn superieur in Rotterdam besloot Van Dijk een video te maken over de school. Met de video ging hij gala's af ("Emotie verkoopt nu eenmaal.'') en sprokkelde genoeg geld bij elkaar voor een grondige renovatie.

"Het zien van lachende kindergezichtjes geeft veel meer voldoening dan het verkopen van cola'', aldus de directeur. Maar daarbij draagt hij ook de filosofie van zijn bedrijf uit. "Onze winst halen we uit de samenleving, dus een deel moet daarin weer terugvloeien, vinden we. Zo vraag ik werknemers ook projecten voor het Vrijwilligersfonds te bedenken. Dit jaar schenken we als extraatje enkele tonnen aan vrijwilligersprojecten.''

Van Dijk blijft ondernemer in hart en nieren ("Nederlanders moeten 40 procent meer cola gaan drinken''), maar: "Ik zou zo met 60 procent minder luxe leven.''

"Ziedaar het ons-tijdperk'', zegt filosoof Berns triomfantelijk. "Het ik-tijdperk is voorbij. De verantwoordelijkheid ligt niet meer bij mij, ook niet bij hen, maar bij ons.''

Het lijkt niet meer dan logisch. "Zelfontplooiing is niet mogelijk zonder de waardering van anderen. We willen een geliefd en interessant mens zijn. Die status is alleen te bereiken als we rekening houden met anderen.''

NRC Webpagina's
18 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad