Profiel Woordenboeken
NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 





WOORDENBOEKEN
OORSPRONKELIJKE MAKERS
TOEKOMST
BETEKENISSEN
PLAGIAAT
SPOOKWOORDEN
DERTIENDE VAN DALE
VERBODEN
OPLEIDINGEN
CITATEN
SUCCESVOL
DEFINITIES
HUMOR
SOORTEN
DIALECTEN
TIJDSCHRIFTEN & BOEKEN
LINKS & CD-ROM



Overzicht eerdere
afleveringen Profiel

Betekenis van woorden volgens de vier belangrijkste Nederlandse woordenboeken

God | Incest | Kippenborst | Omkopen | Racisme | Relativiteitstheorie | Zigeuner | Ziel

God

  • Opperwezen, oorsprong en meester van het heelal, in monotheïstische godsdiensten - Verschueren 1996
  • de Schepper, het Opperwezen - Kramers 1998
  • het Opperwezen - Koenen 1999
  • het Opperwezen, de Schepper, de Geest waardoor en waarin alles is, m.n. het opperwezen van joden en christenen - Van Dale 1999

Incest

  • eig. bloedschande; seksuele handelingen van volwassenen met jongeren die aan hen zijn toevertrouwd - Verschueren 1996
  • Incest geslachtsgemeenschap tussen nauwe bloedverwanten, bloedschande - Kramers 1998
  • Incest geslachtsgemeenschap tussen bloedverwanten in nabije graad; bloedschande - Koenen 1999
  • Incest bloedschande; ontuchtige handelingen met het eigen minderjarige kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil of een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige - Van Dale 1999

Kippenborst

  • te smalle, hoge mensenborst - Verschueren 1997
  • borst (als) van een kip met vooruitstekend borstbeen; vlees van een kip aan het borstbeen - Kramers 1998
  • borst(kas) van geslachte kip; borst waarvan het borstbeen, zoals bij een kip, naar voren steekt - Koenen 1999
  • borst van een (geslachte) kip; misvorming van een borstkas bij mensen en paarden, waarbij het borstbeen als bij een kip naar voren steekt en de ribben ingezonken zijn; onbehaarde, witte borst van geringe omvang - Van Dale 1999
Omkopen

  • door geld tot een kwade handeling verleiden - Verschueren 1997
  • door geld, geschenken of beloften personen ertoe bewegen dingen te doen die ze uit hoofde van hun functie of beroep niet behoren te doen - Kramers 1998
  • door geld, geschenken enz. doen afwijken van zienswijze, partij, plicht - Koenen 1999
  • op een ongeoorloofde wijze beïnvloeden, voor zich winnen door het geven van geld, geschenken enz.- Van Dale 1999
Racisme

  • leer die een overdreven waarde toekent aan het behoren tot een bepaald ras. Syn. rassentheorie, rassenwaan - Verschueren 1996
  • rassentheorie, rassenwaan, leer van de superioriteit van het ene ras boven het andere; uitingen voortkomend uit een gevoel van superioriteit van het ene ras boven het andere. - Kramers 1998
  • discriminatie op grond van iemands ras - Koenen 1999
  • opvatting dat het ene ras superieur is aan het andere en, daaruit voorvloeiend, dat ten aanzien van het ene ras andere maatstaven kunnen (mogen) worden aangelegd dat ten aanzien van het andere; discriminatie op grond van het ras; uiting van rassenwaan - Van Dale 1999
Relativiteitstheorie

  • natuurkundige theorie die stelt dat beweging en tijd relatief zijn en alleen meetbaar t.o.v. iets anders, zoals de door de ruimte bewegende aarde; werd geformuleerd door A. Einstein in twee etappes: de speciale - (1905) en de algemene - (1916) - Verschueren 1996
  • theorie van A. Einstein (1875-1955) volgens welke materie, ruimte en tijd van elkaar afhankelijk zijn - Kramers 1998
  • theorie die inhoudt dat metingen aan de hand van ruimte en tijd afhankelijk zijn vd beweging vd waarnemer - Koenen 1999
  • de natuurkundige theorie die gebaseerd is op het relativiteitsbeginsel - Van Dale 1999
Zigeuner

  • lid van een in Europa en Azië rondzwervend volk, donkerbruin van kleur, met glimmend zwart haar, eigen taal en gebruiken; metf. landloper, haveloze zwerver - Verschueren 1996
  • lid van een oorspronkelijk uit Voor-Indië afkomstig en thans over de gehele wereld verspreid levend volk dat met name bekend is door zijn zwervende bestaan - Kramers 1998
  • lid ve in Europa, Azië en Amerika rondzwervend volk vh blanke ras - Koenen 1999
  • naam voor elk van de leden van een in Europa en een deel van Azië rondzwervend volk, van Indo-Germaanse oorsprong; (bij verg. bel.) haveloos of slordig gekleed persoon; (bij verg. bel.) iemand die een zwervend bestaan leidt - Van Dale 1999
Ziel

  • levensbeginsel inz. van de mens; geweten - Verschueren 1996
  • onstoffelijk levensbeginsel in de mens, in sommige godsdiensten als onsterfelijk gedacht - Kramers 1998
  • het niet-stoffelijke gedeelte vanwaaruit de mens leeft; (godsd) onsterfelijk deel vd mens - Koenen 1999
  • het niet-stoffelijke, althans stoffelijk niet te bepalen beginsel op grond waarvan de mens leeft; in psychologische zin meer als het vermogen om gewaar te worden en te begeren, de zetel of bron van de gedachten, van het gevoel en de wil; het onbewuste, het niet logisch te beredeneren gevoels- en driftleven - Van Dale 1999

NRC Webpagina's
30 SEPTEMBER 1999

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) SEPTEMBER 1999