|
afleveringen MET UW WELNEMEN MARTEN TOONDER PERSONAGES BOMMELDINGEN OEUVRE BOVENSTE TIEN INTERVIEWS DICHTBUNDEL KOOKBOEK BEGRIPPEN |
Het Oeuvre van de plottenbakker
Pieter Steinz
Misschien dat De guichelaar of De draaksteker nog wel de beste titel voor zo'n verhaal zou zijn, want Toonder is vóór alles een schrijver die op een goedmoedige manier de gekte van de wereld te kijk zet. Daarin lijkt hij op andere dierenfabeldichters, met één belangrijk verschil: anders dan Aesopus of La Fontaine laat Toonder zijn bespotte mensentypen telkens in nieuwe omstandigheden optreden. Of het nu de corrupte autoriteit Dickerdack is, of de supersnob De Canteclaer, hun houdbaarheid is onbegrensd - zoals Toonder bewees in de jaren 1941-1986, toen hij 177 verhalen publiceerde met Heer Bommel en/of Tom Poes in de hoofdrol. Weinig maatschappelijke verschijnselen van Nederland in de afgelopen decennia zijn ontkomen aan de pen van Marten Toonder. Oplettende lezers stuiten in de Bommelverhalen onder meer op infrastructurele problemen (Heer Bommel stuit de vooruitgang), proto-montignaccerie (De volvetters), de opmars van - en protesten tegen - de abstracte kunst (Eh... dinges), het massatoerisme (De a-prillers), atoomkracht (De spliterwt), image-building (De grote Barribal), energieproblematiek (De bovenbazen), de rock 'n' roll-revolutie (Het nieuwe denken), gekonkel op gemeenteniveau (De kaligaar), immigratie (De andere wereld), goeroeïsme (De antiloog) - en nog veel, veel meer. Meer nog dan een scherp satiricus, een Juvenalis van naoorlogs Nederland, is Toonder een meesterverteller, al is niet iedereen het met die kwalificatie eens. In navolging van Ron Kaal, die in de jaren zeventig een aanval deed op de clichématigheid van de Bommelverhalen, hebben onder meer August Hans den Boef en Martin van Amerongen de eendimensionaliteit becommentarieerd. 'Er wordt steeds hetzelfde gezegd en gedaan', zo luidt de kritiek. Inderdaad, Toonder werkt graag met herkenbare figuren en karakteristieke dialoogfragmenten - net als trouwens Homerus, die door middel van herhaalde formules ('de veellistige Odysseus', 'de uilogige Athene') zijn epen structuur gaf. En ja, het stramien van de Bommelverhalen is vaak hetzelfde. Maar wie nauwkeurig leest, onderscheidt in elk geval vier basisverhalen waarop inventief wordt gevarieerd. Er is de Reis naar een vreemd (en vaak allegorisch) buitenland, waar heer Bommel een cultuurschok ondergaat en/of orde op zaken stelt. Er is de Vreemdeling (de wraakgier, de grauwe razer, de trullenhoedster, de blijdschapper, de loodhervormer) die op een dag bij Bommelstein opduikt en het leven ontwricht. Er is het Voorwerp (de Pikkinring, de transmieter, de weetmuts, de vergelder) dat hetzelfde effect heeft. En er is het Complot tegen heer Bommel en de andere burgers van Rommeldam, zoals dat wordt gesmeed door sinistere figuren als de tovenaar Hocus Pas, de Faustiaanse geleerde Sickbock, de bovenbaas Amos W. Steinhacker, en het boevenduo Bul Super en Hiep Hieper. Voeg hierbij de ongebreidelde taal van Toonder - met zijn ironie, zijn neologismen, zijn archaïsche verteltrant en zijn creatieve omdraaiing van clichés - en er is meer dan genoeg voor een Oeuvre. Er zijn auteurs die hun hele leven altijd één en hetzelfde boek schrijven.
|
NRC
Webpagina's
|