|
FILERIJDEN AUTORAI BEURZEN RECLAME KOSTEN TECHNIEK AUTOWASSEN PORTRETTEN CIJFERS TIJDSCHRIFTEN INTERNET |
Laat die grote beurten zitten
Automobilisten klagen graag dat autorijden zo duur is. Bij de aanschaf letten de meeste mensen echter toch op andere aspecten dan de kosten.
ZO'N ZES MILJOEN zijn er nu in Nederland. Nagenoeg ieder huishouden bezit er wel een, steeds meer gezinnen doen het er met twee of zelfs meer. En over geen ander bezit wordt zo veel geklaagd. De auto. Meest gehoorde bezwaar: de auto is duur, te duur! Een bezitter van een gemiddelde nieuwgekochte middenklasser is in 3,5 jaar tijd zo'n 1.300 gulden per maand kwijt aan zijn of haar rijgenot. En dan de prijs voor de benzine. Wie herinnert zich niet de felle reacties toen het 'kwartje van Kok' werd geïntroduceerd, of de protesten eind vorig jaar toen de benzineprijs een historische hoogte bereikte (2,70 gulden per liter eurosuper)? Autorijden is emotie, zo ook de kosten van het autorijden. Vanzelfsprekend is de prijs van een auto altijd afhankelijk van voorkeuren van de eigenaar (airco, cd-wisselaar, elektrisch bedienbare ramen, één, twee, drie of vier airbags, lichtmetalen velgen, metallic lak, enz.). Subjectieve voorkeuren dus. Toch valt al dat gezeur over prijzen wel enigszins te objectiveren. Autorijden kan voor relatief weinig geld. Gelijk maar even de goedkoopste oplossing dan? Men neme een tweedehands Suzuki Alto (2,5 tot 3,5 jaar oud), althans, een auto die minder weegt dan 550 kilo, met een benzinetank, en dat in de provincie Friesland. Daar betaalt men namelijk slechts 156 gulden per jaar aan motorrijtuigenbelasting (vergelijk provincie Overijssel: 180 gulden). Tip van een kenner: "Zorg dat je de APK-keuring altijd een neuslengte voorblijft. En geen grote beurten, da's nergens goed voor.'' Bijkomende voordelen: het onderhoud is nagenoeg nihil (zeker Japanse auto's hebben een sterke reputatie op de occasionmarkt), het benzineverbruik is laag en, last but not least: er is bijna altijd parkeerruimte te vinden. Standaardregel is dat de vaste kosten (het bezit van de auto) ongeveer driekwart uitmaken van de totale kosten. Zuinig rijden, weinig rijden, goedkoop rijden, niet rijden (de variabele kosten, het gebruik van de auto) hebben dus allemaal slechts een beperkt effect op de totale kosten. Overigens is het de bedoeling dat de variabele kosten in de toekomst een groter deel van de totale kosten uitmaken. De overheid spreekt over 'variabilisatie', wat onder andere neerkomt op lagere wegenbelasting en meer rekeningrijden en brandstofheffingen. De Consumentenbond geeft ieder jaar aan de hand van tienduizenden garagerekeningen en 6.000 'autopaneldeelnemers' een speciale autokostenbijlage uit. Aan de hand van een aantal parameters berekent de bond de voordeligste en de duurste auto en alles wat daar tussenin zit. Ook hier weer een groot aantal slagen om de arm, afhankelijk van voorkeuren, rijgedrag en benzineprijs. Voorbeeldje: iedere cent prijsstijging van een liter benzine kost op maandbasis gemiddeld een gulden extra. Het aantal kilometers per liter benzine is ook bepalend voor een deel van de variabele kosten. Uit de Consumentenbondtest: De zuinigste benzineauto in het onderzoek rijdt 1 op 17,2 (Subaru), de duurste 1 op 11,1 (Alfa). Bij een benzineprijs van gemiddeld 2,21 gulden (stand 1999) scheelt dat op jaarbasis 1.130 gulden. Bij een benzineprijs van 2,52 gulden (prijs euro-ongelood eind januari 2001) zelfs 1.288 gulden. De afschrijving van de auto (het waardeverlies) verschilt niet veel als de verschillende prijsklasses met elkaar worden vergeleken. De volkswijsheid dat de auto direct duizenden guldens minder waard is als men het terrein van de dealer afrijdt, klopt wel. Na een half jaar is de auto gemiddeld nog maar 75 procent van de aankoopwaarde waard. Na 3,5 jaar resteert ongeveer de helft. Verder zijn er natuurlijk nog de autoverzekeringen. Advies van de Consumentenbond: een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid (WA) is voldoende, laat de inzittendenverzekering maar zitten. Het is veel goedkoper om in een tweedehands auto te rijden. Een tweedehands middenklasser is per maand gemiddeld 20 procent goedkoper. Anders gezegd: men kan een tweedehands middenklasser rijden voor de prijs van een nieuwe 'compacte klasser'. Auto's die tussen de 2,5 en 3,5 jaar oud zijn, kosten in de regel nog maar de helft van de oorspronkelijke prijs en bieden vaak nog jaren rijplezier. Tip: wel weer na een jaar of drie inruilen, dan krijg je er nog wat voor terug. Wacht je langer, dan kan de auto beter worden 'opgereden'. Maak dan niet te veel kosten meer voor groot onderhoud. Op de krappe arbeidsmarkt is de leaseauto al jaren een populair lokmiddel. In het nieuwe belastingstelsel, dat geldt vanaf 1 januari, zijn strengere regels opgenomen voor dit 'gratis' rijden. De percentages die een leaseautorijder moet bijtellen bij zijn inkomen zijn verhoogd en het aantal privé-kilometers dat gereden mag worden, is aangescherpt. De stelselherziening heeft veel gevolgen voor het leaserijden in klassieke auto's. De opkomende trend van leasebedrijven die voor een prikkie een volledig gerestaureerde Bentley of Jaguar uit 1970 aanboden, is voorbij. Vanaf 1 januari geldt namelijk de cataloguswaarde voor dergelijke auto's, in plaats van de oorspronkelijke aanschafwaarde. Daar staat tegenover dat oude Mercedessen, Audi's en BMW's een ware revival kunnen gaan beleven. De 'straatwaarde' van deze auto's is laag, de bijtelling derhalve ook. Voorbeeld uit autoblad Carros van vorige maand: "BMW M635 CSi, willig slachtoffer van 'autoveredelaars' en 'velgenboeren', waarna hij alras vervalt tot duistere binnenstadkruiser voor kidnappers (...) nog altijd het jaren-tachtig vlaggenschip van BMW (...) Prijs in 1985: 158.775 gulden, huidige waarde 25.000 tot 30.000 gulden. Bijtelling in 2001: vergelijkbaar met die van een nieuwe Fiat Punto 1.6.'' Uiteindelijk zijn de 'kostenplaatjes' allemaal bijzaak. Duurdere brandstof, rekeningrijden, wegenbelasting de autorijder blijft toch wel rijden. Autorijden heeft voor veel mensen niets te maken met geld, maar met emotie. Een auto moet mooi zijn, karakter hebben, snel zijn. En dat maakt het vaak duur.
|
NRC Webpagina's 8 februari 2001
|
Bovenkant pagina |
|