|
KAMERADEN OPLEIDING KAZERNE CULTUUR INTERVIEW BEDRIJFSBRANDWEER PORTRETTEN VERZAMELAARS POLITIEK CIJFERS ORGANISATIE INTERNET |
'Het imago moet moderner'
Gijs de Vries, staatssecre- taris voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijks- relaties, is verantwoorde- lijk voor de brandweer. ''Ik wil in deze kabinetsperiode bereiken dat het belang van de rampenbestrijding hoger op de agenda komt. Bij de overheid, het Rijk, de provincies en de gemeenten, maar ook in het bedrijfsleven. Want ook het bedrijfsleven heeft een belangrijke verantwoordelijkheid, zeker in preventief opzicht. Dan denk ik bijvoorbeeld aan bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen. En dat is ook meteen mijn tweede doel: investeren in preventie. Daar valt de meeste winst te boeken. "De spil van de rampenbestrijding is de brandweer. De taak van de Bescherming Bevolking, de BB, is vijftien jaar geleden in handen gelegd van de parate diensten: politie, brandweer en ambulances. Dat betekende dat er coördinatie tussen die diensten moest komen. De verantwoordelijkheid voor die coördinatie is toen toegevallen aan de brandweer. Dat was en is een forse kluif. Dat het niet altijd foutloos verloopt, bleek bijvoorbeeld in Enschede. Op het rampterrein was de coördinatie een tijdje niet optimaal. "De brandweer is dus bezig met een groeiproces. Dat zie je ook als het gaat om preventie. De brandweer is van oudsher een repressief gerichte organisatie: men reageert op situaties. Nu moet de brandweer zijn rol op het gebied van preventie versterken: adviseren op het gebied van gemeentelijk beleid, bijvoorbeeld bij het afgeven van een milieuvergunning, een bouwvergunning of een bestemmingsplan. Brandveiligheid moet in een veel vroeger stadium aandacht krijgen. En daarmee verandert de brandweer van een repressieve organisatie in een organisatie die ten minste evenveel energie en deskundigheid moet steken in het voorkómen van ongevallen. "Ik wil dat kennis en kunde bij het zittende personeel worden verbreed, en tegelijk wil ik nieuw personeel aantrekken. Voor deze kabinetsperiode zijn daarvoor enige tientallen miljoenen guldens beschikbaar. Het aantal beroepskrachten zal toenemen, al zullen er altijd meer vrijwilligers zijn. Dat is ook belangrijk voor de samenhang in de samenleving, dat mensen zich verantwoordelijk voelen voor elkaar. "Ik hoop dat de brandweer de komende jaren nog meer een afspiegeling van de samenleving kan worden. Er werken nu vooral autochtone mannen, van tussen de 35 en de 45 jaar. Ik zou graag zien dat zich daarnaast meer jongeren aanmelden. Er zijn nogal wat korpsen met een jeugdbrandweer. Dat blijkt goed te werken als kweekvijver. En ik hoop ook dat er meer vrouwen komen. Daarom start ik dit jaar twee campagnes. De eerste is bedoeld om het aantal vrouwen bij de brandweer te vergroten. Ik wil dat aantal op zijn minst verdubbelen. Het is nu slechts drie procent. Bovendien moeten er meer vrouwen in leidinggevende functies komen. Het opleidingsinstituut voor de brandweer gaat daarom extra vrouwen opleiden tot brandweerofficier. "De tweede campagne behelst dat ik dit jaar via de media aandacht ga vragen voor de ontwikkelingen bij de brandweer. Het imago van de brandweer wordt nog sterk bepaald door het beeld van de blussende brandweerman. Maar het gaat ook om hulpverlening, assistentie bij verkeersongelukken, helpen bij wateroverlast of stormschade, assisteren bij wedstrijden. En daarnaast wordt dus de preventie belangrijker, de bestuurlijke rol. "Ik wil dus het imago van de brandweer moderniseren. Ik denk dat de brandweer meer mensen aantrekt als er een realistischer beeld wordt geschetst van het werk. Dat komt de aantrekkingskracht op een bredere groep ten goede. Ik begin dit jaar ook gesprekken met de koepelorganisaties van minderheden in dit land, om de deelname van mensen uit deze geledingen aan de brandweer te vergroten. Allochtonen hebben de weg naar de brandweer nog niet ontdekt.''
|
NRC Webpagina's 22 februari 2001
|
Bovenkant pagina |
|