|
|
Spons uitknijpen
Naam: Joke van der Horst (61) "Tien jaar heb ik gewikt en gewogen hoe ik het christendom en het boeddhisme kon combineren. Al tijdens mijn studie theologie werd ik pastoraal werker en daarna voorganger bij een vrijzinnige geloofsgemeenschap, maar het christelijke geloof kon me toch niet compleet vasthouden. Het boeddhisme heeft uiterst rationele kanten, bijvoorbeeld in de wijze waarop het de wereld en de mens onderzoekt. Dat miste ik bij het christendom. Het keerpunt kwam zeven jaar geleden, toen er een nieuwe leraar kwam bij de Tibetaans-boeddhistische gemeenschap waar ik veel kom. Die leraar was het beste op boeddhistisch gebied wat je je onder de Nederlandse zon kunt wensen. Ik nam bij hem mijn toevlucht het boeddhistische equivalent van geloofsbelijdenis doen en nam ontslag als voorganger. Van het boeddhisme heb ik geleerd dat de deur af en toe echt dicht moet, dat de spons zichzelf soms even moet uitknijpen. Een groot mediteerder zal ik nooit worden, maar eens per jaar ga ik anderhalve maand in retraite. Dan bestudeer ik boeddistische teksten, doe yoga, zwem en mediteer en verder niks. Het werkt voor mij beter dan het duurste hotel; ik verwerk zo alle indrukken van het afgelopen jaar. Ik ben een evenwichtiger mens geworden. Soms preek ik op verzoek nog bij de vrijzinnigen. Dan neem ik een bijbeltekst en interpreteer die vanuit het christendom én vanuit het boeddhisme. Ik heb bijvoorbeeld naar aanleiding van een tekst over de zondevol uit Genesis, een keer uitgelegd wat beide religies zeggen over de oorsprong van het kwaad." Tijdelijk helder
Naam: Janwillem van de
Wetering (70) "Wat ik in het boeddhisme vind? Nooit voldoende. Ik heb vragen die me niet met rust laten, waarop ik antwoorden nodig heb. Die brengen me al decennialang terug bij het boeddhisme. Toen ik nog dronk, vond ik tijdelijke helderheid na mijn tweede dubbele bourbon, nu vind ik haar soms als ik op zee ga roeien of in het boeddhisme. Mijn Engelse professor raadde me het boeddhisme aan tijdens mijn studie filosofie. Ik was gefascineerd door de leegte van het nihilisme en hij vond dat ik dan maar naar Japan moest gaan, een zenklooster in. Dat heb ik gedaan, anderhalf jaar lang. Ik wilde weten of er enige uitleg bestond voor wat ik tijdens de oorlog had meegemaakt. Als jongetje van tien zijn bijna al mijn klasgenoten door de Duitsers vermoord. Ik had geleerd dat God goed was. Hoe was het dan mogelijk dat dit gebeurde? In het boeddhisme vond ik een antwoord. Als het leven geen bedoeling heeft en alles toeval is, ook het lot van mijn klasgenoten, dan hoefde ik me niet langer boos te maken. Lang kon ik deze overtuiging echter niet vasthouden. Zelfs de antwoorden van het boeddhisme zijn tijdelijk. Dat merkte ik ook toen ik het laatste deel van mijn zentrilogie schreef, een autobiografisch journaal van mijn belevenissen op boeddhistisch gebied. Door te schrijven, hoopte ik te achterhalen wat het boeddhisme voor me gedaan heeft, maar ik vond geen antwoord. Een Duitse lezeres maakte zich daar boos over. Ze zei: 'Ik verwachtte wijsheid te vinden in je boek, maar er staan alleen maar grappen in'. Maar wat wil ze nou? Dat ik zeg dat ik geestelijk ben klaargekomen dankzij het boeddhisme?" vrede met jezelf
Naam: Jean Karel Hylkema (62) "Vanaf m'n twintigste heb ik vooral ontzettend veel over het boeddhisme gelezen. Later ging ik mezelf boeddhist noemen, maar ook toen was mijn oriëntatie nog overwegend intellectueel. De praktijk kwam toen ik een cursus boeddhisme volgde, waarbij twee uur meditatieles bleek inbegrepen. Ik ging er louter voor de beleefdheid heen; lang stilzitten op een kussentje leek me niks voor mij. Maar na die eerste zit ging ik dagelijks mediteren. Meditatie kan het mogelijk maken dat je vrede met jezelf sluit. Dat je niet meer in termen denkt van mijn succes en mijn geluk. Dan kun je je leven werkelijk wijden aan het bevorderen van het welzijn van andere mensen. In 1995 nam ik een drastische stap: ik verkocht m'n huis en al mijn spullen en hield op met werken. Om te beginnen zou ik ergens ver weg drie jaar in retraite gaan. Alleen wie monnik wordt, kan immers ooit boeddha worden het einddoel van de boeddhist. Maar vlak voor mijn retraite begon, vroeg mijn leraar, Sogyal Rinpoche, me of ik de zakelijke tak van zijn organisatie niet wilde gaan leiden. Ik realiseerde me toen dat ik me niet zozeer wilde terugtrekken in een klooster, maar wilde functioneren op de grens van de gewone maatschappij en het boeddhisme. Vanuit die filosofie heb ik ook Management vanuit Compassie geschreven, waarin ik uitleg hoe je kunt leidinggeven op Tibetaans-boeddhistische grondslag. Steeds meer leidende mensen voelen zich aangetrokken tot het boeddhisme. Achteraf bezien heb ik me vroeger onbewust ook vaak laten leiden door boeddhistische inzichten, bijvoorbeeld in de tijd dat ik directeur was van Het Financieele Dagblad.' Een jaar rouwen
Naam: Gerard Blok (51) "In 1990 kwam ik in aanraking met de Friends of the Western Buddhist Order, een wereldwijde beweging gesticht door een Engelse monnik, Sanghrakshita. Het ontsnappen aan het juk van de angst, de rusteloosheid dat sprak me erg aan. De vrijheid waar dat toe leidt. De Boeddha zegt ergens: 'Zoals de uiteindelijke smaak van de zee zout is, is de uiteindelijke smaak van de Dharma vrijheid.' Ik ben op een gegeven moment drie maanden in retraite gegaan in Wales. Toen kreeg ik steeds meer bezwaren tegen de beweging. Het boeddhisme werd voorgeschoteld in de versie van Sanghrakshita, en die ken je dan van binnen en van buiten. Zelfs twijfel heeft er een plaats. Dat is wel comfortabel, maar het leidt ook tot een zekere arrogantie, want jij weet hoe het in elkaar zit en anderen niet. Weerzinwekkend, vind ik. Ik weet zeker dat er mensen zijn die goed binnen de beweging kunnen blijven met dezelfde kritiek, maar ik ben er in 1995 uitgestapt. Nee hoor, ze zitten niet aan je te trekken om te blijven. Integendeel. Ik heb niks meer van ze gehoord. Het is een soort rouwproces van een jaar geweest. Je had je leven op orde, en je staat ineens weer met lege handen. Ik ontdekte toen wel dat je de sprituele eigenschappen die in het boeddhisme belangrijk zijn, ook op allerlei manieren in het dagelijks leven kunt gebruiken. Ik ben me bijvoorbeeld gaan storten op beleggen. Daar komt ook veel geduld bij kijken, en discipline, en concentratie. Door het beleggen ben ik ook gegroeid. Maar al met al heeft het boeddhisme wel een diepe invloed op me gehad... me inzichten verschaft die me helpen om te leven." Uit de rattenval
Naam: Nico Eygenberger (38) "Ik kwam in aanraking met het boeddhisme toen ik twaalf jaar geleden een tijdschrift jatte bij boekhandel Donner in Rotterdam. Op de omslag stond zoiets als: 'Roken, begeerte en ongelukkig zijn'. Dat sprak me wel aan. Ik gebruikte vanaf m'n 16de drugs, hard en soft, van alles door elkaar heen. Ik was ook vrij agressief. Via dat artikel ben ik gaan mediteren. Van het boeddhisme moet je niks. Waar het om gaat is dat je je geest traint, hem helderder maakt. Door te mediteren wen je eraan om op een rationele manier naar jezelf te kijken en kan je meer controle krijgen over negatieve emoties. Ik begon heel enthousiast, maar het was allemaal soms heel vermoeiend en verwarrend. In de praktijk valt het vies tegen om vat te krijgen op je geest. Van fitness krijg je ook niet in één dag spierballen; met je geest is het nog moeilijker die is zo snel afgeleid. En soms verdwaalde ik gewoon in dat boeddhisme. Er zijn zo veel systemen, zo veel richtingen. Ik heb m'n hart uitgestort bij een lama, een leraar, bij wie ik een cursus volgde. Ik zei: 'Ik ben minder drugs en alcohol gaan gebruiken, maar toch gaat het slechter met me.' Maar de lama zei dat het logisch was dat ik me rot voelde, omdat ik nu voor het eerst helder zag wat er allemaal met me gebeurd was. Hij heeft me helpen nadenken over het soort werk dat ik wilde gaan doen. Ik ben de opleiding Sociaal-Pedagogisch Werk gaan doen en werk nu al tweëeneenhalf jaar in een gezinsvervangend tehuis. Als ik mediteer, word ik soms nog verdrietig, maar ik voel me wel gepacificeerd. Ik zat in een rattenval en ik ben er uitgebroken." Geen dieren doden
Naam: Saskia Rohaan (21) "Ik raakte onder de indruk van het boeddhisme toen ik twee jaar geleden met vakantie ging naar India. In een klooster heb ik wel een uur zitten kijken naar een monnik die mantra's opzegde. Ik heb ook het huisje gezien waar de Dalai Lama woont. Wat me aanspreekt is dat dat boeddhisten echt naar hun geloof leven. Bij christenen heb ik vaak het gevoel dat ze op zondag wel netjes naar de kerk gaan, maar verder weinig met hun geloof doen. Als kind vroeg ik me al af of ik niet mijn eigen godsdienst kon bedenken. Ik had vragen die iedereen maar raar vond, zoals waarom ik hier geboren ben en niet bij de buren. Het boeddhisme kan zo'n vraag beantwoorden door te vertellen over karma en reïncarnatie. Sinds mijn reis naar India kom ik regelmatig in een boeddhistisch studie- en meditatiecentrum. Ik heb geen geld voor cursussen, maar eens per maand werk ik een weekend in de tuin; dan kan je een deel van het weekendprogramma gratis volgen. Ik help soms ook met het oprollen van mantrarollen, die we daarna in boeddhabeelden stoppen. De cursussen komen wel als ik afgestudeerd ben. Volgens mijn beste vriendin ben ik veranderd. De afgelopen tijd zijn vier van mijn huisdieren doodgegaan, maar ik kon het best snel van me afzetten. Omdat ik nu verder kan kijken dan mijn verdriet. Ik dood ook geen dieren meer voor mijn studie. We stoppen vaak insecten in de stikpot, om ze daarna te determineren. Dat vind ik onnodig. De leraar maakt grapjes over mijn standpunt, maar hij kan me niet dwingen." Veel lachen
Naam: Janwillem Witsen
Elias (38) "Na mijn studie was ik op zoek naar een baantje in het ontwikkelingswerk, maar ik had geen werkervaring in het buitenland. Toen kwam ik in contact met Drikung Kagyu, een boeddhistische orde die Tibetaanse vluchtelingen opvangt in India. Die waren in Europa om geld in te zamelen. En voordat ik het wist zat ik een half jaar in een groot klooster, met twee- tot driehonderd jongens, Engelse les te geven. Ik hoefde geen boeddhist te worden. Zij waren daar heel relativerend over. Ze zeiden, maak je geen zorgen over het moment waarop je de verlichting bereikt, dat kan ook over tweehonderd jaar zijn. Er kwamen daar veel westerlingen op bezoek. Ik was verbaasd over de gretigheid waarmee die hun eigen leven opgaven en vervolgens roomser dan de paus werden. Dan zeiden ze: die jongens doen het allemaal veel te slordig. De jongens waren ook verbaasd over de intensiteit waarmee die mensen dat beleefden. Zelf deden ze het allemaal met veel humor, veel lachen. Af en toe hielden ze een volleybalcompetitie, dan werden die paarse jurken opgestroopt. En er ging een keer een voetbal door de ruit bij een meisje dat daar een maand in retraite was om in stilte te mediteren. Maar ze waren wel intens Tibetaan, intens boeddhist. Daar kon je geen seconde omheen. Je krijgt wel een soort extra bewustzijn mee. Ze treden de wereld heel open tegemoet; dat slaat op je over. Ik merkte ook dat ik daarna op reis geen enkele stress meer had. Het heeft iets mystieks. Maar dat slijt. Ik heb het nog zo'n drie jaar bij me gedragen, maar nu is het weg." Het heeft een naam
Naam: Wanda Sluyter (34) "Ik was 16, katholiek en erg zoekende toen ik voor het eerst iets hoorde over het boeddhisme. 'Aha, wat ik denk heeft een naam!' dacht ik. In de loop der tijd heb ik aan aardig wat boeddhistische activiteiten meegedaan. Op een gegeven moment dacht ik dat ik de antwoorden wel zo'n beetje had. Dat hebben veel mensen die met spirituele zaken bezig zijn, hoor. Je kent die types wel, die 100 workshops aflopen: 'kijk mij eens spiritueel bezig zijn'. Het is heel makkelijk om in die valkuil te stappen. In werkelijkheid moet je steeds opnieuw beginnen. Ik merk nu bijvoorbeeld dat ik een beetje vast zit, dat ik toe ben aan een nieuwe stap binnen het boeddhisme. Ik ga me ook weer aansluiten bij een meditatiegroepje; ik heb de discipline ervan nodig, wil ik weer vaker gaan mediteren. En dat wil ik: als ik het doe, merk ik dat ik makkelijker keuzes maak. Vier jaar geleden heb ik BoeddhaNed opgezet, een onafhankelijke site met informatie over alle richtingen en activiteiten binnen het boeddhisme. Dat deed ik om te voorkomen dat iedereen die in het boeddhisme geïnteresseerd is, het wiel opnieuw moet uitvinden zoals ik op mijn 16de. Ik zoek in het boeddhisme een praktische leidraad voor het leven van alledag. Hoe ga je om met conflicten op je werk, hoe verhoud je je tot je collega's, dat soort vragen. Bij conflicten heeft iedereen zijn eigen agenda, zijn eigen belangen. Stel dat je een deadline hebt, dan fixeer je je daarop en houd je weinig rekening meer met anderen. Het boeddhisme benadrukt het hier en nu en vraagt naar je motieven en motivatie op dit moment. Dat geeft helderheid."
|
NRC Webpagina's 28 SEPTEMBER 2000 |
Bovenkant pagina |
|