U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Brandweer NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


BRANDWEER
KAMERADEN
OPLEIDING
KAZERNE
CULTUUR
INTERVIEW
BEDRIJFSBRANDWEER
PORTRETTEN
VERZAMELAARS
POLITIEK
CIJFERS
ORGANISATIE
INTERNET
School- en brandmeester


Foto: Rien Zilvold

Brandweer: Henk Diemer (50)
Functie: brandmeester (vrijwilliger)
Korps: Rotterdam (Hillegersberg)

"Er bestaan nu eenmaal geen vrijwillige en professionele branden. Derhalve mag er ook geen kwalitatief verschil bestaan tussen vrijwillige- en beroepsbrandweerlieden. We hebben dan ook dezelfde opleiding. In Rotterdam worden de vrijwilligers ingezet bij grotere incidenten, maar ook bij kleinere zaken van alledag. Bij iedere brand voor mijn district gaat mijn pieper af — als ik dienst heb moet ik er naar toe, als ik geen dienst heb mag ik er naar toe. Daardoor zijn we eerder met te veel dan met te weinig mensen. Een verschil met een beroeps is dat ik brandweerman ben als er brand is of als ik nodig ben, en een beroeps 24 uur op de kazerne zit in afwachting van een brand of incident. Het vrijwillige karakter zit hem in het beschikbaar zijn.

"Mijn hoofdberoep is directeur van een basisschool, dus zeg maar schoolmeester en daarnaast ben ik brandmeester. Als ik dienst heb, kom ik met mijn rode auto naar school. Die parkeer ik het liefst niet voor de deur maar iets verderop. Je moet er toch niet aan denken dat ik moet uitrukken juist bij het aan- of uitgaan van de school. Je staat dan aan alle kanten ingebouwd. Bij een brandje komt het regelmatig voor dat ik word begroet door leerlingen. De volgende dag wordt er dan wel even nagepraat.

"Mijn ouderlijk huis stond vlakbij een kazerne. Als het alarm afging, kwamen al die mannen opdraven. Zo is het contact gelegd. Ze vroegen of ik zin had om bij de brandweer te komen. Ik was 21 en had al mijn onderwijsbevoegdheid. Ik zou het zelf niet als beroeps willen doen. Het gaat mij juist om de afwisseling. Het kost veel tijd en je gezin moet wel achter je staan. Om het risico. Brandweermensen gaan naar een plaats waar anderen juist vandaan vluchten. Je moet in luttele seconden beslissingen nemen die van levensbelang kunnen zijn. Dat geldt voor mogelijke slachtoffers, maar ook voor de ploeg. Het klinkt misschien spectaculair, maar ik kan je verzekeren dat onnodige risico's zo veel mogelijk vermeden worden. We gaan met een ploeg van zes ergens op af en het is de bedoeling dat we met z'n zessen terugkeren. Tot nu toe ben ik bij zo'n vijfduizend incidenten betrokken geweest en slechts een enkele keer dacht ik achteraf 'daar ben ik goed weggekomen'.''

Ingewikkelde hobby


Foto: Rien Zilvold

Brandweer: Carien Diepeveen (16) en Thomas Meyerink (17)
Functie: (ex-)bevelvoerder
Korps:jeugdbrandweer Almelo

In Nederland zijn 109 jeugdbrandweerkorpsen actief. De jeugdbrandweer in Almelo bestaat al 25 jaar en heeft twee groepen junioren (12-16 jaar) en één aspirantengroep (16-18 jaar). Carien Diepeveen en Thomas Meyerink zitten al vanaf hun twaalfde bij de jeugdbrandweer.

Ten tijde van de ramp in Enschede vorig jaar op 13 mei waren Carien en Thomas in Enkhuizen met alle jeugdbrandweerkorpsen van Nederland op wedstrijdweekend. Ze waren nog geen uur op het terrein toen bij alle leiders van de Almelose ploeg de piepers afgingen. De jeugdbrandweer was met twee brandweerauto's gekomen en die moesten met spoed terug.

Thomas: "Bij Apeldoorn begon de rook al. Het werd steeds donkerder. We hadden toen nog geen flauw benul van de ramp die zich daar had afgespeeld. De leiders werden afgezet op de kazerne waar ze meteen uitgerukt zijn. Wij gingen naar huis en hebben aan de televisie gekluisterd gezeten.''

Het is niet de bedoeling dat jeugdbrandweerleden bij brand of hulpverlening worden ingezet. Carien: "Wij oefenen wel iedere vrijdagavond. Dan krijgen we opdrachten en rukken we ook echt uit en gaat het er eigenlijk net zo aan toe als bij een echte brand. We blussen dan een fictieve brand die bestaat uit stukken karton waar BRAND op staat of die ook werkelijk branden. Een brand wordt gesimuleerd door vlammende borden en knetterkasten en soms liggen er nepslachtoffers. Ik ben bevelvoerder van onze ploeg en dan mobiliseer ik de jongens.''

Thomas: "Ik zit in de aanvalsploeg en ga op onderzoek uit. Of er slachtoffers zijn, of er gevaarlijke stoffen aangetroffen zijn. Al die zaken moeten bekend zijn voordat je de brandhaard tegemoet treedt.''

Naast de opdrachten, bereiden de jeugdbrandweerleden zich voor op toetsen die ze moeten afleggen om hun proeve van bekwaamheid te tonen en op de wedstrijden die jaarlijks gehouden worden. Almelo vertegenwoordigt Nederland deze zomer in Finland op de Olympiade. Dus veel sport maar volgend Thomas is het lid zijn van de jeugdbrandweer met geen enkele sport te vergelijken. "Het is een ingewikkelde hobby waar je vooral sociale vaardigheden voor moet hebben. En je moet natuurlijk van spanning houden.''

Carien vindt vooral het slachtoffers redden aantrekkelijk van het werk van de brandweer. "Ik wil later graag bij de brandweer werken. Ik heb daarom voor de MTS gekozen om ook de technische kant goed onder de knie te krijgen. En ik doe ook aan jiujitsu om wat meer kracht te ontwikkelen.''

Thomas probeert volgend jaar bij de vrijwillige brandweer toe te treden. Hij wil geen beroeps worden omdat hij andere plannen heeft. "Ik doe Management en Autotechniek aan de MTS in Apeldoorn. En ik wil genoeg tijd overhouden om te drummen in mijn band en het orkest. En uitgaan dat doen we ook allebei.''

Stoere mannen


Foto: Rien Zilvold

Brandweer: Caroline Reitsma (37)
Functie: officier van dienst
Korps:'s-Hertogenbosch

"Jarenlang waren alle ogen op me gericht en moest ik me meer dan 100 procent bewijzen. Dat is niet eerlijk. Maar toen ik eenmaal geaccepteerd was, had ik het juist weer gemakkelijker dan anderen. 'Ons Carolientje' kon niet veel fout doen. Dat is ook niet eerlijk.

"In het begin voelde ik dat niet iedereen te spreken was over een vrouw in het korps. En zeker niet één op een hoog niveau. Ik respecteerde dat en hield me een half jaar gedeisd. Daarna vroeg ik en passant 'Joh, hoe zit dat nou'. Het vervaagt. Nu is het voor iedereen vanzelfsprekend.

"Ik kom uit het onderwijs. Als sportjuf gaf ik ook tien uur per week les bij de brandweer in Nijmegen. Ik wist niets van de brandweer. Ja, stoere mannen, overalls en laarzen. Er ging een wereld voor me open. Ik vond het fantastisch! Dat wilde ik ook wel. De brandweer wil vrouwen in dienst, maar die vallen bij bosjes af door de sportkeuring. Die is zwaar. Ik had het voordeel dat ik de sportacademie had doorlopen en ik had er hard voor getraind. De opleiding is ook zwaar, maar daarna valt het fysiek wel mee. De conditie is gewoon goed en voor een grote brand, loop ik even drie rondjes om het gebouw.

"Een keer in de drie weken heb ik dienst. Dan ben ik zeven dag lang 24 uur per dag oproepbaar. Op het moment dat ik uitruk, beman ik eerst de kazerne opnieuw met vrijwilligers. Voor een gewone containerbrand word ik niet opgeroepen, maar voor grote branden in monumentale panden of politiek gevoelige panden in de binnenstad wel. Ter plekke coördineer ik vooral met andere diensten zoals de politie en de ziekenauto's. En ik ben dan verantwoordelijk voor logistieke zaken. Waar komt het water vandaan, is er extra ademlucht nodig, maar ook zaken als broodjes en soep verzorg ik. En dan sta ik ook nog de pers te woord.

"Eén keer ben ik bang geweest als vrouw. Tijdens de rellen in december naar aanleiding van de dood van de FC Den Bosch-supporter, moest ik alleen in een personenauto achter de brandweerauto's aan. Voor het eerst in mijn leven heb ik met helm op achter het stuur gezeten. Toen wilde ik even geen vrouw zijn.''

TEKSTEN MARGOT POLL, FOTO'S RIEN ZILVOLD

NRC Webpagina's
22 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad