HOOFDSTUK 2: DE TOEDRACHT

DEEL I: FEITEN
2.1	Chronologie van gebeurtenissen
2.2	Luchtverkeersleiding Nederland op Schiphol
2.2.1	Organisatie
2.2.2	Radarsysteem Schiphol
2.3	Het vliegtuig
2.3.1	De constructie van de motorophanging
2.3.2	Aanbevelingen en voorschriften met betrekking tot luchtwaardigheid
DEEL II: DE ANALYSE
2.4	Noodvlucht
2.4.1	"Hij klimt voor geen meter"
2.4.2	Uitvallen van de secundaire radar
2.4.3	Radarwaarneming van vliegtuig en motoren
2.4.4	Mayday call
2.4.5	Vergissing over de motoren
2.4.6	Engines lost
2.4.7	Zichtbaarheid van de motoren vanuit de cockpit
2.4.8	Radiofrequentiewisselingen tijdens de noodvlucht
2.4.9	Redenen baankeuze door de piloot
2.4.10	Het tweede rondje
2.4.11	Landen op water
2.4.12	Linksom of rechtsom vliegen
2.4.13	Communicatie met het vliegtuig
2.4.14	Tijdstip van de crash
2.4.15	Ooggetuigen van het vliegtuig
2.5	Het ongevalonderzoek
2.5.1	De rol van de vooronderzoeker en de Raad voor de Luchtvaart
2.5.2	Organisatie rond de uitvoering van het vooronderzoek
2.5.3	De onderzoeksactiviteiten direct na de crash
2.5.4	De recorders
2.5.5	De reconstructie van de vliegbaan
2.5.6	De lading
2.5.7	Eerste fase van het vooronderzoek
2.5.8	Het onderhoud
2.5.9	De scheefstand van de motoren
2.5.10	Vaststelling afbreek-scenario van de motor
2.5.11	Conclusies met betrekking tot de constructie van de motorophanging
2.5.12	Van vooronderzoek naar eindrapport
2.5.13	Bestuurlijke verantwoordelijkheid
2.6	Externe veiligheid vliegverkeer Schiphol
2.6.1	Algemeen
2.6.2	Noodsituaties
DEEL III: CONCLUSIES
2.7	Conclusies ten aanzien van de noodvlucht
2.8	Conclusies ten aanzien van het ongevalonderzoek
2.9	Conclusies ten aanzien van externe veiligheid