Overzicht eerdere afleveringen
ECHTSCHEIDING
EEUWIGE LIEFDE
KINDEREN
TIPS VOOR OUDERS
ALLOCHTONEN
LEVENSOVERTUIGING
SURINAMERS E.A.
DE WET
BEGRIPPEN
ALIMENTATIE
TAFEL EN BED
SAMENWONEN
BEMIDDELING
PROCEDURE
BOEKEN
KINDERBOEKEN
INLICHTINGEN
CIJFERS EN GRAFIEKEN
LINKS
|
De wet
Het Burgerlijk Wetboek, boek 1, zegt in artikel 377a
letterlijk over het omgangsrecht:
lid 1 Het kind en de niet met het gezag belaste ouder hebben recht op
omgang met elkaar.
lid 2 De rechter stelt op verzoek van de ouders of van
één van hen, al dan niet voor bepaalde tijd, een regeling
inzake de uitoefening van het omgangsrecht vast dan wel ontzegt, al dan
niet voor bepaalde tijd, het recht op omgang.
lid 3 De rechter ontzegt het recht op omgang slechts, indien: a. omgang
ernstige nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke
ontwikkeling van het kind, of b. de ouder kennelijk ongeschikt of
kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of c. het kind
dat twaalf jaar of ouder is bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen
omgang met zijn ouder heeft doen blijken, of d. omgang anderszins in
strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
|
NRC Webpagina's
23 oktober 1997
|