Omroepregels
Sinds 1958 gelden er afspraken over het gebruik van en de verdeling van televisie- en radiozendtijd. De regels zijn opgesteld door het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) in samenwerking met de NOS en vertegenwoordigers van de publieke omroepen. De commerciële omroepen hebben zich niet aan deze afspraken gebonden .
Frequentie Per week mogen omroepen hooguit twee fondsenwervende instellingen centraal stellen. De twee mogen in die week als enige vragen om donaties met vermelding van hun bank- of gironummer. Een fonds dat de prioriteit heeft, mag zondag, maandag en dinsdag exclusief op televisie. Die dagen zijn er ook geen andere organisaties die om aandacht vragen. Op de andere dagen mag er dan wel een fonds bij.
Instellingen De steun op radio en televisie is beperkt tot instellingen die het CBF steunwaardig heeft bevonden. Het keurmerk van deze overkoepelende organisatie is dus van belang. Voor de activiteiten van de Samenwerkende Hulp Organisaties, een groep van een tiental Nederlandse instellingen die op incidentele basis grote noodhulpacties coördineert (zoals recent voor Midden-Amerika), is een uitzondering gemaakt.
Reclame Betaalde publiciteit (de STER- en IP-spotjes) valt buiten deze regelgeving.
Incidenten De druk op zenders om steun te verlenen aan goede doelen buiten de afspraken om wordt steeds groter. Dit heeft volgens het CBF enkele malen tot 'incidenten' geleid, zoals instellingen die op alle netten op hetzelfde tijdstip een oproep doen. Steeds vaker ook houden organisaties met behulp van sponsoring door bedrijven een televisieactie. Het CBF is bezig de regels bij te stellen.
|