|
ECLIPS IN BEELD ALLEEN IN SUPERLATIEVEN TE BESCHRIJVEN NEDERLAND EN BELGIË OMRINGENDE LANDEN EUROPA OOGGETUIGEN HET WEER WETENSCHAP NATUUR KIJKEN, FOTO'S, FILM MYTHEN EN LEGENDEN BIJBEL REIZEN BOEKEN LINKS |
Commerciële weerman Harry Otten tegenspeler van
verambtelijkt KNMI
Eclipsjager en gek van het
weer
Het begon met De Ramp, een fotoboek over de watersnoodramp van
1953. Het was van een oom, maar als vijfjarig joch bladerde hij er
eindeloos in. De wolken, het water, de ontstellende kracht van de
natuur. Een foto waarop een hele spoorbaan is weggespoeld. Het bleken on
vergetelijke indrukken.
Toen kwam de winter van 1956, de strengste winter van deze eeuw. Tot
zijn grote verbazing zag een achtjarige Harry Otten de auto's over de
bevroren grachten van Breda rijden. Hij begon stelselmatig naar het
weerbericht te luisteren en hoorde op zeker moment de nieuwslezer
spreken over strenge vorst van min tien tot min twintig graden Celsius.
Die dag hoorde het hooggeachte Koninklijk Nederlands Meteorologisch
Instituut in De Bilt, opgericht in 1854, voor het eerst van Harry Otten
uit Breda. Hij belde even op om te zeggen dat ze een fout hadden
gemaakt: daar de temperatuur mogelijk zou zakken tot waarden onder de
vijftien graden onder nul, hadden ze moeten zeggen "strenge tot zeer
strenge vorst".
Zo begon het. En vervolgens waren daar de winters van 1962 en 1963, met
veel kou en een legendarische Elfstedentocht. Otten hield op kladpapier
staatjes en grafieken bij. Luisterde naar alle weerberichten op de
Nederlandse en Belgische radio en televisie. Hoorde de Belgische
Weerman-aller-Weermannen Armand Pien. Het waren de jaren dat hij,
leerling van het Onze Lieve Vrouwecollege in Breda, tussen de middag
nog net de land- en tuinbouwberichten kon meepikken. Niet dat dat
eenvoudig was. De school ging om kwart over twaalf uit. Als hij heel
hard fietste, alle verkeerslichten op groen stonden en hij geen
tegenwind had, kon hij precies om half een de woonkamer binnenstuiven.
Hij vroeg - tevergeefs - aan zijn vader een abonnement op het de
dagelijkse weerkaarten van het KNMI. Zo werd Harry Otten gek van het
weer.
Henricus Adrianus Franciscus Maria Otten wordt op 17 juni 1948
geboren als oudste kind in een goed katholiek gezin van - uiteindelijk -
zeven kinderen. Zijn vader had een garagebedrijf. Zijn opa was de
uitvinder van de Otten Motor, de allereerste motorfiets voor vrouwen.
Een zus van zijn opa reed er in 1901 de eerste rondjes op, wat tot een
lokaal schandaaltje leidde. Maar opa was krenterig en wilde geen geld
lenen. Anders was het zeker nog wel wat geworden met die motor. Zowel
zijn grootvader als zijn vader gaf Harry een duidelijke boodschap mee:
niets komt aangewaaid, overal moet je hard voor werken. Otten doorloopt
het OLV-lyceum in Breda en gaat natuurkunde studeren in Eindhoven. Hij
studeert in 1973 af als kernfysicus. Na zijn diensttijd kan hij op
verschillende plaatsen terecht, onder andere in de computerindustrie.
Maar ook bij het KNMI, waar men een wetenschappelijk onderzoeker zoekt.
Daar begint hij in 1975. Otten blijkt ambitieus: binnen twee jaar
schrijft hij verhalen over het weer in NRC Handelsblad en het
Algemeen Dagblad.
In 1979 wil onderzoeksdirecteur H.Tennekes van het KNMI iemand naar de
Verenigde Staten sturen in het kader van een uitwisselingsprogramma.
Otten krijgt de kans, zeer tegen de zin van zijn eigen directeur, die
dergelijke nieuwerwetse fratsen maar 'idioot' vindt. Met zijn gezin
vertrekt hij voor een jaar naar Penn State University, waar hij zeer
consciëntieus alle colleges volgt die op meteorologie betrekking
hebben. Hij heeft er twee dingen geleerd, zegt professor Tennekes.
"Niet alleen heeft hij als weerfreak heel veel kennis opgedaan over het
weer, hij heeft ook gezien hoe er op commerciële wijze weerkunde
bedreven kan worden. Anders dan in Europa was er in de Verenigde Staten
toen al een strikte scheiding tussen de commercie en de
overheidsdiensten. De laatste maakten weerberichten die voor iedereen
toegankelijk waren. Dat was en is in Europa niet zo. In Europa hebben de
weerinstituten een monopolie op de data."
Otten komt er in Amerika definitief achter dat de meteorologie zijn vak
is. Hij ontwerpt er op de universiteit computergestuurde weerkaartjes,
die daarna meer dan tien jaar gebruikt zijn door Accuweather, een
particulier weerbedrijf met 300 man personeel. Hij beleeft er, zegt hij
zelf, een grandioze tijd. De derde en jongste dochter wordt er geboren.
Met enige regelmaat komt het gezin Otten nog in Amerika en elke keer
weer is dat "a sort of homecoming". Dolenthousiast keer hij terug naar
Nederland. We moeten het hier anders gaan doen, roept hij te pas en te
onpas tegen iedereen bij het KNMI die het maar horen wil, en ook tegen
iedereen die het niet wil horen. Otten spreekt erover in de kantine, in
de wandelgangen, met zijn directeur. Hij heeft in Amerika ontdekt dat
er geen ellenlange discussies nodig zijn van allerhande commissies om
veranderingen door te voeren. Otten wil dat het KNMI op Amerikaanse
leest geschoeid wordt: als iemand een goed idee heeft, moet dat gewoon
direct uitgevoerd kunnen worden. Maar die omslag is te veel voor een
ambtelijke organisatie als het KNMI. "Het instituut was ambtelijk, duur
en ondoorzichtelijk in die jaren", beaamt Tennekes. "Het KNMI wilde de
veranderingen niet, wilde niet nadenken over klanten en prijsvorming. En
we waren natuurlijk een overheidsorganisatie; dat maakte het ook
allemaal wel lastig."
Otten krijgt meer en meer het idee dat hij tegen muren oploopt. Hij
ontmoet tegenstanders in de organisatie, die vinden dat hij veel te
vooruitstrevend bezig is. Publicitair gaat hij onderwijl stap voor stap
vooruit. Vanaf december 1982 verzorgt hij met een collega het
weerbericht voor het NOS-journaal. De onvrede over de gang van zaken bij
het instituut groeit evenwel. Eind 1984 stapt hij naar directeur J. van
Tiel met de mededeling dat hij voor zichzelf gaat beginnen. Maar er is
een probleem: de gegevens van het KNMI zijn niet voor derden
beschikbaar. Daar trekt Otten zich weinig van aan: hij zoekt en vindt
vrij snel politieke steun in Den Haag, onder anderen bij het Tweede-
Kamerlid Jorritsma en staatssecretaris Scherpenhuizen (Verkeer en
Waterstaat), beiden VVD, die van mening zijn dat ook derden gebruik
moeten kunnen maken van de KNMI-data.
En zo begint in 1986, in Wageningen, Meteo Consult, het eerste
commerciële weerbureau van Europa. De eerste jaren verlopen
moeizaam. Er woedt een vrijwel contante strijd met het KNMI over de
kwestie welke data nu precies vrijgegeven mogen worden. Het KNMI heeft
geen behoefte aan concurrentie, en wordt voor het overige ook nog eens
gebonden door Europese afspraken over bescherming van de data.
Maar dan grijpt verantwoordelijk minister Smit-Kroes (Verkeer en
Waterstaat, VVD) in. Zij bepaalt dat het KNMI de data niet kan
beschermen. Door een aantal oud-collega's wordt Otten uitgemaakt voor
verrader. Hoe kan hij het weer zo verkwanselen? Ook in later jaren
blijft er veel discussie. Zo zou het KNMI de weergegevens veel te duur
aan Meteo Consult verkopen - iets waartegen Otten met succes in het
geweer komt. Als vervolgens KNMI Advies wordt opgezet, een
commerciële activiteit van het instituut, klinkt het al snel
vanuit Wageningen dat het KNMI aan prijsdumping doet. Per 1 april van
dit jaar is KNMI Advies overigens geprivatiseerd, onder de naam Holland
Weather Services (HWS).
Na het rampjaar 1988, waarbij een aantal klanten wegloopt, komt voor
Meteo Consult het succesjaar 1989. Meteo Consult krijgt er een paar
grote klanten bij, waaronder de Gasunie en RTL4. In 1989 moet Otten
opnieuw naar zijn financier, de Rabobank in De Bilt (met uitzicht op
het KNMI-gebouw). De simpele boodschap: er is meer geld nodig. Dat geld
komt er vrij eenvoudig. " Hij had een voortreffelijk ondernemingsplan
waarmee hij naar mijn mening goed kon opboksen tegen het KNMI", zegt
directeur A. Wijnen van de bank. "Ik dacht: het moet toch lukken om als
commercieel bedrijf op te boksen tegen monopolist KNMI. En het bleek
ook mogelijk." Otten is inmiddels bestuurslid van de bank. Wijnen noemt
hem een "gedreven man, iemand die erg intensief bezig is". "Hij is heel
enthousiast, en in zijn enthousiasme kan hij naïef zijn. Op
sommige momenten zou hij wat langer moeten nadenken, even wachten
alvorens iets te zeggen."
Het tekent Otten dat hij is toegetreden tot het bestuur van de bank. Het
maakt duidelijk dat hij zich gaandeweg heeft ontwikkeld van
weerdeskundige tot ondernemer. Die metamorfose wordt door velen
bewonderd. "Hij is succesvol ondernemer, door schade en schande wijs
geworden", aldus Wijnen. "Hij heeft in feite het ideale profiel", zegt
S. van der Heijden, lid van de Raad van Bestuur van Wegener, de
uitgever in Apeldoorn die in 1994 een belang van twintig procent nam in
Meteo Consult. Een paar jaar later werd dat belang vergroot tot 36
procent. De rest van de aandelen is in meerderheid, 50,7 procent, in
handen van Otten en twee belangrijke medewerkers van het bedrijf,
meteoroloog W. van den Berg en informatietechnoloog R. de Gier.
"Hij is heel gedreven en heeft veel vakmanschap", zegt Wijnen. En hij
is altijd sympathiek gebleven. Wat wil je nog meer? Als hij indertijd
bij Wegener was begonnen, had hij nu in de top gezeten."
Vanaf het succesjaar 1989 is het met Meteo Consult crescendo gegaan. Het
bedrijf telt inmiddels vijftig medewerkers en heeft een jaaromzet van
zo'n 8 miljoen gulden. Er zijn vestigingen in Duitsland, Engeland en
België met nog eens vijftig medewerkers.
Insiders beschouwen Otten als een pionier die van groot belang is
geweest voor de Nederlandse weerindustrie. Hij kwam met tal van nieuwe
diensten en producten, zag de klant staan en ontwikkelde de
commerciële weerdienst. Dat deed hij in een tijd dat Het Weer voor
de maatschappij van steeds groter belang werd. Boeren willen weten of
ze kunnen zaaien, oogsten of ploegen, bouwbedrijven willen weten of ze
beton kunnen storten zonder angst op nachtvorst, transportbedrijven
willen weten of het gaat sneeuwen. Zij allen kunnen terecht bij
commerciële weerdiensten, zoals Meteo Consult. Het bedrijf heeft
alleen al 8.000 landbouwers als klant.
Niet alles wat Otten aanpakte, werd een succes. Het Weerkanaal, enkele
jaren in Nederland in de lucht en mede een initiatief van Meteo
Consult, is stop gezet bij gebrek aan inkomsten. Het is waarschijnlijk
te Amerikaans geweest, denkt Otten zelf. Ook hijzelf oogst kritiek.
'Naïef' is daarbij een kwalificatie die regelmatig terugkeert.
"Hij vertrouwt mensen snel, is goed van vertrouwen. Dat pakt nog wel
eens fout uit", zegt Wegener-topman Van der Heijden. "Zo kreeg hij op
zeker moment ruzie met een partner in Duitsland. De man had hem laten
vallen. Harry kon zich gewoon niet voorstellen dat het gebeurde, maar
het gebeurde."
Otten is eigenwijs, zegt Jacob Kuiper, meteoroloog van het KNMI en
mede-auteur van een boek over de komende zonsverduistering. "Harry kan
heel drammerig zijn. Wil zijn mening doordrukken. Hij zou wat
professioneler moeten zijn, wat meer moeten begrijpen dat je dingen
samen doet." Kritiek komt er ook van G. Groen, meteoroloog bij het KNMI
en voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Beroepsmeteorologen,
een club waaruit Otten zich heeft teruggetrokken. "Hij vindt zijn club
beter, en liet zich in een vergadering in felle bewoordingen uit over
de verschillen in kwaliteit tussen het KNMI en Meteo Consult. Dat ging
veel te ver, een aantal leden voelde zich persoonlijk aangevallen. Toen
heeft hij zich als lid teruggetrokken. Maar de waardering overheerst.
Otten wordt beschouwd als een zeer deskundig weerman, iemand met zeer
veel kennis van zaken. "Een bewogen man met hart voor het vak", zegt
directeur H. Fijnaut van het KNMI. Hij meent dat KNMI en Meteo Consult
inmiddels goed met elkaar overweg kunnen - en ook veel aan elkaar
hebben. " Hij heeft de meteorologie minder navelstaarderig gemaakt",
zegt Kuiper. Weerfreak Otten zit natuurlijk al dagen in Verdun,
Frankrijk, in afwachting van de eclips. Hij is een echte eclipsjager,
sinds hij in juni 1973 in Kenia tijdens zijn huwelijksreis heeft staan
schreeuwen en springen bij zijn eerste zonsverduistering. Later volgden
eclipsen in Mexico en Curaçao. Het is het mooiste wat er is,
zegt hij. De zon verdwijnt, het licht verdwijnt, "je hebt het gevoel
dat je in een ander landschap staat. Je ziet de corona van de zon.
Zoiets moet je meemaken." Otten was wel weer ondernemer genoeg om de
zonsverduistering aan te grijpen om geld te verdienen: met zijn boek
Zonsverduistering. De eclips van 11 augustus 1999 (drie drukken,
48.000 exemplaren, nagenoeg uitverkocht) en met de verkoop van
eclipsbrilletjes. Dat was helemaal, zegt de weerman, "een gekkenhuis".
En hij glimlacht tevreden.
Curriculum Vitae
Harry Otten is getrouwd en heeft drie dochters.
|
NRC
Webpagina's
|
Bovenkant pagina |