|
LANGZAAM VERKEER WANNEER VOORRANG? AANSPRAKELIJKHEID EUROPA BOTSVEILIGHEID JONGEREN RIJSCHOLEN ONDERZOEK CAMPAGNE OORLOGSFIETS VERKEERSLES CIJFERS INFORMATIE |
Verkeersles Gebods- en verbodsborden kennen ze niet op de basisschool. Daar zijn het 'pas op-borden', 'kijk hier eens-borden', 'je mag hier niet-borden' en 'je moet hier-borden'. Verkeersregels vertalen naar herkenbare begrippen en oefenen met levensechte situaties rond school en huis, daar draait het om in het verkeersonderwijs op de basisschool. Vandaag doen vrijwel alle elf- en twaalfjarige scholieren mee aan het theoretische verkeersexamen, dat door verkeersveiligheidsorganisatie 3VO georganiseerd wordt. Het examen is niet wettelijk verplicht, maar 91 procent van alle basisscholen doet er aan mee. Zo'n 60 procent van de basisscholen laat de leerlingen ook praktijkexamen doen. Dan fietsen de kinderen een parcours in hun dorp of stad, waar, om het moeilijker te maken, wat obstakels in zijn aangebracht. Lastig geparkeerde auto's bijvoorbeeld. Verkeersonderwijs staat niet apart in de kerndoelen van het basisonderwijs vermeld, maar valt onder het hoofdstuk 'sociale redzaamheid'. Kinderen moeten de verkeersregels leren die op hen van toepassing zijn, ze moeten veilig leren oversteken en zelfstandig kunnen gebruikmaken van het openbaar vervoer. En dus moet iedere basisschool daar in alle groepen aandacht aan besteden, zo'n drie kwartier per week. De Mariaschool in het Brabantse Oudenbosch ligt vlak achter de drukke doorgaande weg in het dorp. "Wij hebben vaste oversteekplaatsen en -tijden, met klaar-overs'', vertelt adjunct-directeur Ruud Mertens. "Wij hebben gelukkig een aantal heel actieve verkeersouders die dat op zich wil nemen.'' De Mariaschool besteedt structureel veel aandacht aan het verkeer en sleepte om die reden begin april het Brabantse Verkeersveiligheids Label in de wacht, dat toegekend wordt door het Provinciaal Orgaan Verkeersveiligheid. Om dit te vieren organiseerde de school, samen met een groep 'verkeersouders', een heuse verkeersdag. Terwijl de kleuters een verkeersbord op hun wang geschminkt kregen, mochten de groten op het schoolplein een behendigheidsparcours fietsen. "We praten over kruisingen, verkeersborden en voorrangsregels'', vertelt Gijs (12) over de wekelijkse verkeersles in groep acht. Klasgenote Maud (12) vindt de les 'soms' leuk. "Als je meerkeuzevragen moet beantwoorden en je doet het beter dan je buurvrouw.'' Ze is wel eens bang op de fiets, vertelt ze. "Als er een bus of een vrachtwagen vlak langs me rijdt. Dan denk ik: oppassen, Maud.'' Iedere avond gaat ze een rondje skaten. "Op een rustig stukje, waar geen auto's komen, dus dat is niet gevaarlijk.'' Danique (11) is de trotse bezitter van een stepje. "Maar ik ga niet zo hard.'' Of zij op de step na 1 mei nu wel of geen voorrang heeft als zij van rechts komt weet Danique niet. Ze kijkt vragend naar Mertens. "Daar gaan we het pas over hebben rondom het theorie-examen'', stelt hij haar gerust. "Maar je weet wat wij altijd zeggen: voorrang neem je niet, voorrang moet je krijgen.'' Mertens is er "niet totaal gerust op'' dat de nieuwe regel het verkeer veiliger maakt. "Wij hameren er bij onze leerlingen op dat ze moeten proberen oogcontact te krijgen met bestuurders. Maar kinderen blijven nu eenmaal kinderen en sommigen zullen uitproberen hoe ver ze kunnen komen.''
|
NRC Webpagina's 26 april 2001
|
Bovenkant pagina |
|