Dossier Kok / Van Aartsen
Nieuws
Wim Kok
Jozias van Aartsen
Buitenlands beleid
Documenten
Links
|
Buitenlands beleid
"Van Aartsen ontbeert heldere visie op Buitenlands beleid", schreef J.M. Bik, diplomatiek redacteur van NRC Handelsblad begin dit jaar. Drie jaar eerder zei VVD'er Wiegel, 'mentor' van Van Aartsen: ,,Hij zou een heel goeie minister van Buitenlandse Zaken zijn. Hij vindt de buitenlandse contacten interessant, spreekt zijn talen en heeft mooie streepjespakken aan.'' Wat is het Buitenlands beleid van Nederland en in het bijzonder: wat is de visie van Van Aartsen daarop?
Een lange lijst van versprekingen
(3 november 2000)
Kok II is begonnen aan de tweede
helft van de kabinetsperiode. Voor minister Van Aartsen (Buitenlandse
Zaken) lijkt het uitdienen van zijn termijn het maximaal haalbare.
Premier moet zich wel op buitenlands terrein
begeven
(1 november 2000)
De recente misverstanden tussen
premier Kok en minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken, hebben meer
te maken met hun gebrekkige communicatie dan met competentiegeschillen,
meent S. Rozemond.
Van Aartsen als minister van Buitenlandse Zaken
Liberale sluitpost
(Opinie, 10 oktober 2000)
Van de veertien ministers van Buitenlandse Zaken die Nederland sinds 1945 heeft gekend, heeft de VVD er drie geleverd: D.U. Stikker (1948-1952), C.A. van der Klaauw (1977- 1981) en J.J. van Aartsen (1998-). De eerste kwam uit het zakenleven, de tweede uit de diplomatie, de derde uit de binnenlandse ambtenarij. Column van J.L. Heldring.
'Solo-actie van Van Aartsen loopt uit op zoveelste blunder'
(Opinie, 6 oktober 2000)
Minister Van Aartsen van Buitenlandse Zaken zag zich deze week even als stuurman-inspirator binnen de EU met zijn openlijk advies aan de oppositie in Belgrado een tweede verkiezingsronde te accepteren. Maar hij bleef onbegrepen en gehavend achter, meent J.M. Bik.
'Van Aartsen ontbeert heldere visie op buitenlands beleid'
(Opinie, 3 februari 2000)
Bij zijn aantreden als minister van Buitenlandse Zaken was het devies van J. van Aartsen: geen actionisme maar effectiviteit en pragmatisme. Maar wat de veroordeling van een Oostenrijkse regering waaraan ook de FPÖ deelneemt praktisch waard is, is onduidelijk. En zijn gegoochel inzake het EU-wapenembargo jegens Indonesië was pijnlijk, meent J.M. Bik.
Buitenlands beleid van Nederland
De lange weg naar buiten - Honderd jaar Buitenlands beleid
(7 januari 2000)
Er wordt vandaag de dag op Buitenlandse Zaken niet meer zo hevig geklaagd over de dominantie van de minister-president in het Europese beleid als tien jaar geleden. Minister Van den Broek ging er een competentiestrijd over aan met zijn partijgenoot premier Lubbers, die hij verloor. Daarna hebben de ministers Van Mierlo en Van Aartsen zich zonder morren neergelegd bij de beslissende rol die de premier nu eenmaal toevalt tussen de andere Europese politieke chefs. De tijden zijn voorbij dat een Joseph Luns rechtstreeks in debat kon gaan met president De Gaulle of kanselier Adenauer en zijn eigen premier als het ware aan de hand meenam.
Ontspannen én besluitvaardig trio
(9 december 1999)
Als er één ministerie is waarvan de bewindspersonen sterk verschillen van hun voorgangers, is wel het Buitenlandse Zaken. Want naar temperament, werkwijze en inzichten, en ook qua onderlinge verhouding, vormen de ministers Van Aartsen (Buitenlandse Zaken, VVD) en Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking, PvdA) en staatssecretaris Benschop (Europese Zaken, PvdA) een wel heel ander trio dan het voorafgaande driemanschap: Van Mierlo (D66), Pronk (PvdA)en staatssecretaris Patijn (VVD).
Beschaafd gekerm onder nieuw, daadkrachtig bewind
(3 december 1998)
Na het duo Van Mierlo en Pronk worden de zaken op Buitenlandse Zaken en bij Ontwikkelingssamenwerking een forse slag anders aangepakt door hun opvolgers, Van Aartsen en Herfkens. Van hoog tot laag op het departement wordt er gemord.
|
NRC Webpagina's
3 november 2000
|