NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 ZEILEN
 NEDERLANDSE TOP
 KOPEN
 TIPS VOOR KOPERS
 ZEILTYPEN
 BOUWEN
 BRUINE VLOOT
 ELEKTRONICA
 SUCCESSEN
 ORGANISATIES
 BOEKEN
 AGENDA
 APPARATEN
 INFORMATIE
 LINKS

Bouwen: De naam van goed en degelijk

Ben Greif
Als ontwerpers en bouwers van zeiljachten hebben Nederlanders een naam hoog te houden. De scheeps- bouwers vrezen nieuwe Europese regels.

Waarom bouwt een land met zo'n maritieme historie als Nederland zo weinig successen in grote internationale zeilraces? Hoe komt het dat landen als Nieuw Zeeland, Australië, Frankrijk en de Verenigde Staten bij dat soort evenementen voortdurend de kopposities innemen?

Wie die vragen voorlegt aan Nederlandse jachtontwerpers en andere deskundigen krijgt steevast dezelfde antwoorden: internationaal wedstrijdzeilen met grote jachten was voor Nederland tot nu toe een te kostbare zaak. Voor de tientallen miljoenen die een Whitbread-project kost, waren hier tot dusverre onvoldoende sponsors te vinden.

De Nederlandse Whitbread-boot, de BrunelSunergy, is een treffende illustratie van dit budgetprobleem. Het schip, ontworpen door het Duits-Nederlandse ontwerpersduo Judel/Vrolijk, werd niet uitgerust met een speciaal ontwikkelde kiel die het een stuk sneller zou hebben gemaakt. Oorzaak: een niet toereikend budget. Dr.ir. Piet Van Oossanen, de Wageningse expert en ontwerper die meehielp met de ontwikkeling van de Brunel, denkt dat door de publiciteit en de succesjes van Roy Heiner de belangstelling voor de volgende Whitbreadrace zal toenemen.

Aan expertise op het gebied van jachtontwerp en -bouw heeft Nederland geen gebrek. Nederlandse jachtbouwers hebben internationaal een uitstekende naam. ,,Maar hun reputatie is niet zozeer flitsend en modern als wel goed en degelijk'', zegt Hiswa-manager jachtbouw Rard Metz. Hij trekt een parallel tussen Ferrari's en Rolls-Royces. Jachtarchitecten en -bouwers hier richten zich met serieschepen meer op de tamelijk conservatieve Nederlandse toerzeilers en op grotere en duurdere jachten - geheel of gedeeltelijk volgens de wensen van de klant gebouwd.

Bij de seriebouw en bij de custom-built jachten is voor experimenten met superlichte rompen van materialen als koolstofvezels en kevlar nog niet veel ruimte. En juist in de toepassing van nieuwe technologie valt bij de bouw van snelle oceaanracers winst te behalen. Eén van de uitzonderingen is het bedrijf Holland Composites in Lelystad, dat ook de romp van de BrunelSunergy bouwde.

Nederland telt, naast de vele bouwers en ontwerpers van ronde- en platbodemschepen, op het gebied van scherpe toerzeiljachten enkele uitstekende ontwerpers en werven. Om de twee meest bekende te noemen: Scheepswerf Victoire in Alkmaar (Victoire, ontwerpen van de befaamde zeezeiler Dick Koopmans sr. en sinds kort ook van zijn zoon Dick jr.) en Conyplex in Medemblik (Contest, ontwerpen van onder andere Dick Zaal). Populair zijn verder ook de Friendships (getekend door Koos de Ridder) van de gelijknamige maar helaas ter ziele gegane werf uit het Friese Balk.

Een van de meest vooraanstaande ontwerpbureaus is Van de Stadt Design uit Wormerveer. De naam Van de Stadt is in zeilerskringen wereldwijd een begrip. Oprichter E.G. (Ricus) van de Stadt tekende en bouwde het eerste polyester zeiljacht van Europa, de Pionier, een scheepje van 9 meter. De zeiler Herman Janssen voer met zo'n scheepje solo rond de wereld toen haast niemand dat nog deed.

Ricus van de Stadt, onder andere ontwerper van Bruynzeels Stormvogel, is inmiddels 88 en niet meer actief. Het van de Zaanse werf losgekoppelde ontwerpbureau dat zijn naam draagt, maakte afgelopen jaren furore als exclusieve ontwerpers van de Duitse Dehler-jachten. Net als veel andere Europese bouwers van seriejachten verslikte evenwel ook het zeer populaire en snelgegroeide Dehler zich in de grillen van de markt. De werf moest, gedwongen door financiële problemen, aanzienlijk inkrimpen en koos prompt voor andere ontwerpers. Pech voor Van de Stadt Design dat zich overigens volgens partner Cees van Tongeren uitstekend redt met het leveren van ontwerppakketten voor zelfbouw en allerlei andere bouwtijd besparende ontwerpen, al dan niet volgens de wensen van de klant.

Een aparte categorie vormen de ontwerpers en bouwers van echt grote zeiljachten (30 meter of meer) als Koninklijke Huisman uit Vollenhove en Jachtwerf Jongert uit Medemblik. Deze werven leveren zeer luxueuze schepen, die enkele tot tientallen miljoenen guldens kosten. Deze echte Rolls-Royces zijn eigenlijk alleen weggelegd voor de superrijken van deze aarde. Huisman, die ook Van Rietschotens Flyers bouwde, leverde onlangs een 47 meter zeilschip op voor de topman van Netscape. Jongert komt op de markt met een schip voorzien van een unieke opvouwbare kiel, waardoor het maxi-jacht ook ondiepere wateren kan bevaren.

Wie overweegt op korte termijn een nieuw schip aan te schaffen, kan nog beter een maandje wachten. Op 16 juni wordt voor alle pleziervaartuigen (motor- en zeiljachten tussen 2,5 en 24 meter) in de Europese Unie de zogenoemde CE-markering ingevoerd. Elk nieuw schip moet na die datum voldoen aan een pakket van minimumeisen op velerlei gebied. Jachten worden ingedeeld in vier categeriën: A geschikt voor de oceaan, B voor zee, C voor kustwateren en D voor binnenwater. Voor de ontwerpers heeft de invoering niet erg veel gevolgen. Die voldeden in de regel toch al aan normen (Lloyds, Veritas of andere).

Voor de bouwers zijn de gevolgen van de CE-markering des te groter, want zij zijn verantwoordelijk. De werven, vooral de kleinere, hebben er nogal wat problemen mee. Ze worden opgezadeld met een behoorlijke administratieve rompslomp. Ze moeten alles op tekening en beschreven hebben en ze worden verplicht tot het verstrekken van een uitvoerige gebruikershandleiding. Dat is natuurlijk leuk voor de consument, maar volgens deskundigen vallen de voordelen verder in de praktijk erg tegen. De eisen, bij voorbeeld die op het gebied van stabiliteit, zijn minimaal en zeer algemeen geformuleerd. Wat moet je met een formulering dat ,,alle vaartuigen zo ontworpen moeten zijn dat de kans op zinken zo gering mogelijk is''?

Op veel specifieke onderdelen zijn de technische harmoniserende normen ook nog lang niet uitgewerkt. Dat geldt onder meer voor de belangrijkste constructienorm. Over de stabiliteit van jachten is volgens ir. Piet van Oossanen, zelf lid van CE-commissies, een heel hard gevecht gevoerd tussen Fransen en Britten. Het was een strijd tussen de voorstanders van relatief lichte, platte en brede schepen en die van slankere maar zwaardere jachten met een grotere waterverplaatsing.

De CE-markering is niet bedoeld als een keurmerk maar als een middel om handelsbelemmeringen tussen EU-landen (waar soms inspecties en keuringen van geïmporteerde jachten worden geëist) uit te bannen. Maar in een toelichting moet zelfs de branchevereniging voor de watersportindustrie Hiswa toegeven dat er in de naaste toekomst op de botenmarkt een tweedeling kan ontstaan tussen schepen die niet en die wel CE gemerkt zijn. Het zal ongetwijfeld tot prijsverschillen leiden.

En ondanks alle verzekeringen van het tegendeel heerst er in de Europese zeilerswereld enige angst dat de categorie-indeling van jachten het begin kan vormen van nieuwe inperking van de vrijheid op het water. Het is heel simpel om die indeling over een tijdje te benutten om het gebruik van jachten aan banden te leggen. Na het vaarbewijs een nieuwe manier om het bootjesvolk te pesten?

NRC Webpagina's
20 mei 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) MEI 1998