|
afleveringen NEDERLANDSE TOP KOPEN TIPS VOOR KOPERS ZEILTYPEN BOUWEN BRUINE VLOOT ELEKTRONICA SUCCESSEN ORGANISATIES BOEKEN AGENDA APPARATEN INFORMATIE LINKS |
| De purist | De dromer | De 'lonely wolf' | De bootjeklooier | De vertrekker | De pseudo-schipper |
De poetser |
Zeiltypen | Zeiltypen: Elke zeiler is baas op eigen boot Rob Beinsdorp (zeiler en
publicist)
Mijn eerste beeld van het fenomeen 'zeilers' vormde zich in de late jaren veertig. Mijn ouders en al hun vrienden hadden zo'n grote passie voor water dat ze er onmiddellijk na de oorlog voor zorgden weer iets te hebben dat kon drijven, iets waarop een zeiltje kon worden gezet. Zo werd ik al meegenomen naar de Kagerplassen nog voordat ik had leren lopen. Daar, in de open ruimte van het polderland, waar je de geur inademde van rijpend hooi en verse koeienstront, zag ik dat het geluk leek te schuilen in de eerlijke eenvoud van wind, water en de vrijheid om te gaan waar je wilde. Zeilers waren geen gewone mensen. Ze hadden iets stoers en dat wilden ze weten ook! Al vanaf grote afstand kon je aan hun kleding zien: hé, daar heb je een zeiler!
Ik leerde ook dat er soorten zeilers zijn. In de club van vrienden tegen wie ik oom of tante moest zeggen, zat een zekere orde. Oom Arie was een gewone zeiler. Hij had net als mijn ouders een krakkemikkige boot die steeds opnieuw waterdicht moest worden gemaakt. Dat was 'normaal'. Oom Balt daarentegen was geen echte zeiler. Hij was zakenman, kon zich een dure 'Pampus' (klassieke wedstrijdklasse) veroorloven en had het altijd zo druk met poetsen dat er voor het grote genieten geen plek was. Ook ome Joop was geen echte, want hij at zelfs in zijn boot met mes en vork. Hoe groter de afstand tot de werkelijkheid van alledag, hoe meer recht iemand had zichzelf zeiler te noemen. Medio jaren zestig trok ik voor het eerst zelf met vrienden erop uit. De huurprijs van een open boot met tent voor de nacht bedroeg toen zeventig tot tachtig gulden per week. Met wat sparen en vakantiewerk konden we ons vrijbuitersbestaan tot een maand oprekken. Een buitenboordmotor was taboe. De ware zeiler leefde met de wind en bij gebrek daaraan met spierkracht. Voor jonge 'starters' zag de zeilerswereld er aantrekkelijk eenvoudig uit. Er was slechts sprake van 'ons' en van 'ouwe lullen'. Wie in een kajuitboot voer, een motor gebruikte of zijn leeftijd tegen had, behoorde tot de tweede categorie. 'Ons' was niet nader gedefinieerd. Wij waren in onze boten allen onderweg. Waarheen, dat deed er niet toe. De een zocht ultieme vrijheidsbeleving, de ander erotisch avontuur (dat nooit werd gevonden), weer een ander de spanning van het ongewisse.
Ik kan nu, ruim dertig jaar later, maar één reden bedenken waarom onze aanstormende bende jonge zeilers van de jaren zestig onderling geen of nauwelijks subculturen kende: daar was in die tijd geen behoefte aan. Wij beleefden de maatschappijkritische omslag van die dagen in een versimpelde vorm: het generatieverschil. Nog steeds blijven zeilers streven naar een eigen identiteit. De rafelige zwarte jopper van anderhalve generatie geleden had een zelfde functie als de nieuwste modetrend in de hedendaagse zeilkleding. Zeilers kunnen het niet laten zich te onderscheiden. We doen dat collectief op verschillende niveaus, zelfs via internationale stigmatisering. ,,Duitsers zijn verslingerd aan theoretiseren, maar brengen niets terecht van de praktische navigatie. Fransen houden van grote spektakels maar hebben hun boot nooit op orde. Britten zijn zó vormelijk dat je je afvraagt of ze er wel lol in hebben.''
Op nationaal niveau kristalliseert een collectief 'wij zeilers-gevoel' zich waarschijnlijk uit in de individuele territoria. Een zeiler creëert de wereld die bij hem (soms haar) past: met de boot, het vaarwater en de sociale contacten die daar bijhoren. De krachten waarmee die eigen omgeving wordt gevormd, kunnen groot zijn. Ze worden gevoed door de behoefte aan compensatie in een vervreemd bestaan. De Wageningse socioloog Lengkeek beschrijft die behoefte aan profilering in een verhandeling over het wezen van de recreatie, De vakantie van het leven. Hij schetst hoe mensen in het leven van alledag worden beperkt in hun beleving van de werkelijkheid. Hij geeft enkele 'parameters van de werkelijkheidsbeleving', zoals tijd, ruimte, eigen persoonlijkheid, sociale contacten. Tijd wordt geregeerd door klok en agenda, ruimte door de muren rondom de werkplek of de bumper van een andere automobilist. De eigen persoonlijkheid staat zwaar onder druk van fatsoensregels, gedragscodes en sociale controle. Recreatie heeft volgens deze benadering een sterk compensatie-aspect. Een zeiler vindt ruimte in open waterlandschap, de tijd wordt weer bepaald door hemellichamen of het daarmee samenhangende getij. Eigen aard en karakter kennen geen grenzen, want elke zeiler is baas op eigen boot. Het wordt individueel bepaald hoe de compensatiecocktail wordt gevormd. Zo kunnen de dagelijkse sores en verantwoordelijkheden effectief worden verdrongen door uiterst passief genietend door een poldervaart te dobberen, maar ook door in ware doodsverachting het risico te zoeken van harde wind, gevaarlijke zeegaten of de absolute eenzaamheid van de solozeiler. De ene zeiler zal het dus vooral zoeken in ruimte en beleving van natuur, de andere in een erotisch-avontuurlijke vrijheid en een derde in keiharde actie. Voor alle zeilers is het eigen territorium echter heilig. Kom er niet aan, want het wordt met alle middelen verdedigd. Een beproefd verdedigingsmiddel is groepsvorming op basis van gelijksoortige eigenschappen: de bruine schippers, de kustzeilers, de trailersailer-bezitters, de rond- en platbodemvloot, de Wadvaarders, etcetera. De neiging tot groepsvorming is zo sterk dat de afgelopen jaren heel wat verenigingen zijn opgericht van eigenaren van hetzelfde type boot. Het is de persoonlijke vormgeving van het eigen territorium die maakt dat er zoveel verschillende zeilerstypes zijn. In feite is elke zeiler een unieke mengvorm van verschillende typen, maar in de regel springen sommige karaktertrekken sterk naar voren. De typeringen op deze pagina staan nergens te boek en worden door niemand erkend. Ze komen dus geheel voor eigen rekening.
|
NRC
Webpagina's
|