Regels voor aftrek
Geven aan het goede doel is aftrekbaar van de
belasting - onder voorwaarden.
Particulieren De fiscus hanteert bij de giftenaftrek voor particulieren
een plafond en een drempel. De drempel is een procent van het 'onzuivere
inkomen' en maximaal 120 gulden. Giften onder het drempelbedrag tellen
voor de aftrek niet mee. Giften boven de tien procent van het onzuivere
inkomen kunnen niet worden afgetrokken.
Lijfrente
Deze belemmeringen gelden niet voor giften in de vorm van een lijfrente
van een gelijk jaarlijks bedrag over minimaal vijf jaar aan een
vereniging. Die vereniging moet minimaal 25 leden hebben, rechtsbevoegd
zijn en niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen. De eerste van
de vijf jaarlijkse termijnen kan meteen bij het aangaan van de lijfrente
worden uitbetaald, zodat de periodieke uitkering feitelijk tot vier jaar
beperkt blijft. Het hoeft niet te gaan om een algemeen nut nastrevende
instelling. Onder die voor normale giften wel cruciale kwalificatie
vallen volgens de wettekst onder meer 'kerkelijke, levensbeschouwelijke,
charitatieve, culturele en wetenschappelijke instellingen'.
Een instelling laat doorgaans zelf weten of ze fiscaal is 'erkend'; veel
belastinggidsen bevatten een opsomming. Hobbyclubs, societeiten,
sportverenigingen en dergelijke vallen voor de normale giftenaftrek
buiten de boot omdat ze een op geld waardeerbare tegenprestatie bieden.
De weg via de lijfrente kan uitkomst bieden. Men moet er evenwel op
bedacht zijn dat er voor 1 januari 2001 een belastingherziening op
stapel staat. Of de lijfrenteregeling die operatie overleeft, is niet
zeker en evenmin of de aftrekbaarheid voor de volle looptijd van de
lopende contracten zal worden respecteerd.
Bedrijven
Ondernemingen die onder de vennootschapsbelasting vallen, kunnen giften
doen die van de winst kunnen worden afgetrokken. Er geldt een drempel
van 500 gulden. Het maximale bedrag van de aftrek is 6 procent van de
winst.
Schenkingsrecht
Het schenkingsrecht bedraagt voor schenkingen aan erkende goede doelen
11 procent. Per periode van twee jaar geldt een drempel van 8.084
gulden. Als men daar onder blijft, is geen schenkingsrecht aan de fiscus
verschuldigd. Bij schenkingen aan andere instellingen geldt een lagere
drempel, 4.849 per periode van twee jaar. Als die drempel wordt
overschreden geldt een tarief dat vanaf de eerste gulden begint bij 41
procent en kan oplopen tot 68 procent.
Successierechten
Voor de successierechten gelden dezelfde percentages. De drempels: voor
erkende goede doelen 16.167 gulden; voor andere instellingen 1.616
gulden.
De genoemde bedragen gelden voor 1998. Meer informatie is te vinden in
de belastinggidsen en brochures van de Belastingdienst.
|