|
ECHTSCHEIDING
|
Procedure
De wet noemt als enige reden voor echtscheiding 'duurzame ontwrichting van het huwelijk'. Deze term is zo breed dat de rechter een verzoek nagenoeg altijd inwilligt. De aanvrager van een scheiding hoeft in feite niet meer te doen dan een advocaat/procureur inschakelen. Die regelt de verdere juridische afhandeling. De procedure gaat als volgt. 1. Wie wil scheiden neemt zo snel mogelijk contact op met een advocaat/procureur. Alleen hij kan de scheiding aanvragen bij de rechtbank in het arrondissement, door middel van een verzoekschrift. Een Bureau voor Rechtshulp zorgt snel (in crisissituaties zelfs dezelfde dag) voor een advocaat/procureur. Wanneer de kosten te hoog zijn, zorgt de toevoegafdeling van het Bureau voor Rechtshulp voor een advocaat. Toch moet de aanvrager dan nog griffierechten en een eigen bijdrage betalen. Al met al kan dat oplopen tot enkele honderden guldens, afhankelijk van de draagkracht. 2. De advocaat stuurt het verzoek - eenzijdig (van een van de partners) of gemeenschappelijk (van beide echtgenoten) - naar de rechtbank. De advocaat stuurt een kopie van een eenzijdig verzoek binnen 14 dagen via een deurwaarder naar de andere partner. 3. Als de partner tegen het verzoekschrift wil ingaan, dient zijn of haar advocaat binnen zes weken een schriftelijk verweer in bij de rechtbank. Een verweer heeft vaak betrekking op financiële zaken, zoals de verdeling van het opgebouwde pensioen. Wanneer de partner niet reageert, heeft hij of zij geen invloed op het verdere verloop van de scheidingsprocedure en de gevolgen ervan. 4. Omdat een echtscheidingsprocedure veel tijd kost (een 'probleemloze' scheiding duurt al snel een halfjaar) kan de rechter voorlopige voorzieningen treffen. Beide partners kunnen een verzoek hiertoe doen. De voorzieningen gelden voor de duur van de procedure en betreffen bijvoorbeeld het gebruik van de woning. Voorlopige voorzieningen kunnen ook worden aangevraagd voor de aanvang van de echtscheidingsprocedure. Binnen een maand nadat de voorzieningen zijn bepaald, moet het verzoek tot echtscheiding zijn gedaan. 5. Zodra de rechter de echtscheiding heeft uitgesproken, maken voorlopige voorzieningen plaats voor nevenvoorzieningen. Dat zijn bepalingen met een permanent karakter en betreffen het gezag over de kinderen en boedelscheiding. 6. De definitieve beschikking van de rechtbank wordt persoonlijk aan de aanvrager(s) overhandigd. Toch is het huwelijk dan nog niet ontbonden. Pas als de echtscheidingsbeschikking is ingeschreven in het huwelijksregister van de burgerlijke stand waar het huwelijk is gesloten, is het ontbonden. De termijn voor inschrijving van de scheiding bij de burgerlijke stand is maximaal een halfjaar. De advocaat regelt deze laatste formaliteit. 7. Wanneer een van de ex-echtgenoten het niet eens is met de inhoud van de beschikking, is hoger beroep bij het gerechtshof mogelijk. Daarvoor geldt een termijn van twee maanden, gerekend vanaf de dag dat de beschikking is gegeven. Wanneer een van de echtgenoten in een crisissituatie vertrekt, is het verstandig de kinderen mee te nemen naar het voorlopige adres of desnoods voor alternatieve opvang te zorgen. Dit is belangrijk omdat elke ouder een wettelijke zorgplicht heeft en achterlating van de kinderen hem of haar later door de rechter kan worden verweten, met mogelijk gevolgen voor de toewijzing van de voogdij.
|
NRC Webpagina's
23 oktober 1997
|
Bovenkant pagina |