|
afleveringen ISLAM IN NEDERLAND VROUWEN GEMEENTEN IMAGO ONDERWIJS VLEES INTEGREREN GEBED WETTEN BESNIJDENIS RAMADAN HOOFDDOEK WOORDENLIJST STROMINGEN FEESTDAGEN WOERDEN BOEKEN ZAANDAM WAALWIJK GORNICHEM AMSTERDAM ZUID-OOST ORGANISATIES LINKS GRAFIEKEN |
Geloof in het tijdperk van de rede
Bas Blokker
Pim Fortuyn
Auteur van de bestseller 'Tegen de islamisering van onze cultuur.
Nederlandse identiteit als fundament' (Utrecht, 1997)
,,Het dragen van lange jurken en hoofddoekjes is heel wat minder
onschuldig dan het lijkt. (...)
Wat er in al die moskeeen gebeurt, weten we niet precies, maar er wordt
zeker niet alleen gebeden.'' (Uit het genoemde boek, pagina's 39 en 92)
Berna Yilmaz
,,Het is altijd de hoofddoek. Iemand die ik ken, liet zich inschrijven
bij een uitzendbureau. Haar werd gevraagd of ze bij feestelijke
gelegenheden haar hoofddoek wilde afdoen. Hoezo, vroeg ze. Dat staat
netter, was het antwoord. Op haar cv zetten ze 'draagt hoofddoek'.
De associatie is: onbeholpen, ongeletterd, achtergesteld. En omdat ik
geen hoofddoek draag, ben ik of verwesterst, of ik heb een Nederlandse
vader of moeder, of ik ben een uitzondering. Het is geen van drieen; ik
ben er gewoon nog niet aan toe. Wanneer ik er wel aan toe ben? Dat weet
ik niet. De hoofddoek is niet het enige aspect van moslim-zijn.
In een samenleving die jou anders ziet is het passen en meten.
Individuele vrijheid staat hier hoog in het vaandel. Behalve bij
geloofsbelevenis. Dan is het ineens: 'Moet dat nou?'
Ik ben een overtuigd moslim. Tenminste, dat hoop ik wel. Dat past niet
in het Nederlandse beeld van de moderne mens. De spiritualiteit van het
geloof past er wel in. Maar de islam is zowel spiritueel als ritueel.
Daar ligt het spanningsveld met de Nederlandse samenleving. Uit voorzorg
neem ik geen voorgesmeerde broodjes bij een zakenlunch, want ik weet
niet welke dierlijke vetten erin zitten. Dan vraagt men: 'Waarom eet je
niet?'
Wij proberen al vier of vijf jaar een woongroep voor moslimouderen op te
richten in Haarlem. Dat willen die ouderen zelf erg graag. Tot nog toe
is het niet gelukt, voor mij niet helemaal duidelijk waarom niet. Hier
kruisen hier twee beleidsterreinen elkaar. In het ouderenbeleid is het
adagium: de vraag stuurt het aanbod. Met andere woorden, als de
doelgroep in een woongroep wil wonen, dan moeten we woongroepen
inrichten. Aan de andere kant is er het integratiebeleid, dat elke vorm
van apartheid met wantrouwen bekijkt.
Individuele vrijheid staat hier hoog in het vaandel. Behalve bij
geloofsbelevenis. Dan is het ineens: 'Moet dat nou?''
Fatima Elatik
,,In Nederland leer je de islam beter kennen dan in Marokko. Daar is het
losser. Heet je Fatima? Nou 't zal wel. Hier word je wel gedwongen om
goed na te denken over je geloof, want je moet haast wel gestoord zijn
om te zeggen dat je moslim bent.
Toen ik twaalf en dertien was, heb ik hard moeten tobben en denken of de
islam wel bij mij paste. Je gaat nadenken over wat je eigenlijk
belangrijk vindt. En je moet bereid zijn de vragen te beantwoorden die
je vanuit de Nederlandse samenleving krijgt.
Mijn religie is iets wat ik persoonlijk beleef, maar dat invloed heeft
op alles wat ik doe. Ik draag een hoofddoek, maar ik loop niet mijn
godsdienst te promoten. Toen ik werd aangesteld als raadslid heb ik ook
gewoon gezegd: zo waarlijk helpe mij God almachtig.
Ik herken de sociaal-democratie in de islam. Gelijke rechten, eerlijk
delen. Vorige week kwam onze partij met een motie over vrij parkeren op
islamitische feestdagen. Die kwam niet van mij, een Nederlandse collega
bracht het naar voren. Dat is goed.''
Marjo Buitelaar
,,Ik doe onderzoek naar hoogopgeleide Marokkaanse vrouwen van de tweede
generatie, die op een passende positie zijn terechtgekomen. 'Je kan
schreeuwen wat je wil', vertelden ze me, 'je kan nog zo vaak zeggen dat
het om onderhorigheid aan God gaat, dat het een uiting is van geloof.
Nederlanders blijven volhouden dat de hoofddoek onderdrukking van de
vrouw is.'
De islam is een religie met rituelen, een religie die gepaard gaat met
de uitvoering van verplichtingen. De moeilijkheid van een gelovige in
een niet-gelovige omgeving is: kom ik eraan toe die rituelen uit te
voeren? Op dat niveau hebben moslims het zwaar: ze moeten uitleggen
waarom ze dat doen. Ze krijgen het gevoel dat ze zich daarbij steeds
moeten verantwoorden. Vertellen dat ze echt niet dom zijn. Tijdens elke
ramadan weer uitleggen waarom ze zich aan het vasten houden. En elke
keer is de houding weer: wat raar!
De vrouwen die ik spreek, combineren hun dagelijkse bezigheden met een
liberale interpretatie van de bronnen. Kan ik op het werk niet bidden?
Dan spaar ik het op tot het eind van de dag. Ze hebben zich in
religieuze teksten verdiept en daaruit afgeleid dat het mag. De eerste
generatie kan dat in het algemeen niet, die is analfabeet. Voor de
tweede generatie zijn de starre regel-interpretaties door hun ouders
vaak al niet meer functioneel in Nederland.''
Coskun Coruz
,,Moslims hebben veel uit te leggen. Daar kunnen we zelf ook wat aan
doen. Moslimorganisaties zouden meer open moeten staan voor
Nederlanders. Je moet enige zelfreflectie betrachten. Je realiseren dat,
als je ergens het woordje 'islam' voor zet, men twee stappen achteruit
doet: de islam is eng.
Het lijkt wel of in het tijdperk van de rede, de religie reddeloos is.
Of je je identiteit moet verdedigen. Als gelovige moet je laten zien dat
je clean bent. Voor de islam geldt dat dubbel. Denk aan de islamitische
Turken die in Arnhem met z'n vijftigen tegelijk lid werden van het CDA.
Zij waren meteen verdacht.
Ook in het CDA vraagt men mij wel eens: 'hoe komt het dat een moslim lid
is?' Ik heb me destijds op verschillende partijen georienteerd, maar ik
heb vooraf voor mezelf uitgemaakt: als ik geaccepteerd word, dan ook als
moslim. Bij sommige partijen zei men: 'wacht eens, dat moet je
scheiden.' Dat kan ik dus niet.
Wat men in de meeste politieke partijen accepteert, is dat je bepaalde
maatschappelijke problemen 'migrantiseert'. 'Prima', zegt dan
bijvoorbeeld de PvdA, dat snappen we. Maar probeer je uit te leggen dat
je een maatschappelijk probleem misschien ook kunt oplossen via de
levensbeschouwing, met religie, dan keren die partijen zich af. 'Dat is
prive', zeggen ze dan.
Als mensen migreren, doen ze dat niet alleen met hun handen, maar ook
met hun hoofd - het is kennelijk moeilijk voor de Nederlandse
samenleving om dat te accepteren. In de jaren zeventig in Nederland
organiseerden de meeste migranten zich in sociaal-economische
organisaties. In de jaren tachtig begonnen ze zich meer en meer te
organiseren in levensbeschouwelijke organisaties. Dat kunnen of willen
sommige instellingen niet zien.
Scheiding kerk en staat, prima, maar als veel mensen zich via de moskee
organiseren, moet je daar toch wat mee. Dat is net als met de EO. Mijn
club is het niet, maar dat ze 20.000 jongeren bijeen kunnen krijgen voor
hun Jongerendag vind ik fantastisch. Het is niet aan mij om die mensen
verdacht te maken.''
Wim de Knijf
,,In Nederland is meer eerbied voor moslims dan voor christenen. De
overheid - en zeker het neoliberale Paarse kabinet - is geneigd om,
wegens het 'nieuwe' ervan en het zo graag verdraagzaam willen zijn,
moslims eerder te horen dan christenen.
Ik heb een keer in discussie gelegen met Jeroen van Inkel, die was toen
nog presentator van Radio 3. Elke dag als hij het weerbericht voorlas,
zei hij: 'ik heb even met God gebeld, en het gaat regenen vandaag.' Elke
dag. Ik zei hem: 'dat durf je niet te doen met Allah.' Hij wilde wel
even laten zien dat hij het heus durfde, en heeft toen een week gezegd:
'o, ik heb nog even met Allah gebeld en het gaat regenen vandaag.'
Daarna heeft hij het nooit meer gezegd.''
Nico Landman
,,Ja, men heeft best respect voor de moslims. Een onderdeel van de
seculiere identiteit van Nederland is de openheid ten aanzien van andere
godsdiensten. Net als elke andere levensbeschouwelijke groep, leggen
moslims beslag op de openbare ruimte. Daar bestaat in Nederland de
nodige ruimte voor. Wij kennen al de verschillende christelijke scholen.
De moslims haken in die zin aan bij onze zuilenmaatschappij of wat
daarvan over is.''
Üzeyir Kabaktepe
,,Ik noem iets: een islamitisch ziekenhuis. Het gaat niet om de naam,
het gaat om het karakter. In Nederlandse ziekenhuizen is geen speciale
wasruimte voor moslims. En als hun Nederlandse medepatienten zien dat ze
in de wasbakken hun voeten wassen, zeggen ze: 'dat is toch niet rein,
dat is hygienisch niet verantwoord, daar moet ik straks mijn gezicht
weer in wassen.'
Aan de andere kant, in een gewoon ziekenhuis hebben moslimmannen er
moeite mee - echt vanuit het hart, dit is geen symbolisch gebaar - dat
zusters rondlopen van wie je de beha kunt zien. Die man weet niet waar
hij kijken moet. Beschaamd zit hij in een hoekje. Het zou toch prettig
zijn als zo'n man ergens kon liggen waar verpleegsters, Marokkaans,
Turks of Nederlands, normaal gekleed gingen. Met een hoofddoek op, of
iets soortgelijks.
Nog een voorbeeld, de sporthal. Na het sporten gaan de jongens douchen.
De Turkse jongens hebben ritueel en religieus gezien een
moslimidentiteit. Die mogen dus hun sportbroekje niet uitdoen om naakt
te douchen. Nederlandse jongeren beginnen aan hun broekje te trekken en
het eindigt in een vechtpartij.Dan komt de sportleraar tussenbeide en
als hij hoort wat er aan de hand is, zegt hij tegen de Turkse jongens:
'Donderstraal nou op, zeg. Ze mogen toch wel een grapje maken? Daar moet
je wel een beetje tolerant in zijn, hoor, anders moet je dat maar in je
eigen land gaan doen.'
Mijn zoontje van acht komt thuis met hetzelfde verhaal. Hij had op
school uitgelegd dat hij na het sporten zijn broekje niet wilde uitdoen.
'Als ik dat nou niet wil', zei hij tegen mij, 'dan hoeven ze daar toch
niet moeilijk over te doen?'
Hij gaat naar een gemengde school in Osdorp. Als hij naar een
islamitische school had gekund, zou ik daarvoor kiezen, maar bij ons in
de buurt is geen gelegenheid. In de islam is het zo: alles wat binnen je
bereik ligt, moet je doen. Wat niet binnen je bereik is, hoef je niet te
forceren. Ik word er ook niet op aangekeken door andere moslims, ze
weten dat ik het heb geprobeerd.
Ik klaag niet over Nederland, hoor. Als ik kijk hoe de moslims het hier
hebben of hoe ze het in Turkije hebben, dan is het hier veel beter. Maar
multiculturaliteit moet met verzuiling samengaan.''
Meneer B. Naas
,,Mijn vrouw is een Nederlandse, die zich tot de islam heeft bekeerd.
Zij wordt soms uitgescholden: 'ga terug naar je eigen land.'
Nederlanders zijn nuchter. Ze nemen niet zomaar iets over. Maar ze
zullen de islam beter begrijpen als die hier een tijdje is.''
|
NRC
Webpagina's
|