teller

NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


ISLAM IN NEDERLAND
VROUWEN
GEMEENTEN
IMAGO
ONDERWIJS
VLEES
INTEGREREN
GEBED
WETTEN
BESNIJDENIS
RAMADAN
HOOFDDOEK
WOORDENLIJST
STROMINGEN
FEESTDAGEN
WOERDEN
BOEKEN
ZAANDAM
WAALWIJK
GORNICHEM
AMSTERDAM ZUID-OOST
ORGANISATIES
LINKS
GRAFIEKEN

Lachen op school is lichtzinnig

Frederiek Weeda
Met de oprichting van islamitische scholen dwingen moslims in Nederland respect en betere onderwijsresultaten af. Maar de scholen staan integratie soms in de weg.

EEN OP TIEN ROTTERDAMSE gezinnen wil dat zijn kinderen naar een islamitische basisschool gaan. Dan gaat het om 8.500 leerlingen, acht keer zoveel als er nu islamitisch onderwijs volgen. Een op dertien ouders geeft ook de voorkeur aan een middelbare school van islamitische signatuur, terwijl de eerste in Nederland nog moet worden opgericht. Na deze ontdekking, in juni, kunnen lokale bestuurders in de grote steden er niet meer omheen: de vraag naar islamitische scholen groeit.

Sinds de oprichting van de eerste islamitische basisschool tien jaar geleden, zijn er 28 bijgekomen. Allemaal hebben ze verschillende besturen, die worden vertegenwoordigd door de Islamitische Schoolbesturen Organisatie (ISBO). Stuk voor stuk groeien ze als kool. In Rotterdam zijn dit jaar ook de eerste studenten begonnen aan de eerste islamitische universiteit, al is die nog niet officieel erkend. De schoolbesturen hebben een gat in de markt ontdekt: van de 80.000 kinderen in Nederland uit een islamitisch gezin zitten er nog ruim 70.000 op een openbare, katholieke of protestants-christelijke school.

De grondwettelijke vrijheid van onderwijs (artikel 23) die Nederland kent, biedt alle geloofs- en levensbeschouwelijke richtingen de kans een school op te richten die door de overheid wordt bekostigd. Dus ook moslims. Zodra een bestuur een minimumaantal leerlingen kan verwachten en voldoende leraren heeft aangetrokken, ligt de weg naar oprichting open.

Op papier is er geen verschil tussen islamitische en andere basisscholen: leraren geven les in het Nederlands en de onderwijsinspectie ziet erop toe dat ze de onderwerpen en vaardigheden onderwijzen die wettelijk zijn verankerd in de 'kerndoelen'. Van taalbeheersing, rekenkunde en kennis van verschillende godsdiensten tot omgaan met een encyclopedie. Hooguit drie uur per week krijgt het islamitische karakter van de school inhoudelijk vorm: tijdens de godsdienstles. Voor bepaalde kerndoelen, die strijdig zijn met de islam, kunnen islamitische scholen ontheffing krijgen, net zoals alle andere bijzondere scholen. Waar reformatorische scholen geen expressief bewegingsonderwijs geven, beperken islamitische scholen de muzieklessen tot lofzang op Allah.

Zoals andere bijzondere scholen mogen islamitische schoolbesturen ook leerlingen, bestuursleden en leraren weren die een ander geloof hebben. Maar in de praktijk eisen de meeste scholen tegenwoordig uitsluitend respect voor hun grondslag. Alleen reformatorische schoolbesturen zoeken nog uit of een gezin 'reformatorisch genoeg' is om toegelaten te worden. Om het tekort aan islamitische onderwijzers te bestrijden, leiden twee pedagogische academies hun studenten speciaal voor het islamitisch onderwijs op. Totdat zij massaal de arbeidsmarkt betreden, moeten islamitische scholen een beroep doen op niet-moslimleraren.

Ondanks de in Nederland gekoesterde vrijheid van onderwijs zijn islamitische scholen omstreden. Ze belemmeren per definitie de integratie van islamitische kinderen in de samenleving, omdat die tot hun twaalfde worden afgezonderd, waarschuwen Turkse intellectuelen al enkele jaren. Ook de VVD heeft zich bij monde van (oud-)Kamerleden Jan Franssen en Hans Dijkstal publiekelijk gekeerd tegen het seperatistische karakter van islamitische scholen. Een van de 29 basisscholen is twee jaar geleden gesloten omdat ze uitsluitend Marokkaanse leerlingen toeliet, wat bij de wet is verboden.

Bovendien is het sociaal-culturele klimaat op islamitische scholen voor Nederlandse begrippen uitzonderlijk streng, betogen critici. Ze maken expliciet onderscheid tussen mannen en vrouwen. Op veel scholen moeten ook de niet-moslimvrouwen een hoofddoek dragen en in sommige gevallen moeten mannen een baard laten staan. Jongens en meisjes krijgen apart les en spelen gescheiden. Tijdens ouderavonden ontvangen leraren de moeders en vaders in aparte ruimten. Slechts een op zeven islamitische scholen in Nederland staat bekend als 'liberaal', stelden de onderzoekers W. Shadid en P. van Koningsveld in 1992 vast.

Geschrokken en verbitterd hebben zo'n vijftien onderwijzers de afgelopen twee jaar hun verhaal gedaan in de media (vaak anoniem) over het rigide klimaat op de strengste scholen, zoals de Amsterdamse As Siddieq school en de Edese El Inkade. Hun handel en wandel werd voortdurend getoetst aan islamitische regels door het schoolbestuur. Het Rotterdamse raadslid O. Bayraktar is er niet verbaasd over maar zegt er ,,treurig'' van te worden. ,,Als je een kind verplicht een hoofddoek te dragen, zal het dat nooit meer afdoen. Dat kan het dan niet meer, terwijl het kind er zelf misschien nooit voor zou hebben gekozen.'' Het pedagogische klimaat op die scholen is volgens Bayraktar vaak ouderwets. ,,Op de strenge scholen is lachen bijvoorbeeld verboden. Dat is 'lichtzinnig' volgens hun interpretatie van de islam en dus verkeerd.''

Reden voor islamitische ouders om eigen scholen te stichten, is dat Nederlandse scholen in hun ogen falen. Allochtone kinderen halen gemiddeld lagere cijfers dan Nederlandse kinderen aan het einde van de basisschool en verlaten de middelbare school met lagere diploma's. Islamitische ouders herkennen zich niet in de vrije moraal op Nederlandse scholen en worden bovendien zelden toegelaten tot christelijke, openbare of katholieke schoolbesturen. Via hun scholen dwingen ze respect, invloed en betere onderwijsresultaten af.

Volgens M. Rabbae, Tweede-Kamerlid voor GroenLinks en afkomstig uit Marokko, is dit een mooi streven mits de schoolbesturen zich van een verdraagzame kant laten zien. ,,Ik ben voorstander van islamitische scholen met een open vizier, die kinderen de goede normen en waarden van de islam bijbrengen: respect voor ouderen en onbaatzuchtigheid.'' Maar Rabbae heeft niet de indruk dat alle islamitische schoolbesturen die openheid en tolerantie uitdragen en wil daar in het kerstreces met de besturenorganisatie ISBO over praten. Ook hun visie op vrouwen vindt hij onrealistisch, zeker in de Nederlandse samenleving. ,,De scholen problematiseren vrouwen door hen vanaf hun zevende te scheiden van mannen. Die houding is oversekst. Het zou voor zowel jongens als meisjes beter zijn als zij op jonge leeftijd met elkaar leren omgaan.''

Effectief toezicht van zowel de Onderwijsinspectie als de Arbeidsinspectie is noodzakelijk om uitwassen zoals op de As Siddieqschool en El Inkade te voorkomen, meent A. van der Ven, beleidsadviseur bij de protestants-christelijke schoolbesturenraad. Hij is in principe voorstander van islamitische scholen, omdat hij zich inzet voor de vrijheid van onderwijs. Maar hij hekelt de politieke taboes rondom het onderwerp: ,,Juist omdat je die scholen serieus neemt, moet je ze even kritisch beoordelen als gewone scholen. Ze moeten aan dezelfde regels voldoen, ook voor de omgang met kinderen en het vormingsdoel van scholen. De politiek moet niet bang zijn om kritiek te hebben, als die gegrond is.''

NRC Webpagina's
17 december 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) DECEMBER 1998