U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Profiel - Brandweer NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


BRANDWEER
KAMERADEN
OPLEIDING
KAZERNE
CULTUUR
INTERVIEW
BEDRIJFSBRANDWEER
PORTRETTEN
VERZAMELAARS
POLITIEK
CIJFERS
ORGANISATIE
INTERNET
Altijd je korps bij de hand

Wat te doen bij een vliegtuigbrand of broei in linoleumstof? De bedrijfsbrandweer weet er alles van.

Chris van de Wetering

DRIE PAAR SCHOENEN zijn achtergebleven in de garagehal van brandweerpost Sloten. De autospuitwagen van Schiphol is net uitgerukt. "We hebben dertig seconden om de garage uit te komen, binnen drie minuten zijn we ter plekke'', vertelt brandweercommandant Klaas Makker van de luchthavenbrandweer Schiphol.

De luchthavenbrandweer van Schiphol rukt jaarlijks zo'n honderddertig tot honderdveertig keer uit. Meestal betreft het een onschuldig incident: een lampje van het landingsgestel dat niet brandt, terwijl de wielen al 'uit' zijn, ondefinieerbare rook in de cockpit of een lekke band aan het landingsgestel. De schuimblusvoertuigen rijden altijd uit. Uit voorzorg, want áls het mis gaat, telt elke minuut.

Met ruim 60.000 liter schuimwater, zeven schuimblusvoertuigen of crashtenders en de amfibische haggelund, een rupsvoertuig met schuimkanon en slangen die zichzelf ontrollen is de brandweer van Schiphol op het ergste voorbereid. Makker: "Qua uitrusting, capaciteit en snelheid zijn wij vele malen beter berekend op vliegtuigbranden dan de regionale brandweer. Ter vergelijking: een gewone autospuit kan 2.000 liter bluswater meenemen, wij hebben 13.000 liter op de auto. Onze acceleratietijden zijn veel sneller en we blussen vanwege de kerosine natuurlijk met schuim in plaats van met water.''

Dat Schiphol over een eigen brandweerkorps beschikt, zal na de Bijlmerramp in 1992, waarbij een vliegtuig van El Al neerstortte op een woonwijk in de Amsterdamse Bijlmermeer, genoegzaam bekend zijn. Het was een van de zeldzame keren dat de brandweertrucks van de luchthaven van hun terrein kwamen, om te hulp te schieten. Minder bekend is misschien dat het Nederlandse bedrijfsleven volgens opgave van de Nederlandse Vereniging van Brandweerkorpsen daarnaast nog 361 andere bedrijfsbrandweerkorpsen telt.

Ingevolge artikel 13 van de Brandweerwet kunnen burgemeester en wethouders bedrijven die risico's met zich meebrengen, verplichten tot de instelling van een eigen brandweerkorps, vertelt Jos Haakman, bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Brandweerkorpsen (NVBK) en werkzaam bij de bedrijfsbrandweer van linoleumfabriek Forbo in Krommenie. Het gaat meestal om bedrijven in de (petro)chemische industrie, de houtverwerking of de kruitindustrie. In de luchtvaart gelden iets andere regels: de verplichte instelling van een eigen korps vloeit daar voort uit de Luchtvaartwet.

De voordelen van zo'n bedrijfskorps zijn evident: de brandweerlieden die dezelfde opleiding gevolgd hebben als de reguliere brandweer, aangevuld met een gespecialiseerde opleiding zijn onmiddellijk ter plaatse bij calamiteiten, het materieel is afgestemd op de risico's die het bedrijf met zich meebrengt en het eigen korps heeft kennis van de productieprocessen en de stoffen waarmee wordt gewerkt.

Het brandweerpersoneel van Schiphol weet bijvoorbeeld dat je een brandend landingsgestel moet benaderen in de lengterichting, in verband met het wegspringen van de velgen. Dat eerst gezorgd moet worden voor een veilige aftocht van passagiers, zodat ze niet in een plas brandende vloeistof vallen bij het verlaten van het vliegtuig. En de brandweerlieden kennen natuurlijk ook de plattegrond van de terminal uit het hoofd, zodat ze weten waar ze moeten zijn, als er brand uitbreekt, aldus commandant Makker.

Snel ingrijpen kan voorkomen dat de omgeving hinder ondervindt van een ongeval op een industrieterrein, maar ook het bedrijf zelf heeft volgens Haakman van de NVBK baat bij een eigen korps. "Wij werken bij Forbo veel met linoleumstof. Als dat gaat broeien, is het zaak die broei meteen te isoleren, zodat zoveel mogelijk van deze kostbare grondstof behouden kan worden.'' De luchthavenbrandweer met 105 mensen in de uitrukdienst, kost Schiphol volgens Makker per jaar zo'n 25 miljoen gulden. Makker: "We willen 100 procent veiligheid garanderen. Ons bedrijf kan geen ramp gebruiken.''

De brandbestrijding is op grond van de Gemeentewet een taak van de gemeente, maar in de praktijk zijn er tal van samenwerkingsverbanden met de bedrijfsbrandweer. Zo heeft Schiphol met de gemeente Haarlemmermeer afgesproken dat de airport fire officer, een soort officier van dienst, bij vliegtuigbranden in de eerste fase van de ramp het bevel voert. Voor de bestrijding van brand in de gebouwen van Schiphol hebben gemeente en luchthaven vorig jaar een gezamenlijk korps opgericht. De gemeente heeft daarover het bevel. Philips nam vroeger zelfs een deel van het verzorgingsgebied van de gemeente Eindhoven voor zijn rekening, tot de concernleiding ingreep. De laatste vond het niet nodig dat het bedrijf vele miljoenen betaalde voor gemeentelijke taken.

Meestal geldt de 'vijftien-minutenregeling': de bedrijfsbrandweer begint met blussen en verzorgt de eerste opvang, de gemeentelijke of regionale brandweer hoort er binnen vijftien minuten te zijn. Soms wordt afgesproken dat de gemeentelijke brandweer pas komt als de bevelvoerder ter plaatse 'middelbrand geeft', het sein dat de brand niet met één tankautospuit te bedwingen is. Zodra de reguliere brandweer arriveert, neemt deze het commando over. Op Schiphol was dat vandaag niet nodig. De uitrukdienst kan de laarzen uit en de schoenen weer aandoen: de eerdere melding bleek loos alarm.

NRC Webpagina's
22 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad