|
NOODZAAK WAARDE SECTOREN WERVING AZC PORTRETTEN BEDRIJFSUITJES RECHTEN EN PLICHTEN TOEKOMST CIJFERS INFORMATIE BOEKEN INTERNET |
Rechten en plichten Onkosten Kosten die een vrijwilliger maakt om zijn werk uit te voeren (telefoon-, postzegel-, reiskosten), mogen worden vergoed. Een vrijwilligersorganisatie is dat echter niet verplicht. Voor onkosten tot 42 gulden per week (en 1.470 gulden per jaar) zijn geen bonnen nodig. Als de gemaakte kosten hoger zijn, moet de vrijwilliger dat aan de organisatie bewijzen door het tonen van rekeningen of vervoerbewijzen. Een vrijwilliger kan er ook voor kiezen de onkosten als giften op te voeren op het belastingformulier. Hij mag die kosten dan niet al eens hebben gedeclareerd. De Belastingdienst stelt als voorwaarde dat de betrokken instelling of vrijwilligersorganisatie 'van algemeen nut' is. Uitkering Voor mensen met een uitkering geldt dat de 1.470 gulden-regel per gemeente verschilt. Sommige vragen ook tot dit bedrag bonnen van de gemaakte kosten. Als de uitkeringsgerechtigde die niet over kan leggen, telt de onkostenvergoeding als inkomen. Andere gemeenten eisen geen bonnen tot 1.470 gulden. Uitkeringsgerechtigden mogen vrijwilligerswerk doen, mits zij het niet verrichten in een commercieel bedrijf. Ook mag de vrijwilliger geen vervanging zijn van een betaalde kracht en de organiserende instelling mag geen subsidie voor loonkosten ontvangen. Mensen met een WW-uitkering moeten met hun vrijwilligerswerk stoppen zodra er passend betaald werk of scholing beschikbaar is. Zij moeten daar ook actief naar op zoek blijven en vrijwilligerswerk dat overdag plaatsheeft melden. Die meldingsplicht geldt niet voor arbeidsongeschikten die volledig zijn afgekeurd, maar weer wel voor WAO'ers met een gedeeltelijke uitkering. Verzekering De organisatie waar de vrijwilliger werkt, moet zorgen voor voldoende verzekeringen. Als een vrijwilliger schade aanricht, kan de gedupeerde zowel de vrijwilliger als de instelling aansprakelijk stellen. Particulieren spreken dan hun WA-verzekering aan, de instelling de Aansprakelijkheidsverzekering Voor Bedrijven (AVB). De Wet Bestuurdersaansprakelijkheid is alleen van toepassing op commerciële bedrijven. Vrijwilligers in een verenigingsbestuur zijn dus niet hoofdelijk aansprakelijk (mits er geen sprake is van fraude gepleegd door de vrijwilliger). Nieuwe regels Dit jaar is in Nederland een nieuw belastingstelsel van kracht geworden. Voor vrijwilligers levert dat in de praktijk geen veranderingen op. Het CDA heeft nog voorgesteld om een 'activiteiten'-aftrek in te voeren, maar dat voorstel is door de betrokken bewindslieden op Financiën direct afgewezen. Arbowet De Arbowet regelt de zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn op het gebied van arbeid en geldt ook voor vrijwilligers. Op verzoek van de NOV en het ministerie van Sociale Zaken heeft TNO twee checklists ontwikkeld: een voor vrijwilligerswerk en een voor sport-organisaties, beide te verkrijgen bij lokale vrijwilligerscentrales. Nieuwe wet Sinds 1 januari van dit jaar kunnen langdurig werklozen worden verplicht vrijwilligerswerk te doen. Minister Vermeend (Sociale Zaken) kwam een half jaar geleden met het wetsvoorstel sociale activering, waarin dit is geregeld. Deze wet beoogt moeilijk bemiddelbare werklozen (de zogenoemde fase-4 werklozen) te helpen met het vinden van een baan. Gemeenten konden sinds de invoering van de nieuwe algemene bijstandswet in 1996 werklozen al verplichten aan 'sociale activering' mee te doen, zoals scholing, stages of vrijwilligerswerk. Vermeend heeft deze verplichting nu aangescherpt. Om er voor te zorgen dat dit ook daadwerkelijk een succes wordt, is de sollicitatieplicht voor deelnemers aan sociale activering afgeschaft. Als de werklozen een passend aanbod krijgen voor sociale activering dan lopen ze bij weigering het risico op hun uitkering te worden gekort. Er is een onderscheid gemaakt tussen sociale activering die kan leiden tot werk en sociale activering die tot doel heeft maatschappelijk weer enigszins mee te draaien. Voor de eerste categorie wordt de sollicitatieplicht tijdelijk opgeheven, bij de tweede is dit vaak om sociale of medische redenen al niet opgelegd. Naast de scherper omschreven verplichting krijgen werklozen nu ook meer tijd om een traject met daarin bijvoorbeeld vrijwilligerswerk succesvol af te ronden.
|
NRC Webpagina's 18 januari 2001
|
Bovenkant pagina |
|