|
afleveringen ISLAM IN NEDERLAND VROUWEN GEMEENTEN IMAGO ONDERWIJS VLEES INTEGREREN GEBED WETTEN BESNIJDENIS RAMADAN HOOFDDOEK WOORDENLIJST STROMINGEN FEESTDAGEN WOERDEN BOEKEN ZAANDAM WAALWIJK GORNICHEM AMSTERDAM ZUID-OOST ORGANISATIES LINKS GRAFIEKEN |
Bloeden met kop richting Mekka
Arlen Poort
'BISMILLAH, in de naam van God'', zegt Abdullah Vuijk als hij zijn mes
in een kippenhals zet. Met een snelle haal snijdt hij de nek door. De
kop blijft alleen nog via de wervels verbonden met het lichaam. Vuijks
assistent houdt de halsslagader met twee vingers dicht om te voorkomen
dat het kippenbloed voortijdig uit het lichaam spat. Pas als de kip
ondersteboven in een trechter is gelegd, mag hij doodbloeden. Daarna
pakt de assistent een tweede kip. Hij vouwt poten en vleugels bijeen en
richt het dier op zijn rug richting Mekka, terwijl hij de hals
dichtknijpt. ,,Bismillah.'' De eerste kip begint te stuiptrekken.
Vuijk, Hagenaar van geboorte, is in dienst bij de stichting Halal
Voeding en Voedsel (HVV), een moslimorganisatie die toeziet op de
correcte toepassing van islamistische voedselvoorschriften. Deze middag
slacht hij kippen, kalkoenen en een enkel konijn in een bedrijf in Oude
Leede, bij Pijnacker. De overwegend Marokkaanse en Turkse klanten kunnen
hun dieren hier levend bestellen. Vuijk zorgt ervoor dat het vlees rein
is.
O gij die gelooft
eet van de deugdelijke dingen
die Wij u
als levensonderhoud gegeven hebben
en brengt aan God dank
indien Hij het is die gij dient.
Hij heeft slechts voor u
verboden gemaakt
het verstorvene, bloed,
zwijnevlees
en wat geslacht is met een
aanroep
die niet tot God was (..).
Op verscheidene plaatsen in de Koran zijn de regels te vinden die God
stelt aan het voedsel van zijn gelovigen. Het vlees van zwijnen en
carnivoren is onrein, en ook bloed en vlees van doodgevonden dieren (het
verstorvene) mag de mens niet tot voedsel dienen. En de dieren die het
Oude Testament onrein noemt, zijn dat ook voor de moslim.
Maar de islam is niet alleen wat de Koran zegt. Een andere belangrijke
bron voor regels en voorschriften is de sunna, het na te volgen gedrag
van de profeet Mohammed. Zijn handelen is door de overlevering bewaard
gebleven in de tradities (hadieth), beschrijvingen die zijn doorverteld
door mensen die Mohammed hebben gekend. Uiteindelijk zijn deze tradities
op schrift gesteld. Zij vormen naast de Koran een belangrijke basis voor
het islamitische recht, de sjarie'a. Een van die tradities zegt
bijvoorbeeld (volgens de overlevering van Djabir ibn Abdallah): ,,De
Profeet heeft op de dag van de verovering van Chaibar het vlees van
tamme ezels verboden, maar hij heeft paardenvlees toegestaan.''
Latere uitleg van Koran en sunna door schriftgeleerden, oelama, is een
derde grondslag voor islamitische wetgeving. Het hele dierenrijk is
zodoende in de loop der eeuwen verdeeld in rein en onrein. Kippen,
kalkoenen en andere loopvogels bijvoorbeeld zijn halal of rein
verklaard, ofschoon ze naast zaden ook vlees (wormen) eten. Volgens de
Koran zijn landdieren alleen halal indien ze planten eten. Zeedieren
zijn bijna altijd halal, behalve bijvoorbeeld haaien en zoogdieren als
zeehonden en zeeleeuwen.
Ook hoe een dier gedood wordt is aan regels gebonden, waarvan er een in
de Koran genoemd wordt: degene die een dier slacht, moet dat doen
tijdens het aanroepen van God. Dat de slachter een moslim is, is niet
noodzakelijk. Een gelovige jood roept dezelfde God aan als een moslim,
en het dier dat hij slacht mag een moslim ook eten. Christenen echter
kennen de drie-eenheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. Dit is de
moslim een gruwel, en hij kan daarom het dier dat een christen heeft
geslacht, niet eten.
Voor de jacht geven de tradities uit de overlevering eveneens
aanwijzingen. Volgens verteller Adi ibn Hatim heeft de profeet
bijvoorbeeld gezegd: ,,Als je een pijl afschiet, noem dan Gods naam. Als
je het dier vindt dat hij heeft gedood mag je het eten, behalve als het
in het water is gevallen, want dan weet je niet of het door het water is
gedood of door jouw pijl.'' En wie met een hond jaagt, moet Gods naam
uitspreken als hij de hond uitstuurt.
Tijdens de slacht moet het te doden dier met de kop richting Mekka
liggen. De slachter moet met een zo scherp mogelijk mes de vier 'aderen'
van het dier doorsnijden: de twee bloedvaten, de luchtpijp en de
slokdarm. De kop moet wel aan het lichaam vast blijven zitten. ,,Het
snijden moet het liefst in een haal gebeuren. Je moet dus niet zagen.
Onnodig een dier pijnigen is in de islam verboden'', zegt Abdul Qayyoem,
voorzitter van de stichting HVV. Na het snijden moet het dier zo goed
mogelijk leegbloeden. Het vlees moet daarna op een reine plaats verwerkt
worden.
Deze regels vereisen een andere praktijk van slachten dan in Nederland
gebruikelijk is. In Nederlandse slachterijen krijgen dieren eerst een
pen door het hoofd geschoten om de dood zo snel mogelijk te laten
intreden. Pas daarna wordt de hals doorgesneden om het dier te laten
leegbloeden. Een rund dat zo is geslacht, is volgens de islam echter
onrein. Zeker als het dier eerst een verdoving heeft gekregen, wat
gewoonlijk het geval is en ook wordt bepleit door de Dierenbescherming.
Om tegemoet te komen aan de tegenstrijdige eisen van de islam en de
Dierenbescherming heeft het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij regels opgesteld voor ritueel slachten. Omdat verdoven volgens
de islam niet mag, moeten de te slachten dieren in een apparaat worden
'geimmobiliseerd'.
Daartoe worden runderen in een fixatietoestel geplaatst, een bak die
kantelt en zo het rund in rugligging brengt. Schapen en geiten worden in
een burrie geplaatst (een V-vormige bak) of in een fixatietoestel. Als
de slachter een burrie gebruikt, moeten twee mensen het dier vasthouden.
Runderen moeten na de toebrengen van de halssnede minimaal vijfenveertig
seconden leegbloeden, en kleinvee dertig seconden. Voor het geval er
iets misgaat en het dier onnodig pijn dreigt te lijden, stelt het
ministerie de aanwezigheid van een schietapparaat en een
verdovingsmiddel verplicht.
Veel Nederlandse slachterijen voeren tegenwoordig naast de 'gewone' ook
rituele slachtingen uit. Zij hebben bijvoorbeeld moslims in dienst, of
ze huren een slachter bij HVV. Het vlees is bestemd voor islamitische
slagerijen of voor klanten die zelf naar de slachter komen.
De stichting HVV probeert voor moslims het kaf van het koren te scheiden
door een vijftal eigen keurmeesters bij de slachterijen langs te sturen.
Daarbij kijken zij bijvoorbeeld ook naar het vervoer van het vlees, want
een rein runderkarkas mag niet samen met varkensvlees in een vrachtwagen
hangen.
De eigen slachters van HVV en het keurmerk dat de stichting afgeeft,
moeten moslims de zekerheid bieden dat hun voeding halal is. Toch laat
nog niet iedereen in Oude Leede het werk over aan slachter Vuijk. Een
enkeling neemt zelf het mes ter hand om zijn aankopen - een kalkoen,
twee kippen en een haan - ritueel het leven te benemen.
Citaten afkomstig uit 'Leidraad voor het leven, de tradities van de
profeet Mohammed', ingeleid, gekozen en vertaald uit het Arabisch door
Wim Raven.
|
NRC
Webpagina's
|