|
afleveringen ISLAM IN NEDERLAND VROUWEN GEMEENTEN IMAGO ONDERWIJS VLEES INTEGREREN GEBED WETTEN BESNIJDENIS RAMADAN HOOFDDOEK WOORDENLIJST STROMINGEN FEESTDAGEN WOERDEN BOEKEN ZAANDAM WAALWIJK GORNICHEM AMSTERDAM ZUID-OOST ORGANISATIES LINKS GRAFIEKEN |
De angst voor een oude vijand
Hans Jansen
HEEFT HET VERLEDEN grote invloed op het beeld van de islam zoals dat
heden ten dage in Amerika en Europa bestaat? Het zou kunnen, maar
waarschijnlijk is het niet.
Het valt niet te ontkennen dat er duizend jaar lang is gevochten tussen
de volgelingen van Jezus en de volgelingen van Mohammed. De moslims
hebben in de zevende en achtste eeuw het Midden-Oosten, Noord-Afrika en
Spanje veroverd op de christenen van het West- en het Oost-Romeinse
rijk.
De herovering van Spanje kwam laat op gang, maar verliep voor de
christenen voorspoedig. De reconquista tegen de moslimse, Arabische
heersers van Spanje is uiteindelijk in 1492 door de christelijke
Spanjaarden gewonnen. De herovering van het Midden-Oosten mislukte
daarentegen. Pogingen daartoe hebben voortgeduurd tot aan het einde van
de dertiende eeuw. Deze tweede, mislukte reconquista staat bekend als de
'kruistochten'. Naar de normen van de tijd waarin deze
oorlogshandelingen plaats hadden, waren noch de verovering, noch de
pogingen tot herovering moreel afkeurenswaardig of politiek incorrect.
Wat later probeerden de Turkse moslims (Ottomaanse legers) de Balkan te
veroveren. De Ottomaanse expansie eindigde in 1683: de Turken werden
voor Wenen teruggeslagen.
Het lijkt veel, zo'n duizendjarige oorlog tussen de islam en het
christendom, van de zevende tot de zeventiende eeuw. En vrij vlot er
achteraan kwamen de wel als imperialistisch aangeduide militaire
veroveringen door Europese mogendheden in het Midden-Oosten en in
Noord-Afrika. Maar er is tussen bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland de
afgelopen duizend jaar evenveel afgevochten. Misschien zelfs meer, we
moeten de Eerste en de Tweede Wereldoorlog immers meetellen. Toch zijn
de Duitse mark en de Franse franc samen de vader en de moeder van de
euro. Ook tussen Nederland en Engeland is het niet altijd pais en vree
geweest. Waar is zeeheld De Ruyter ook weer van bekend? Dat heeft op het
imago van Engeland weinig invloed, laat staan op de huidige
Nederlands-Engelse betrekkingen. Behalve als de politiek anders wil.
De geschiedenis van Joegoslavie laat zien dat 'eeuwenoude
tegenstellingen' er weinig toe doen, zolang ze niet uit berekening door
politici uit de archiefkast worden gehaald, zoals in het Joegoslavie van
na Tito is gebeurd. Dan kan het snel misgaan en worden de echte en de
imaginaire duizendjarige oorlogen dagelijks gewichtiger.
Wie de politieke wil daartoe heeft, kan in de geschiedenis van
'christendom versus islam' genoeg materiaal vinden om de toekomst er
zwart te laten uitzien. Maar er is, uiteraard, geen sprake van een
historisch-religieuze noodzaak.
Toch is er meer aan de hand met het imago van de islam. Er zijn
waarnemers die denken dat Amerika en Europa een innerlijke behoefte
hebben aan een nieuwe vijand, nu het Duitse fascisme en het
Sovjet-communisme zijn verslagen. De islam en de moslims in het
Midden-Oosten moeten dan, zo wordt wel betoogd, die vijandrol maar gaan
spelen. Die redenering veronderstelt dat Amerika en Europa vanuit hun
eigen psychologische constitutie de behoefte hebben aan een externe
vijand. Zo'n veronderstelling lijkt diepzinnig, maar is in feite
oncontroleerbaar, en dus onwetenschappelijk.
Zeker in het licht van de ondubbelzinnige uitspraken van bijvoorbeeld
Iraakse en Iraanse leiders waarin het Westen als de satan, de vijand bij
uitstek, wordt geidentificeerd, is het moeilijk vol te houden dat
Amerika en Europa aan collectieve paranoia lijden wanneer daar zo nu en
dan wordt gedacht dat Iran en Irak - en anderen in de islamitische
wereld - hen vijandig gezind zijn. Ook worden er door islamitische
predikanten vanaf de preekstoel soms dingen over het Westen gezegd die
niet vriendelijk zijn. Maar Irak en Iran, en zelfs islamitische
predikanten vanaf de preekstoel, zijn 'de islam' niet. Er moet dus nog
iets aan de hand zijn.
En dat is er ook. Het is een doodnormaal sociaal verschijnsel dat
vreemde godsdiensten angst inboezemen. Een vreemde godsdienst is meestal
geheel of gedeeltelijk onbekend, en onbekend maakt onbemind - of erger.
Van doorslaggevende betekenis daarbij is dat hoe meer een godsdienst
wordt geassocieerd met een krachtige organisatie, hoe meer ontzag,
wrevel en weerstand het belijden ervan oproept.
Omdat de islam geen kerkorganisatie kent, zou het haast te verwachten
zijn dat moslim worden of moslim zijn bij een niet-moslimse omgeving
weinig of geen reactie zou oproepen, maar dat is niet zo. Een
gemeenschap met een eigen manier van kleden, een eigen type haardracht,
een eigen stijl van hoofdbedekking, met een eigen dieet, met soms
sensationele berichtgeving over individuen uit die gemeenschap die
claimen dat het uitzonderlijke gedrag dat zij vertonen hen door die
godsdienst wordt opgelegd - dat zijn allemaal dingen die bij de
oppervlakkig geinformeerde buitenstaander de indruk wekken dat er sprake
is van een hechte en gedisciplineerde organisatie. En dat roept onrust
op.
De gruweldaden van fundamentalistische activisten in Egypte, Algerije en
elders hebben evenmin bijgedragen aan de verbetering van het imago van
de islam. De islamitische fundamentalisten streven ernaar in hun eigen
land aan de macht te komen. Fundamentalisme is een ideologie, niet een
godsdienst. Toch hebben de fundamentalistische, politieke moorden die in
de jaren negentig vooral in Egypte en Algerije werden gepleegd,
bijgedragen aan de angst voor de islam.
In Indonesie, Pakistan en Egypte is het in deze jaren voorgekomen dat
christenen het leven moeilijk werd gemaakt, waarvoor de daders niet veel
meer redenen opgaven dan dat de slachtoffers christenen waren en zijzelf
moslim. Het is menselijk dat de publieke opinie in het Westen zich dan
niet verdiept in de profane, sociale tegenstellingen die aan zulk gedrag
wellicht ten grondslag liggen, maar zich bij tijd en wijle afvraagt of
zo'n godsdienst niet gevaarlijk is.
Ten slotte is de angst dat Nederland 'islamiseert' van invloed op het
imago van de islam. Wie beseft dat een godsdienst uit het Midden-Oosten
Europa al eens eerder heeft overgenomen (namelijk het christendom),
heeft inderdaad reden tot nadenken. Ook al gaat het hier om langdurige
processen, waarop een individu vanuit zijn eigen tijd geen zicht heeft.
(Om het in een nieuwe omgeving te redden heeft een godsdienst een groei
van zo'n 40 procent per tien jaar nodig. Haalt de islam dat?)
Maar al te veel gepeins over het imago van de islam is nergens goed
voor. De nieuwsgierigheid van zowel moslims als islam-watchers kan zich
beter richten op wat er in de islamitische wereld daadwerkelijk wordt
gedaan en gezegd, in plaats van op het 'imago' van dat alles in het
Westen.
Of, fraaier nog, op de reacties die het imago oproept, of, nog een stap
verder: de emoties die de waarnemer voelt bij het zien van zijn eigen
reacties op het imago van de islam.
Dr. J.J.G. Jansen is universitair docent bij de afdeling Talen en
Culturen van het Islamitische Midden-Oosten (TCIMO) aan de Leidse
universiteit.
|
NRC
Webpagina's
|