|
afleveringen CHARITAS NEDERLANDERS GEVEN VEEL COLLECTEREN TRENDS TELEVISIE SOCUTERA OMROEPREGELS REGELS VOOR AFTREK COLLETTA KLEINE LENINGEN KEURMERK INSTRUCTIE COLLECTANTEN GIDS ORGANISATIES GRAFIEKEN LINKS |
Ramp moet vers in het geheugen liggen Titia Ketelaar
LINDA DE MOL glimlacht naar de kijkers. ,,We zijn er nog niet'', spoort ze hen aan om toch vooral meer geld te storten voor de slachtoffers van de orkaan Mitch. Marco Borsato en Freek de Jonge houden eenzelfde pleidooi en collecteren, live in de uitzending, onder de bezoekers van hun eigen shows. Menno Bentveld en Angela Groothuijzen staan letterlijk met hun knieen in de Zuid-Amerikaanse modder en laten zien waar dat geld voor nodig is: de opbouw van weggevaagde huizen, opvang van dakloze gezinnen en medische hulp.
En Nederland geeft. De opbrengst na de televisie-uitzending is 16,4 miljoen gulden, een bedrag dat later aanzwelt tot ruim 50 miljoen. De Samenwerkende Hulporganisaties (SHO) zijn tevreden. Want hoewel de Nederlander vrijgevig is, kan het succes van een televisieactie altijd tegenvallen. De afgelopen decennia staan steeds meer televisieprogramma's in het teken van het goede doel en fondsenwerving. Vinger aan de Pols houdt een geldinzameling voor het Rode Kruis onder het mom van journalistieke voorlichting. In Koffietijd komt de Darmstichting aan het woord. RTL houdt marathonuitzendingen die aan het Wereld Natuur Fonds en Foster Parents Plan zijn gewijd. En de Nederlandse kijker wordt langzaam 'geef-moe'. De overdaad aan fondsenwervende televisie-uitzendingen stamt uit de jaren tachtig, toen producer Joop van den Ende inspeelde op de concurrentieslag tussen liefdadigheidsorganisaties die steeds andere manieren zochten om geld binnen te halen. Uit het succes van Open het Dorp, in 1962, de eerste liefdadigheidsactie op televisie, met een opbrengst van 24 miljoen gulden, was gebleken dat televisie een krachtig medium was om leed over te brengen en geld binnen te halen. In hoog tempo volgden shows als Telebingo (1981), het HartenGala (1987), Gala of the Stars (1993) en vele andere televisieacties. Zowel bij de commerciele als bij de publieke omroepen worden zogenoemde 'chari-shows' uitgezonden. Ivo Niehe maakte voor Terre des Hommes en de TROS Zij gaan ervoor, de VARA had een actie voor Zuid-Afrika en de AVRO haalde onder leiding van Angela Groothuijzen 2.491.091 steunbetuigingen voor de organisatie voor de rechten van de mens Amnesty International op. De uitzendingen zijn inwisselbaar. Bekende Nederlanders, een bedrijf dat met een grote cheque de trap afkomt, veel glitter en glamour en niet al te veel ellende, want dan zou de kijker wel eens kunnen zappen. Het is een succesformule. Onderzoeksbureau Mediad onderzocht in 1995 het effect van televisie-uitzendingen met een showelement gewijd aan een goed doel. In de twaalf maanden voor het onderzoek had een op de vijf huishoudens naar aanleiding van zo'n programma geld gedoneerd. Voor Foster Parents Plan (FPP) is dat de reden om via televisie-uitzendingen fondsen te werven. In februari zal RTL opnieuw een weekeinde lang aandacht besteden aan de organisatie en wekelijks wordt nu al een programma met Caroline Tensen aan FPP gewijd. David van Eeghen van FPP: ,,Het blijft voor een organisatie nodig en noodzakelijk mensen te werven. Met televisie spreken we veel mensen tegelijkertijd aan.'' Dat de uitzendingen FPP in 1995 2,7 miljoen gulden kostten, en naar verwachting nu weer zo'n bedrag zullen vergen, is volgens Van Eeghen geen probleem omdat het ,,zoveel meer oplevert dan het kost''. Ruim 22.000 nieuwe Foster Parents, a 45 gulden per maand, meldden zich in 1995 aan. Televisie-uitzendingen kunnen echter ook averechts werken. De actie Sporters voor Sporters van de Stichting Gehandicaptensport eindigde in een financieel fiasco, juist omdat er zoveel geld moest worden betaald voor productiekosten en zendtijd. De donateur betaalde voor een deel mee aan de uitzending, in plaats van aan het goede doel. Terre des Hommes besloot enkele jaren geleden geen televisieacties meer te houden. Dat besluit volgde nadat was uitgekomen dat tijdens Ze gaan ervoor het aantal nieuwe donateurs was overdreven en dat om de kosten te drukken opnamen van een telefoonpanel van een andere actie waren gebruikt. Daarbij kwam dat de uitzending de organisatie zo'n 500.000 gulden kostte, terwijl de opbrengst slechts 750.000 gulden was. ,,De glitter- en glamourshows staan te ver weg van het doel van onze organisatie'', zegt directeur R. van Huizen nu. ,,Met journalistieke campagnes kunnen we beter later zien wat er werkelijk gebeurt.'' Voor die formule van journalistieke methodes kozen ook de hulporganisaties vorige maand tijdens de nationale actie voor de slachtoffers van de orkaan Mitch. ,,Misschien hadden we met hulp van presentatoren als Caroline Tensen en Robert ten Brink wel meer opgehaald, maar we hebben een zekere angst voor sterren die bedelenderwijs vragen om geld'', zegt Jan Bouke Wijbrandi van de SHO. De hulporganisaties kozen voor een uitzending met veel informatie, geen zingende bekende Nederlanders en geen gul gevende bedrijven die een grote cheque komen presenteren. ,,Dat zou betekenen dat we te weinig vertrouwen hebben in de Nederlandse bevolking en in onszelf. We willen ook op langere termijn draagvlak creeren, mensen informeren. Ontwikkelingssamenwerking is geen eendagsvlieg'', vindt Wijbrandi. ,,Alles dreigt al zo plat te worden. We hoefden Midden-Amerika niet te verkopen door een goochelaar die mensen geld uit de zak tovert. Nederlanders zijn mans genoeg zelf een ramp te herkennen.'' Nationale acties voor noodhulp zijn niet te vergelijken met uitzendingen gewijd aan een goed doel, omdat de hulporganisaties en omroepen vaak samenwerken, productiekosten gratis of voor een vriendenprijsje zijn en de bekende Nederlanders ook gratis opdraven. Maar ook bij deze acties geldt dat ze niet altijd succesvol zijn. Wijbrandi: ,,In India, in 1996, waren destijds ook 250.000 doden, net als nu in Midden-Amerika. Maar de actie bracht slechts een fractie op van wat ze nu deed'', herinnert hij zich. ,,Midden-Amerika en Afrika doen het een stuk beter dan Azie. Midden-Amerika zit dichter op de internationale gemeenschap en Nederland heeft meer met Afrika.'' Maar zelfs het 'goede' continent garandeert niet altijd succes. De dag voor de uitzending vreesden de hulporganisaties nog dat de acties voor Midden-Amerika zouden tegenvallen. Wijbrandi: ,,Ik was bang dat Amerika Irak zou binnenvallen. Dat had de actie in Azie ook tegen, dat op hetzelfde moment Jeltsin het Witte Huis in Moskou liet bestormen. Dan richt de wereldgemeenschap zich daarop en is de aandacht voor ander leed in de wereld weer verdwenen.'' Ook vreesde de SHO dat de media te weinig aandacht aan de ramp in Midden-Amerika zouden besteden. ,,De actualiteit van een ramp is belangrijk. Het is belangrijk dat een ramp nog vers in het geheugen van de kijker ligt. Als de media-aandacht groot is, dan is de publieke attentie ook groot'', zegt Wijbrandi. De verschillende organisaties en omroepen zijn het over een ding eens. Ze menen dat er geen recept is voor een succesvolle actie. Hoewel de actie voor Midden-Amerika over een 'goed' continent ging, er media-aandacht was en geen andere rampen in de wereld gebeurden, was de opbrengst na de televisieactie (zonder de verdubbeling van de regering en particuliere inzameling) lager dan bijvoorbeeld bij de actie Een voor Afrika. Een mogelijke verklaring is dat het publiek alle ellende op televisie een beetje beu is. Wijbrandi: ,,Aan het open-dorpgevoel moet je niet te vaak appelleren. Je krijgt natuurlijk ook een soort inflatie als je te vaak een actie organiseert. Hoe vaker je op televisie komt, hoe vaker mensen zullen denken: ja, het zal wel.''
|
NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |