U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Vrijwilligerswerk NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


VRIJWILLIGERS
NOODZAAK
WAARDE
SECTOREN
WERVING
AZC
PORTRETTEN
BEDRIJFSUITJES
RECHTEN EN PLICHTEN
TOEKOMST
CIJFERS
INFORMATIE
BOEKEN
INTERNET
Portretten

Favoriete wonden


Foto: Freddy Rikken

Vrijwilligerswerk: Leon Hakkenbroek (39)
Beroep: systeembeheerder bij het ministerie van VROM
Vrijwilliger bij: de Landelijk Organisatie Ter Uitbeelding van Slachtoffers (LOTUS), die mensen opleidt om bij onder meer EHBO-oefeningen slachtoffers uit te beelden.

"Het is ooit allemaal begonnen toen een bevriende brandweerman vroeg of ik een paar keer voor slachtoffer wilde spelen bij oefeningen. Nadat ik dat had gedaan, leek het me leuk het officieel te leren. Zo ben ik vijf jaar geleden na een anderhalfjarige opleiding LOTUS geworden. Ik heb al vijftien jaar mijn EHBO-diploma en LOTUS geeft daar een extra dimensie aan. Ik weet nu veel meer details van bepaalde letsels en ik zie het zo eens van de andere kant.

"Zo'n twee tot drie keer per maand doe ik mee aan een oefening. Op deze manier hoop ik te helpen iemand een betere EHBO'er te maken. De verwondingen die we uitbeelden moeten er daarom zo realistisch mogelijk uitzien. Met ketjap gekleurd brooddeeg kun je een levensechte snijwond maken. Dat is een van de dingen die je tijdens de opleiding leert.

"Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen favoriete wonden om uit te beelden. Ik vind een simpel snijwondje niet zo interessant, de grotere verwondingen zijn veel leuker. Het moeilijkste is om uit te beelden dat je bewusteloos bent. Dan moet je je helemaal slap houden terwijl de EHBO'ers praten en aan je zitten te trekken. Je leert hoe je moet reageren als de hulpverlener verkeerd bezig is, al mag je natuurlijk niet te veel helpen. Maar als ik een wond aan m'n been heb en de EHBO'er is bezig met mijn arm, dan zeg ik daar wel wat van.

"Het is de bedoeling dat alles zo echt mogelijk lijkt. Des te realistischer de wond er uitziet, des te meer de hulpverlener leert. Daarom vind ik het ook zo jammer dat er niet genoeg LOTUS-vrijwilligers zijn. Veel EHBO-verenigen moeten het doen met ongeschoolde mensen. Het lijkt soms alsof er een taboe op vrijwilligerswerk ligt, omdat je er niets voor krijgt. Tegenwoordig is iedereen zo egoïstisch, het is alleen ik, ik, ik. Maar geld is niet alles.

"Soms moet ik oppassen dat al mijn vrijwilligerswerk niet ten koste gaat van mijn gezin. Mijn vrienden vinden het wel apart dat ik het doe. Ze kennen me zo langzamerhand. Ik speel ook voor Zwarte Piet bij gehandicaptenverenigingen en ben vrijwillig chauffeur bij het Rode Kruis. Bij het EK-voetbal ben ik ook vrijwilliger geweest. En o ja, ik begin binnenkort met een cursus vrijwillge brandweer. Je wilt toch ook wel eens wat anders.''

Altijd vrolijk


Foto: Freddy Rikken

Vrijwilligerswerk: Desirée Schouwenaars (22)
Studeert: dierhouderij (tweedejaars), Hogeschool van Delft
Vrijwilliger bij: de Madurodam Manege in Den Haag, waar geestelijk en lichamelijk gehandicapte mensen (voornamelijk kinderen) paardrijles krijgen.

"Ik ben een enorme dierenfanaat. Als negenjarige heb ik hier zelf gereden als fysiotherapie voor mijn rug. Eigenlijk ben ik sinds die tijd blijven plakken. Rond mijn dertiende ben ik gaan helpen op de manege. "Ik ben hier nu bijna elk vrij uurtje, zelfs om zeven uur 's ochtends in het weekeinde om de paarden te voeren. Mijn moeder verklaart me wel eens voor gek. Maar er zijn eigenlijk altijd wel vrijwilligers nodig voor het begeleiden van de lessen. De paarden moeten ook nog worden verzorgd en de stallen schoongemaakt. "De manege heeft dertien paarden en er rijden ongeveer 250 ruiters, maar er zijn maar vijftig vrijwilligers. Dat is jammer, want voor veel ruiters is dit een van de weinige activiteiten die ze kunnen doen.

"Er zijn in de manege speciale zadels en er is een tillift aanwezig. Elke ruiter wordt door ten minste een persoon begeleid en er zijn ook fysiotherapeuten aanwezig. We doen spelletjes op het paard als therapie. Het leuke aan dit werk is het plezier dat de ruiters beleven. Al zijn sommigen zwaar gehandicapt, ze zijn altijd vrolijk. Het is erg dankbaar werk om op deze manier voor de mensen de sleur een uurtje te doorbreken. Bovendien ben ik gek op paarden. "Vaak kijken mensen raar op als ik vertel dat ik dit werk voor niets doe. Ik vind het belangrijk dat je je als vrijwilliger voor 100 procent inzet. Je moet doen wat je echt leuk vindt, en ik vind dit fantastisch. Omdat ik hier veel ben, heb ik ook echt een band met de mensen gekregen.

"Het is tijdens de lessen altijd erg gezellig en ik maak veel leuke dingen mee. Heel bijzonder vond ik het toen een jongetje dat eerst altijd zweeg, tijdens de lessen begon te praten. Hij las opeens de borden op die rond de bak stonden. Zoveel kan een simpele paardrijles betekenen.''

Niet bemoederen


Foto: Freddy Rikken

Vrijwilligerswerk: Paul Schuddebeurs (54)
Beroep: voormalig onderwijzer
Vrijwilliger bij: het Gasthuis Groningen, waar mensen in de terminale fase tot hun dood worden verzorgd.

"Ik had 23 jaar geleden al eens gehoord van terminale zorg, wat toen nog stervensbegeleiding heette. Ik heb toen gedacht: dat wil ik nog eens gaan doen. Maar ja, dat zakt dan weer weg totdat vijf jaar geleden mijn moeder is overleden. Dat heeft zo'n grote indruk op me gemaakt, dat het idee direct weer terug was. Ik ben bij Humanitas begonnen in de terminale thuiszorg. Sinds het Gasthuis is opgezet, werk ik hier. De hoofdzaak is aanwezig zijn voor de gasten en hun familie en vrienden. Mensen in de terminale fase willen niet alleen zijn.

"En nee, het is echt niet zwaar. Dat denkt iedereen altijd. Het is wel intens. Ik heb nog niets anders ontdekt waarbij je zo intiem bent met wildvreemden. Als mensen hier komen, weten ze dat ze gaan sterven. Ze geven dan vaak veel van zichzelf bloot. Het is dan aan de vrijwilliger ervoor te zorgen dat hij de patiënt niet bemoedert. De meeste gasten zijn fysiek afhankelijk van de verzorging en daar moet het bij blijven.

"Ze moeten niet helemaal afhankelijk van je worden. En je moet kunnen accepteren dat iedereen op zijn eigen manier dood wil gaan. Daar moet je met je vingers afblijven, ook al snap je er niets van, anders ben je niet geschikt voor dit werk. Je wordt niet zweverig van dit werk. Je staat erdoor juist met je poten in het leven.

"Natuurlijk is het wel eens moeilijk. Je bouwt een band op met iemand, terwijl je weet dat hij of zij doodgaat. Maar het is hier echt niet altijd een serieuze bedoening, er wordt ook veel gelachen. Als vrijwilliger praat je met de gasten over van alles. Van kleine dingen tot waar het eigenlijk over gaat: het sterven en hoe je daarmee omgaat. Ik heb van dit werk veel geleerd. Ik wist bijvoorbeeld eerst niet dat er zoveel verschillende manieren zijn om te sterven.

"Per week ben ik hier ongeveer vijftien tot twintig uur. Ik vind het krankzinnig dat in een land als Nederland vrijwilligers niet betaald worden. Ik vraag me af of de overheid het werk wel waardeert. Als alle vrijwilligers een dag vrij nemen, stort de economie in elkaar. Betaald werk wordt in geld uitgedrukt, maar werk zoals hier in het gasthuis is onbetaalbaar.''

TEKSTEN: LEONIE HULST
FOTO'S: FREDDY RIKKEN

NRC Webpagina's
18 januari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad