|
afleveringen NEDERLANDSE TOP KOPEN TIPS VOOR KOPERS ZEILTYPEN BOUWEN BRUINE VLOOT ELEKTRONICA SUCCESSEN ORGANISATIES BOEKEN AGENDA APPARATEN INFORMATIE LINKS |
Bruine vloot: Getaande zeilen, geteerde rompen
Cees Banning
Ijmuiden, woensdag 12 mei, 5226'06''N 0425'69''E. Om negen uur klinkt een paar mijl voor de Noordzeekust het startschot voor de 'Heineken Race of the Classics'. Aan boord van het startschip - de 67 meter lange sleepboot De Waker van de kustwacht - breekt onder de bemanning direct hilariteit los. De Noordzee is vlak, de wind laat het afweten en lusteloos hangen de zeilen aan de ra's. Voor de schippers van de schoener Gallant en de bark Europa is het een reden om na het startschot toch nog even de motor bij te zetten. ,,Het lijkt wel een race voor klassieke motorschepen'', grapt een matroos, hangend over de reling. Op kanaal 72 van de marifoon klinkt een kakofonie van protesten richting wedstrijdleiding. De kroonjuwelen van de Nederlandse 'bruine vloot' doen mee aan deze wedstrijd die voert van IJmuiden naar het Britse Ramsgate, een havenplaats aan de zuidoever van de Theems, en weer terug. De veertien barken, schoeners, loggers, galjassen, en kotters worden bemand door studenten management van hogescholen en universiteiten. Als eerste drukt de galjas Bor, bemand door leden van het Utrechtse studentencorps Veritas, de boegspriet over de startlijn. Een dag eerder aan de kade in Amsterdam trokken de studenten ook al de aandacht. Gekleed in beige shorts, blauwe blazers, overhemd plus stropdas drinken ze in de sidderende hitte bier aan hun mobiele tap, ingebouwd in een transit-busje. ,,Zeilen is leuk'', zegt Rob. ,,Maar we moeten wel een biertje bij de hand hebben èn we moeten de belangen van de sponsor natuurlijk niet uit het oog verliezen.'' De schipper van de Bor schouwt het gemoedelijk aan. ,,Ik vaar al een paar jaartjes mee, dus ik ken mijn pappenheimers. Op zee moeten ze aan de touwen, dan binden ze wel in.'' Onder Nederlandse vlag zeilen ongeveer 450 passagiersschepen: de 'bruine vloot'. Voor de zeegaande schepen is de benaming misleidend - de twee- en drie-masters zijn meestal wit getuigd. De benaming is veel beter van toepassing op de platbodemschepen - zoals skûtsjes en tjalken - die op IJsselmeer, Waddenzee en Friese meren varen met hun getaande zeilen en geteerde rompen. In de 19de eeuw werden deze schepen in relatief korte tijd populair bij vissers en vrachtvervoerders. De platbodems waren ruim, stabiel, zeewaardig en snel. Deze eigenschappen bleken tijdloos en zorgden dertig jaar geleden voor een opleving van de zeilende beroepsvaart. Voor de Tweede Wereldoorlog kende Nederland nog een grote vloot van schoeners, klippers, aken, tjalken en botters. Het zijn zeilschepen waarmee zowel op de kustvaart, in de zeevisserij als in de binnenvaart werd gevaren. Eind jaren dertig gingen steeds meer schippers mast en zeil vervangen door een motor. In de jaren van de wederopbouw wilde de overheid de internationale concurrentiepositie van de Nederlandse vissers en vrachtvaarders verbeteren. Met overheidssubsidies werd de vloot gemoderniseerd. De 'klassiekers' werden afgedankt en tot schroot verpulverd, of ze lagen zonder mast, motor en zwaarden als woonboten in grachten en sloten. Een groep liefhebbers hield koste wat kost een kleine vloot in de vaart. Om het onderhoud aan het schip te kunnen betalen, namen ze gasten mee. In de jaren zestig kreeg de bruine vloot een nieuwe impuls: de platbodems werden ontdekt door de Nederlandse flower power-beweging. In de Verenigde Staten trokken de hippies met omgebouwde oude vrachtwagens door het land. De Nederlandse zeilhippies hadden een voorkeur voor platbodems. Deze schepen hebben een relatief grote binnenruimte en met hun geringe diepgang konden ze bijna overal varen in het vaak ondiepe Nederlandse zeilwater. Studenten en scholieren waren de eerste groepen die georganiseerde reizen maakten op de platbodems. De slaapzakken werden uitgerold in het kale ruim. Er werd geslapen op jutezakken gevuld met stro, water kwam uit een vat en in het vooronder stond 'het tonnetje'. ,,Het klinkt als de sfeer uit een vorige eeuw'', zegt Hendrik Boland, schipper/eigenaar van de schoener Zuiderzee en directeur van de Belangenvereniging Beroeps Zeilschippers. ,,Begin jaren zeventig toen ik begon te varen, lag je 's avons met twee à drie schepen in de haven van Enkhuizen. Nu liggen er vijftig à zestig schepen.'' Het zeilen op traditionele schepen is in relatief korte tijd razend populair geworden. De primitieve scheepsreisjes zijn verworden tot een toeristische bedrijfstak, waarin bijna duizend mensen werken, met een omzet van 120 miljoen gulden. De strozak is vervangen door luxe privé-hut met douche en toilet. De roef is niet langer de verblijfplaats van de schipper, maar is omgebouwd tot een scheepscafé met veel eiken en koper. ,,Om het zeilen met grote schepen op open water populair te maken, zijn de schepen enorm verbeterd. Maar ook de klanten zijn steeds meer eisen gaan stellen'', vertelt Boland aan boord van zijn 31 meter lange schoener De Zuiderzee. Het schip biedt plaats aan 22 gasten die samen ongeveer 8.000 gulden per week opbrengen. Sinds de jaren zeventig is de groei onstuimig geweest. Het aantal schepen is sterk toegenomen en ook het aantal vaardagen is gestegen, van honderd tot honderdvijftig. De bruine vloot bestaat op dit moment uit ongeveer 450 schepen. Boland: ,,Zo'n driehonderd zijn echt bruin. Tachtig zeilschepen zijn zeegaand, de overige zijn scherpe jachten.'' Met de 'kencijfers zeilende chartervaart' bij de hand produceert hij zijn cijfers. Zo zijn IJselmeer en Waddenzee de populairste vaargebieden: 85 procent van het totale aantal vaardagen wordt hier doorgebracht. Met de verdergaande commercialisering van de vloot kreeg het schoolreisje concurrentie van activiteiten als 'relatiemarketing' en 'produktpresentatie'. ,,Sommige schippers specialiseren zich op deze activiteiten'', vertelt Boland. ,,Op die schepen kun je niet eens meer overnachten, maar alleen een dag op varen - als vergadergelegenheid, trainingsruimte, of plaats waar je klanten ontvangt.'' De bruine vloot is een volgende fase ingegaan, constateert Caspar Mooyman directeur van charterbureau De Zeilvaart. ,,Het gaat niet meer om het behoud van een klassiek schip. Schepen worden zo gebouwd dat ze bij een bepaalde doelgroep passen.'' Veel schippers/eigenaren zijn aangesloten bij een charterbureau die klanten werft en de boekingen verzorgt. Gemiddeld ontvangen ze daarvoor 15 procent van de prijs. Maar de chartermaatschappijen stellen ook hun eisen aan kwaliteit en comfort. Dat betekent dat de schipper/eigenaar fors moet investeren. Tien jaar geleden kostte het nog een ton om een schip in de vaart te brengen. Tegenwoordig moet minimaal een half miljoen gulden op tafel komen. De 'Race of the Classics' werd zondag 17 mei gewonnen door de schoener De Galant. De galjas Bor, als eerste over de start, werd uiteindelijk tiende. ,,Maar mijn studentjes van Veritas hebben hard gewerkt'', vergoeilijkt de schipper.
|
NRC
Webpagina's
|